Ondertussen zijn we de helft van 2022 alweer eventjes gepasseerd. Hoog tijd om terug te blikken op hoe het muzikale jaar tot nu toe is geweest! Vandaag slaat onze redactie mea culpa en overlopen we de albums die geen aparte recensie kregen, maar dat wel verdienden.
100GEN – HEKSE
Elk jaar worden we banger om ’s nachts door de straten van Antwerpen te dwalen, en daar is één heel belangrijke reden voor: de voortdurende groei van VHS, het angstaanjagende hiphopcollectief dat bewijst dat je voor goeie horrorcore niet helemaal naar Memphis hoeft te reizen. Kleine Crack is het bekendste groepslid, maar ook zijn kameraden brengen om de haverklap interessante tapes uit. Een van de beste voorbeelden is ‘Hekse’, waarop het ijle fluisterstemmetje van 100GEN gecontrasteerd wordt met bassen die harder ronken dan de kettingzaag van je favoriete seriemoordenaar. Hoe blijft producer Slager trouwens elk jaar zo belachelijk beats creëren voor alle leden van VHS? (Tobias)
700 bliss – Nothing to declare
Moor Mother is één van de meest veelzijdige artiesten van het moment. Naast dichteres en activist voor Black Lives Matter verzorgt ze ook de spoken word voor freejazzgroep Irreversible Entanglements. Daarbuiten heeft ze nog 700 Bliss, een rapproject samen met DJ Haram van het Discowoman label. Het resultaat is een erg experimentele plaat, met veel noise en vrij abstracte beats. Toch zijn het de ijzersterke verses van Moor Mother die het album een duidelijke structuur geven. Dat in combinatie met de East Coast beats van DJ Haram zorgt dat het één van de spannendste rap platen van 2022 is. (Ewout)
Bad Boy Chiller Crew – Disrespectful
De Bad Boy Chiller Crew is een fenomeen. Aanvankelijk raakten ze op het internet bekend dankzij hun ‘Jackass’-achtige sketches, maar de crew uit het Britse Bradford bleek ook muziek te maken. Ze specialiseren zich in bassline, een genre dat ergens tussen UK Garage, nineties house en hiphop ligt. Denk: extreem aanstekelijke dansbeats met daarover de vettigste Britse raps die je je kan inbeelden, vol hedonisme en onverantwoord druggebruik. Op ‘Disrespectful’ kiest de BBCC er bovendien voor om nog wat meer in te spelen op hun camp-gehalte, met behulp van melige dancerefreintjes die even fout als verslavend zijn. Is dit heel slimme popmuziek? Is dit post-ironische kitsch? Is dit gewoon bagger? Who cares, er is dit jaar weinig betere feestmuziek uitgebracht. (Tobias)
Ben Marc – Glass effect
Jazz uit Londen, hoe cliché. Allesbehalve cliché: de muziek. Ben Marc laat nogmaals zien waarom de Britse hoofdstad zo’n hotspot is voor het genre. Spannend, experimenteel en met een ongelofelijk gevoel. Zoals het hoort. (Bert)
Black Dresses – Forget your own face
Je eigen gezicht vergeten, dat wordt een pak makkelijker nadat het eraf werd gesmolten door Black Dresses. Het noisepopduo, bestaand uit Ada Rook en Devi McCallion, lijkt met elke release venijniger en snediger te worden dan op de vorige. ‘Forget your own face’ zet die evolutie gezellig verder, zonder daarbij de intiemen kern van Black Dresses’ muziek te verwaarlozen. Een therapiesessie waarbij je vanuit je ligzetel naar de psychiater schreeuwt tot z’n oren beginnen te suizen, maar waarna je nog nooit zo opgelucht de sessie hebt verlaten. Stiekem zelfs met een warm gevoel vanbinnen. (Tobias)
Blood Incantation – Timewave zero
Een ambientplaat van een band die van de spannendste en beste metalalbums van de voorbije vijf jaar maakte? Zeer zeker. Is dat de moeite? Hangt van je liefde voor ambient af. De moeite om te proberen is het sowieso. (Bert)
Buckshot – Burning barn
Haunted Mound, het rapcollectief rond opperhoofd Sematary, is zich aan sneltempo aan het profileren als de gevaarlijkste hiphopgroep van de Verenigde Staten. Het meest extreme voorbeeld tot nu toe was Sematary’s ‘Rainbow bridge 3’ van vorig jaar, waarin hij de combinatie van drill en black metal tot ongeziene, quasi-onluisterbare maar enorm aanstekelijke hoogtes tilde. Vergeleken daarmee is labelmaat Buckshot iets verteerbaarder. Deze rapper komt uit Ierland en steekt zijn accent niet onder stoelen of banken, waardoor gefrituurde trapbangers als ‘Over the hills’ zelfs iets weghebben van Ierse folkliedjes die ze in de negende cirkel van de hel zouden zingen. Het is eens iets anders dan ‘The wild rover’. (Tobias)
