Normaal gezien openen wij reviews door de groep in kwestie kort even voor te stellen. Aangezien Briqueville gemaskerd door het leven gaat en heel erg karig is met het delen van informatie over zichzelf, gaan we maar meteen over tot het bespreken van hun titelloze debuut.
Het duurt drie minuten voor we de eerste instrumenten horen in ‘Akte 1’. De intro die eraan vooraf gaat doet ons denken aan de tweede plaat van The Black Heart Rebellion, terwijl de opbouw van gitaren en drums naar Neurosis neigt. Het gaat, zoals dat in het genre hoort, allemaal traag vooruit, maar gestaag klimt de muziek naar zijn climax die zich ontplooit in de vorm van een wervelwind van snarengejank. De sfeer is meteen gezet, maar met een regenbui op de achtergrond is het maar zeer de vraag of ze in dit duistere landschap ook goed zit.
De neerslag gaat onverstoord verder aan het begin van ‘Akte 2’ en na een korte speech van iemand die zegt dat de mensen bang zijn van zijn ideeën, komen de gitaren opnieuw met een trage, melodieuze riff aanzetten. Wanneer de boel wat zwaarder wordt, krijgen we voor het eerst lyrics te horen die spijtig genoeg onverstaanbaar zijn. Zoals het vaak gaat binnen de post-rock en sludge, wordt ook hier de stem een extra instrument. Bijna zonder dat je het merkt zwelt het geheel aan en voor je het weet dein je mee op de golven. De vocals dreunen ondertussen genadeloos verder. Visioenen van occulte sektes zijn niet ver weg en dus kan ook een onmisbare verwijzing naar Amenra niet ontbreken.
Ook de derde akte gaat van start met een lange soundscape van geratel, gebrom en geboor. Het dreigt opnieuw cliché te worden met een gemute gitaar die samen met de drums de ritmesectie vormen, maar een puike solo schudt ons helemaal wakker. Het is erg verfrissend om een beetje jazz het geheel binnen te smokkelen zonder afbreuk te doen aan het concept van de plaat. Niet veel later vervalt het weer in het gekende gedreun dat live ongetwijfeld zeer goed zal werken, maar hier toch een ‘been there, done that’-gevoel oproept.
De laatste akte breekt met de traditie van de trage opbouw en gooit er meteen de beuk in. Het voelt goed en het tromgeroffel dat volgt zorgt voor de beste constructie die we tot nu toe voorgeschoteld kregen. Dit keer horen we de echo’s van Amenra in de gitaarpartij, gelukkig zonder het gevoel te krijgen dat er schaamteloos gekopieerd wordt. Deze vierde akte kent het minste variatie, maar vermorzelt onverbiddelijk alles wat het op zijn weg tegenkomt. Op het einde wordt de muziek overstuurd waarna na een veertigtal minuten een einde komt aan dit drama in vier bedrijven.
Zonder afbreuk te willen doen aan wat Briqueville hier voorschotelt, moeten we toch gewoon eerlijk zijn. Dit is niets nieuws onder de zon. Op die ene solo na hebben we nooit het gevoel gehad dat dit fris en vernieuwend was. Langs de andere kant hoeft dat ook niet per se het geval te zijn wanneer sprake is van een dergelijke overtuigende kwaliteit is. Daarnaast zijn we er ook heilig van overtuigd dat wie Briqueville live te zien zal krijgen, niet gewoon een concert maar een buitengewone ervaring zal ondergaan. Benieuwd of deze voorspelling zal uitkomen.
Briqueville live aan het werk zien kan in Gent (Handelsbeurs, 11.12, info & tickets), Brussel (AB Club, 14.02, info & tickets), Brugge (Cactus Club, 20.02, info & tickets) en Opwijk (19.03, Nijdrop, info & tickets).
Briqueville website
Album verdeeld door PIAS