Zaterdagavond werd in TRIX de tweede halve finale van Humo’s Rock Rally gehouden. De tien bands en artiesten moesten in Antwerpen wel presteren, want het niveau lag vrijdag in de Vooruit al bijzonder hoog.
Foto’s Bart Vander Sanden, verslag Thomas Konings.
De spits afbijten was een fluitje van een cent voor het Kempense trio van Kalisto Bay. Ondergetekende zag het drietal een jaar geleden al eens op dezelfde plek aan het werk en moest nu vaststellen dat de jongens enorm gegroeid zijn (en niet alleen fysiek). Hun muziek lijkt ondertussen weggelegd voor de grotere podia, met typerende grootse gitaren en kleine emo-schreeuwtjes in de zang. De songs op zich overtuigden dan weer minder, omdat ze al te vaak als afkooksels van bekendere indiebands klonken.
Op dan naar The Queefs die naast een heleboel decibels ook een horde fans hadden meegenomen. Dat zorgde alvast voor een plezierige sfeer die niet meer geëvenaard zou worden. De groep zelf vuurde het ene gitaarsalvo na het andere op ons af en kwam daar bovendien meestal nog mee weg ook. Hun muziek was immers explosief en dreigde langs alle kanten de bocht uit te vliegen. Daarnaast stonden de mannen ook met de juiste rock-‘n-rollattitude op het podium. Als ze nu nog de juiste magic touch aan hun nummers kunnen geven, zien we voor dit gezelschap nog wel een mooie toekomst weggelegd.
Vervolgens mochten The Insect Soldiers of the Sky in hun tweede Rock Rally-deelname het podium betreden. Ondanks dat het viertal dankzij een keytar en een slacker-zanger met een leuke pet bij voorbaat onze sympathie al gewonnen had, konden de jongens onderstaande slechts bij momenten echt amuseren. Hun riskante cover van Nena’s ’99 Luftballons’ pakte namelijk niet bijster goed uit en de piano was een storende factor in het daaropvolgende liedje. De halve finale haalde deze band terecht, meer lijkt er voorlopig niet in te zitten.
Humble Flirt was de volgende formatie die de jury trachtte te overtuigen van haar talent. De groep bracht met een eigen interpretatie van Yeasayers ‘Henrietta’ alvast één van de betere covers van de avond. Voorts hoorden wij echo’s van bands als Local Natives en Balthazar en konden we de twee overige nummers ook best wel smaken. Met ‘Rearrange’ heeft het kwartet volgens ons een song op zak die via de radiogolven van Studio Brussel en Radio 1 heel wat zieltjes kan winnen. Meer dan deftig, noteerden we in ons boekje.
Na al die gitaren werd het tijd voor een rustmomentje, gebracht door Samowar, het soloproject van Leen Diependaele. De artieste bouwde gisteren haar liedjes op met samples van haar eigen prachtige stem en creëerde een uniek universum door middel van heerlijk zweverige klanken. Met ‘Thirsty Well’ opende de Antwerpse alvast uitzonderlijk sterk, al konden we ons niet van de indruk ontdoen dat een man als SOHN dit nummer echt naar wereldniveau zou kunnen trekken. Daarna volgden nog twee gelijkaardige experimentele en mysterieuze snoepjes die zichzelf niet meteen bloot gaven. De manier waarop Diependaele Bronski Beats ‘Smalltown Boy’ naar haar hand zette, was trouwens ook bijzonder intrigerend.
Hierna moest Sea Peoples aan de bak in de grote zaal van TRIX. De groep maakte met hun dreamy doch vrolijke muziek een zorgeloze indruk, al bleek dat meteen ook de zwakke plek van de band te zijn; soms mocht het gewoon allemaal iets minder luchtig. Toch is het knap dat de Dilbeekse band nu al een eigen sound gevonden heeft, ergens tussen dreampop en Crystal Fighters. Voorts vinden we die beats wel een inventieve aanvulling en vermaakten we ons al bij al eigenlijk nog wel. ‘The Beach’ had dit optreden ongetwijfeld meer glans kunnen geven, maar dat nummer kregen we helaas niet te horen.
Twee drummers, een frontman met bijzonder sterke vocals en een interessante mix van genres kregen we vervolgens voorgeschoteld bij de grote verrassing Warhola. Een boeiende, eigenzinnige Warpaintcover mocht ons als eerste doen likkebaarden, waarna de eigen nummers al evenzeer konden overtuigen. In onze preview refereerden we naar James Blake, later vergeleken we de band met Radiohead; eigenlijk bevindt dit gezelschap zich in de spannende zone tussen die twee. Naast met ijle gitaarklanken, wist dit vijftal – voor zover wij weten als eerste Belgische band ooit – indruk te maken met geautotunede zang. Geef deze jongens nog wat tijd om te groeien, het potentieel is alvast aanwezig.
Vervolgens was Yawns aan de beurt, de finalisten van De Nieuwe Lichting die na FrappantPOP als artist in residence door TRIX werden gekozen. Die VIP-behandeling heeft duidelijk vruchten af geworpen, want hoewel de psychedelische rockers enkele maanden geleden al bijzonder sterke shows gaven, groeiden ze gisteren weer boven zichzelf en de concurrentie uit. De vier jongens opteerden voor een stevigere gitaarsound, wat achteraf gezien een slimme beslissing bleek. Ze klonken daardoor namelijk dynamischer en energieker dan andere genregenoten. Voorts zaten de echoënde vocals nu ook helemaal op hun plek, zeker bij opener ‘I Want to Go Where Nobody Knows My Name’ en speelde de groep een werkelijk fenomenale cover van ‘We Are Your Friends’ met een ijzersterk instrumentaal einde. Yawns stond zelfverzekerd op het podium; terecht, want momenteel zijn ze de te kloppen band.
De zelfverklaarde luidste groep van Mechelen, The Litescribes, kwam daarna heel wat moeilijkere muziek spelen. Zij stuurden instrumentale shoegaze en een niet eenvoudig te doordringen wall of sound op het publiek af. Vooreerst bracht het duo best spannende muziek, maar ze vergaten al te vaak de interessante experimenten die bij dat soort nummers horen. Daarnaast was hun show iets te monotoon voor ons, al zorgden de bassen wel voor een soort van subtiele, welgekomen variatie in de liedjes.
De eer om af te sluiten was tenslotte aan Hazy Hands, een formatie die aangevoerd wordt door de zus van Tim Vanhamel. Onder het motto “live fast, die young, bad girls do it well” bracht de helemaal in het zwart geklede, extravagante frontvrouw een boeiende performance. Ze kronkelde de versterker op, verstopte zich achter de rest van de band en zong haar liedjes speels en theatraal. Ook de muziek op zich overtuigde moeiteloos. Die klonk immers behoorlijk onvoorspelbaar en deed dankzij een grote portie onderhuidse, baldadige spanning denken aan Liars. Deze band ontstond op de set van de Achtserie ‘Monster’ en dat kan je wel horen. Hazy Hands zijn raadselachtig en opwindend.