Che Noir – Food for thought
Rapster uit Buffalo die al lang geen geheim meer zou mogen zijn. Desondanks lijkt het alsof het wel zo is. Aan de zijde van Apollo Brown imponeerde ze al. Nu doet het zonder zijn hulp. En hoe. (Bert)
Curren$y & The Alchemist – Continuance
Never not working, het zou voor beide kunnen gelden. The Alchemist is een levende legende als het op beats aankomt, Curren$y is een rapper die aan de lopende band projecten uitbrengt. Om de twee maanden is er wel een nieuwe Curren$y. Ook te checken, zijn tape met Fuse dit jaar. Maar deze is de beste. (Bert)
Ecko Bazz – Mmaso
Grime is een genre dat vooral beelden van grijze appartementsblokken in de randgemeentes van Londen oproept. Geleidelijk aan durft het genre echter de grenzen van het Verenigd Koninkrijk te overschrijden en andere oorden op te zoeken. Oeganda bijvoorbeeld, thuisland van de invloedrijke labels Nyege Nyege en Hakuna Kalala, én van de rapper Ecko Bazz. Op zijn debuutalbum ‘Mmaso’ laat die laatste horen dat je niet constant ‘bruv’ en ‘innit’ moet rappen om verschroeiende grime te maken. Harde, industriële beats en een moordlustige flow zijn meer dan voldoende. Al is Ecko Bazz vooral een schaap in wolfskleren: tijdens zijn optredens predikt hij niet het geweld waar de grimescene berucht om staat, maar brengt hij hartverwarmende boodschappen vol liefde en verbintenis. (Tobias)
Ethel Cain – Preacher’s daughter
Hoe is het om als trans vrouw op te groeien in een oerkatholieke, ultraconservatieve gemeenschap in de Verenigde Staten? Het antwoord laat zich wellicht al raden. En indien niet is er nog altijd ‘Preacher’s daughter’, het hartverscheurende epos van Ethel Cain. In lang uitgesponnen nummers serveert de artieste ons een mengelmoes van slowcore, indierock en dreampop, waarin haar zangstem dankzij alle reverb even schemerig klinkt als die van de messias waar ze vruchteloos tot zit te bidden, in de hoop een beter leven en een sterkere connectie met haar familie te krijgen. Denk Lingua Ignota, maar dan ingetogen en dromerig in plaats van furieus en allesverwoestend. (Tobias)
Fax Gang – Dataprism
Nee, je speakers zijn niet naar de vaantjes. ‘Dataprism’ klinkt écht zo kapotgeproduceerd, en dat is een heel bewuste keuze. Fax Gang is namelijk een obscuur internetcollectief dat zich specialiseert in ‘HexD’, een afsplitsing van cloud rap die klinkt alsof die opgenomen werd op kaduke Game Boy Colors. Doordat de vocals en de beats zo gecompresseerd klinken, krijgt het geheel een shoegaze-achtige feel. Probeer de teksten vooral niet te begrijpen, maar laat je bij de hand nemen en ontdek de digitale schemerzone van Fax Gang. Voor wie graag toch een béétje herkenbare melodieën te horen krijgt: op het laatste nummer ‘Four walls’ wordt er een beroep gedaan op Parannoul, de Koreaanse shoegazerevelatie van vorig jaar. (Tobias)
Huerco S. – Plonk
Na het alom bejubelde ‘For those of you who have never’ keert experimentele electronica-artiest Huerco S. terug met een synth-rijk album dat niet te categoriseren valt. De Amerikaanse Brian Leeds blaast zijn project nieuw leven in met onder andere het gebruik van scherp geprogrammeerde drums. Op het kwieke ‘Plonk IV’ staan de drums trots aan de basis, op het extreem sfeervolle ‘Plonk VI’ komen deze dan weer uit het niets en zorgen ze voor een interessante progressie. Het resultaat is een wonderlijke langspeler waarin oneindig veel te ontdekken valt. Zo voorspelt de schijnbaar arbitraire notenplaatsing in de opener bijvoorbeeld de melodieën en thema’s van de komende nummers, en krijgen we tegen het einde van het album misschien wel het meest abstracte rapnummer van het jaar voorgeschoteld. (Ismaël)
Isha – Labrador bleu
Belgische rap van onder de taalgrens, dus het is in het Frans te doen. Reden te meer om de staat van het onderwijs op te krikken, want er is buiten het gebrekkig Frans van de Vlaming geen reden waarom ie niet plat gespeeld zou worden op de Belgische radio en onze festivals overspoelen. (Bert)
Leikeli47 – Shape up
