Vier jaar geleden stond Sean Lee Bowie al eens in Botanique. Toen al zaten we mee op de hypetrein van Tumor en diens muzikale exploten. ‘Safe in the hands of love‘ was een elektronisch, macaber pareltje. Al liet Tumor het, toen voor in halfvolle rotonde, live vrijwel afweten en liet die ons na een 35-tal minuten verweest achter. Een deceptie was het. Het contrast met gisteravond kon niet groter zijn. Twee albums later en uit op revanche, stelde Tumor als een waar rockster zijn nieuwste plaat ‘Praise a lord who chews but which does not consume; (or simply hot between worlds)‘ voor in een uitverkochte Orangerie. Foto’s genomen door Lotte Torsin.
Het eveneens uit de Verenigde Staten gevestigde NATION mocht de spits afbijten als voorprogramma. Het duo bestaande uit rapper Fresh Jame en dj en producer Funball brachten een heerlijke mix van cloud rap, ebm en electropop in de breedste zin van het woord. Jame leek in de eerste aantal nummers wat last te hebben van pleinvrees en leek zichtbaar verlegen en ongemakkelijk. De eerste tracks schuurden tegen cloud rap en industrial aan waarbij Jame eerder sprechgesang-gewijs z’n teksten zong. Naarmate de set vorderde, zag je de rapper zich meer en meer in z’n element komen. Gek genoeg pasten de ebm-achtige beats en de logge stem wel prima naast de luchtige cloud rap en het gemonkel van Jame.
Met een dikke tien minuten vertraging verzocht Tumor en diens band het podium. Gekleed in een leren jekker en een zonnebril dat hun blik ons naliet, aanschouwde die de tot de nok gevulde Orangerie waarbij ‘God is a circle’ zonder veel verpinken werd ingezet. Tumor speelde hun set aan een rotvaart en plakte na het openingsnummer meteen ‘Echolalia’ en ‘In spite of war’ erachter aan. Een voorbode voor de hele show overigens waarbij Tumor de sterallures achterwege liet en volgens het boekje speelde. De allures waren vooral ‘op’ het podium te zien: Tumor struinde enthousiast over het podium heen en zocht en vond handen van fans op. Veel woorden gunde die ons echter niet. “I feel fantastic.“, kirde die zo tot twee maal toe zo’n drie kwartier in hun show.
Hoewel ‘Jackie’ voor velen één van de beste tracks uit hun discografie vinden, werd het nummer al in de eerste helft van de show in onze schoot geworpen. Live had het jammer genoeg niet de groteske aard die het op plaat heeft, wat wel jammer was. Het daaropvolgende ‘Gospel for a new century’ deed dat gelukkig wél en Tumor tekende hiermee meteen voor een eerste van een karrenvracht aan hoogtepunten. In de voorste regionen van het publiek werd er stevig geheadbangd en gedanst op het nummer. Tumor jutte als een echte rocker hun publiek op waarbij gitarist Chris Greatti als een bezetene op z’n instrument ramde.
Oudere nummers als ‘Honesty’ en zelfs het triomfantelijke ‘Lickin like an orchid’ missen panache omdat ze quasi volledig worden gestript van instrumentatie en Tumor’s stem niet altijd even sterk doorkomt, al hoefde dat niet te deren. De ster maakt het ruimschoots goed met hun charisma in de daaropvolgende ‘Super stars’ en ‘Meteora blues’ waarbij de aarde nogmaals werd opengereten. In de bisronde kregen we onder meer ‘Kerosene!’ voorgeschoteld, nog zo’n song waar we al jaren naar hunkeren om eens live te horen en waarbij de verwachting volkomen werd ingelost.
In de jaren zeventig speelden figuren als David Bowie en Prince bij de geboorte van hun carrières eveneens in kleine zaaltjes. Qua allure, charisma, output en live performance is de vergelijking met de twee alleszins al treffend. Nu het grote succes nog. De rollende, wijlen psychedelische glamrock meets industriële elektronica klonk bijzonder straf live. Tumor bewees gisteravond klaar te zijn om grote(re) zalen af te schuimen en duizenden mensen te kunnen begeesteren. De metamorfose is compleet.