Weinig mensen zullen betwisten dat Nick Cave vandaag, terecht, een icoon genoemd kan worden. De zanger is ondertussen al 66, maar oogt nog steeds even scherp als in de beginjaren. Donker, dreigend, maar bovenal meeslepend: elk album van Nick Cave & the Bad Seeds onderscheidt zich volledig van de andere. En toch, wanneer je zijn grimmige stem op de radio hoort, is er geen twijfel mogelijk. Dit is een Cave-album.
Reeds als tiener had de Australiër zijn eigen band: The Birthday Party, later herdoopt naar The Boys Next Door. Waar zij eerst vooral covers brachten, speelden ze later ook eigen materiaal. Cave’s zwarte gevoel voor humor vond hier een eerste voedingsbodem, en het zijn diezelfde satirische liedjesteksten die we ook terugzien in de beginjaren van The Bad Seeds.
Seks, drugs en rock-‘n-roll: de jonge leden van Nick Cave & the Bad Seeds maakten hun rocker-imago meer dan waar. Zwarte teksten, hevige thema’s, verheerlijking van het uitschot – you either loved them or hated them. Tijdens optredens spatte de energie van het podium. Naar technische details of synchroniciteit tussen de bandleden werd niet gekeken, zolang het maar swingde. En het publiek was er gek op.
Maar dan sloeg het noodlot toe. In 2015 valt Arthur, zijn destijds 15-jarige zoon, van een klif vlak bij hun huis. Hij overleeft het ongeval niet. Cave beschrijft dit later als “een donkere periode, waar er niets anders is dan chaos”.
Het zijn mede zijn fans die hem uit dit dal hielpen. De zanger vertelt dat hij zichzelf en zijn vrouw uit de wanhoop wist te halen door brieven van fans die hem vertelden over gelijkaardige gebeurtenissen die ze hadden meegemaakt. Waar sommigen zich volledig terugtrekken om alleen te zijn met hun verdriet, ziet Cave het als zijn plicht om lotgenoten te laten weten dat ze niet alleen zijn. “In mijn ervaring moet je je net naar buiten toe keren, want daar vind je troost.”
De albums die volgen weerspiegelen deze ommekeer in de geest van de artiest. Eerder dreef hij met een soort arrogante nonchalance de spot met Bijbelse figuren. Of hij sprak zich eerder scherp uit over gevoelige thema’s. De Cave die we na 2015 te zien krijgen, is een man die tijdens concerten in gesprek gaat met zijn publiek. Niet met de bedoeling om te provoceren, op te hitsen of om komisch te zijn, maar om diepgaande connecties te leggen met complete onbekenden. Het zou niet de eerste keer zijn dat er gefilosofeerd wordt over de betekenis van het leven.
In 2022 volgt opnieuw een zware klap: Jethro, Cave’s 31-jarige zoon, werd dood teruggevonden in een motel. Menig fan dacht dat dit nu toch het einde zou zijn van zijn carrière, want wie komt twee keer zo’n tragisch verlies te boven? Maar dat was buiten Nick Cave gerekend.
Laat het aan de Australische zanger over om tot tweemaal toe getroffen te worden door een ondraaglijk verlies – en het om te zetten in kunst. “Ik kan niet zeggen dat ik blij ben, maar voor het eerst kan ik weer levensvreugde voelen. Dat stemt me hoopvol.”
‘Wild God’ is geen vrolijk album, laat dat duidelijk zijn. Poppy beats of vrolijke gitaarmuziek zit er hier niet in. Maar toch, tussen alle donkerte en tristesse klinkt een straaltje hoop door. Zo beschrijft hij in ‘Frogs’ een kikker die uit de goot springt.”Zo voelt het album voor mij. We gaan allemaal maar mee in de stroom van het leven, en af en toe gebeurt er iets dan ons doet opspringen.”
Is dit het album van een gebroken man? Misschien. “Ik hoor zelf dat ik dit album geschreven heb na een donkere periode,” aldus de zanger zelf. “Maar tegelijkertijd hoor ik een evolutie die me optimistisch stemt.” De nummers schuwen zwaardere thema’s als dood, verlies en depressie niet, maar geven daardoor des te meer aan dat er, ondanks alles, ook een zilveren rand is.
Nick Cave’s muzikale herrijzenis verschijnt op vrijdag 30 augustus. Voor zij die ook live willen meemaken hoe Cave opstaat uit de doden, is hij op 30 en 31 oktober te horen (en te spreken) in het Sportpaleis.