Female-fronted night in Chapiteau? Graag! Onze treinrit naar Les Nuits Botanique had ons echter niet voorbereid op het fenomeen dat Dj flugvél og geimskip (vrij vertaald: dj lucht- en ruimtevaartuigen) heet.
Deze licht gestoorde IJslandse produceert met twee synths en haar alle registers onderzoekende stem een vreemde, raadselachtige electrosound. Dat was alles wat ze nodig had opdat we haar nooit meer zouden vergeten. Weird-ass beats werden belegd met soms valse, niet bijpassende zanglijnen. In een Björk-accent sprak ze ook constant guitig lachend het publiek aan. “Try to get out of this universe” gaf ze ons mee. Haar soundtrack daarvoor was alleszins een ideale aanzet.
Verder gaf ze ook uitleg over het hoe en waarom van haar liedjes, zelfs terwijl ze al aan de songs begonnen was. Ze ratelde bijvoorbeeld over de overeenkomstigheden tussen ‘deep space’ en ‘deep sea’ en illustreerde dit met de ‘Diep in de zee’-geluiden van krabben die trommelen op schelpen dat ons onmiddellijk terugbracht naar namiddagen in de zetel met ‘De kleine zeemeermin’ op televisie.
Je komt ogen en oren tekort op Les Nuits. Gelukkig was Agathe er op 11 mei in de Chapiteau bij om onder andere Marina & The Diamonds en Alice On The Roof vast te leggen voor diegenen die er zelf niet konden zijn en schreef Tifany Devos een verslag.
Vervolgens begon Alice on the Roof veelbelovend aan haar set. De Waalse werd geflankeerd door twee muzikanten. Mooi, dachten we toen we bij het tweede nummer plots “got my boys in the water” hoorden: een originele cover van Oscar & the wolf. Daarna ging het echter enkel nog bergaf. Ja, haar elektronische, herhalende pop ligt goed in het oor en de blonde Alice heeft een mooie hese stem, maar na vier songs had ze al twee covers gespeeld. Zeker een ongeïnspireerd ‘Like a virgin’ in ballad-vorm betekende voor ons het begin van het einde. Daarna bereikten de liedjes slechts de grens van middelmatigheid. Van “veel potentieel” helde de set over naar “te klef met tandenknarsende meeklapmomenten”.
Als een blok bleef het volledige publiek staan om een zo goed mogelijke plek te veroveren voor onze favoriete artieste die tot tweemaal toe een concert durft uit te stellen om de derde datum gewoon te cancelen. Vierde keer goeie keer, twee jaar later stond Marina and the Diamonds (mét ‘Froot’-diadeem) eindelijk in de Botanique voor een bomvolle Chapiteau.
De beginbeats van ‘Bubblegum bitch’ veroorzaakten een kleine hysteriegolf bij het overwegend vrouwelijke publiek. De meisjes achter ons zongen vol overgave élk woord mee. Zodanig hard zelfs dat ze elkaar moesten aanstoten en aansporen om hun stem “nog wat te sparen voor het einde”. Marina Diamandis heeft inderdaad al wat hits bijeengesprokkeld, en dat met amper Vlaamse airplay. Onterecht, want dit is pop zoals het hoort.
‘Primadonna’ hoorden we eindelijk hoe het echt bedoeld was, als een club anthem met een sick beat eronder. ’t Is eens iets anders dan de crappy boxen waardoor we tegenwoordig muziek beluisteren. De zangeres uit Wales, tegenwoordig met afgetrainde body, vergat ook de fans van het eerste uur niet: niet alleen ‘I’m not a robot’, maar ook ‘Mowgli’s road’, ‘Hollywood’ en ‘Obsessions’ waarvoor Marina alleen achter een piano ging zitten, passeerden de revue. De grootste bangers kwamen echter uit haar vorige plaat ‘Electra heart’. Die koos ze dan ook strategisch als opener en afsluiter. De mooiste momenten tussenin waren gevuld met materiaal uit haar nieuwste plaat ‘Froot’, waarin nog maar eens opviel hoe sterk ze vocaal wel is. Gooi daar uitstekende muzikanten en een boeiende lichtshow tegenaan en je had een heel erg bevredigende popproductie. Graag nog een kaartje voor deze rollercoasterride.
Setlist:
1. Bubblegum bitch
2. Forget
3. Mowgli’s road
4. I’m not a robot
5. Savages
6. Obsessions
7. Happy
8. Froot
9. Can’t pin me down
10. Hollywood
11. Primadonna
12. Blue
13. I’m a ruin
14. Radioactive
15. Heartbreaker
Les Nuits Botanique programmeren de komende dagen nog Tobias Jesso Jr. (13.05), Lapalux (15.05) en TOPS (16.05). De volledige concertagenda vind je op de website van de Botanique.