In de running voor het beste rapalbum van het jaar. En ik luister veel rap. Waarom je ze niet opgepikt hebt? Omdat ze de ballen had om op dezelfde dag als Kendrick Lamar te droppen. En dan tussen de plooien van de tijd verdwenen is. Het beste album van die dag was vreemd genoeg niet dat van K.Dot. (Bert)
More Eaze & Claire Rousay – Never stop texting me
Als genre wordt hyperpop vooral geassocieerd met luidruchtige bassen, enerverende melodieën en een over het algemeen erg hoog ADHD-gehalte. Compleet terecht, natuurlijk. Maar wat gebeurt er als je die basiselementen neemt, en er een flinke scheut ambient en indierock aan toevoegt? Het resultaat is ‘Never stop texting me’, het meest verrassende hyperpop(achtige)album van het jaar. De stem van More Eaze klinkt nog steeds hyperbewerkt, maar klinkt dankzij de sussende beats vol akoestische gitaartjes en rustgevende synths eerder als een droevige alien dan als iemand met een TikTokaccount en een koelkast vol Monster Energy Drinks. Een aanrader voor zowel de avontuurlijke hyperpopfan als de mensen die het genre doorgaans niet kunnen uitstaan. (Tobias)
Otoboke Beaver – Super champon
Hét no-nonsense album van de eerste helft van 2022 moet wel ‘Super champon’ zijn, de nieuwe van Japanse punkband Otoboke Beaver. Op slechts 21 momenten raggen de dames er maar liefst 18 oppeppende gitaarknallers door, die uitblinken in zowel aanstekelijkheid als energie. Mocht je er hierdoor nog niet van overtuigd zijn dat Otoboke Beaver niet rond de pot draait, dan kan een blik op de tracklist misschien helpen. Titels als ‘I am not maternal’, ‘I don’t dish out salads’, ‘You’re no hero shut up fuck you man-whore’ en ‘Dirty old fart is waiting for my reaction’ geven een erg representatief beeld van welke muziek je mag verwachten. (Tobias)
Pastor Champion – I just want to be a good man
Gospel zowaar. Postuum dan nog. Pastor Champion is ondertussen overleden, zijn muziek leeft nog verder. Zijn debuutalbum is dus waarschijnlijk zijn laatste. Knap gitaarspel, goeie stem, typische gospelteksten. Verfrissend geluid in wat je van hedendaagse muziek hoort. (Bert)
Soul Glo – Diaspora Problems
Punk meets hiphop meets awesome. Soul Glo hun laatste album is een brok energie die vlamt van seconde een tot seconde laatste. Die helse trip getuigt van visie, vernuft en onversneden talent. (Bert)
Tiewai – Stickies & Samples II
Genkse rapper die de opvolger van ‘Stickies & Samples’ presenteert. Volume twee is misschien niet zo sterk als de eerste, maar desondanks toch een must listen voor wie van rap houdt en het graag in het Nederlands hoort. OG van de Limburgse scene, nog altijd op niveau. (Bert)
True Champions Ride On Speed – HARS
Belgische underground legendes die uit het niets terug keren met een album vol strakke, harde rock. De oude fans zullen zeker aan hun trekken komen, maar het kan bijna niet anders of er zullen een hoop nieuwe bij komen. Zeker na dit promotekstje, waarna je op je Youtube link klikt en zo helemaal betoverd wordt. (Bert)
Whitearmor – In the abyss: music for weddings
Zelfs de meest misantrope ziel zal bekoord worden door de tederheid van dit album. De Drain Gang-producer Whitearmor toont op dit project alle mogelijke kleuren van ‘huwelijksmuziek’. Of er nu corny momenten tussen zitten of niet – de Zweedse artiest tovert bloedmooie composities bovenop een hemelse sounddesign. Tip: beluister het album op een treinrit terug van een bijzonder feestje. (Ismaël)
Yung Lean – Stardust
Er zijn ondertussen al liters inkt gevloeid over de manier waarop TikTok de muziekindustrie herschapen heeft. Een van de geinigste en verrassendste voorbeelden daarvan was de manier waarop Yung Lean opnieuw viraal ging met zijn doorbraakhit ‘Ginseng strip 2002’, negen jaar nadat hij er het internet voor een eerste keer mee verwarde. Kort na die hype dropte Leany zijn nieuwe mixtape ‘Stardust’, al zal hij daar zijn nieuwe fans mogelijk weer mee vervreemden. Een klein decennium later is de sadboy namelijk niet gestopt met experimenteren, en ondertussen evolueerde hij van melancholische internetrapper naar een soort elektronische singer-songwriter. Op ‘Stardust’ voegt hij daar nog enkele geinige probeerseltjes aan toe, zoals een post-punktrack met FKA twigs die als Alice Glass klinkt, en een melancholische clubbanger met Skrillex achter de knoppen. (Tobias)