Kunstencentrum Vooruit stond dinsdag even in de nationale belangstelling omdat Nirvana er exact dertig jaar geleden een historische show speelde. Niemand beter om in diezelfde zaal nostalgici een welgemikte trap richting de hedendaagse rockgeschiedenis te geven dan John Dwyer en zijn Osees.
Voorprogramma Automatic greep echter eerst nog verder terug naar het verleden. Omdat frontvrouw Izzy Glaudini het naar eigen zeggen gehad heeft met gratuite gitaarsolo’s, heeft ze haar snarenplank ingeruild voor synths. Als trio brengt Automatic klassieke maar catchy new wave, waarbij het contrast tussen de vrij statische band en een beweeggraag publiek opviel. Drummer Lola Dompé nam af en toe de zang over en kwam ook even naar voren, maar verder leek Automatic nogal op – jawel – automatische piloot te spelen.
Na afloop van de show van Osees vroeg iemand aan de merch- en geluidsman wat de recentste platen van de band waren. Hij probeerde uit te leggen dat er ook remix- en liveplaten op de toog lagen, en besloot met “It’s complicated”. Dat kan ook gezegd worden over de vele wissels die John Dwyer de voorbije jaren doorvoerde op vlak van naam, stijl en bandbezetting. Eén constante bleef gelukkig ook in Gent overeind: je gaat niet zonder okselvijvers en nekpijn naar huis.
Een week eerder mocht Dwyer nog cureren op Nederlands festival Le Guess Who?, waar hij zondagavond met Osees speelde voor een aanvankelijk zittend publiek. Aanvankelijk, want uit concertverslagen blijkt dat het Nederlandse publiek vrij snel stoelen en afstandsregels aan de kant schoof. In de Vooruit duurde het tot derde nummer ‘Tidal wave’ vooraleer de massa aan het kolken ging en bekers samen met mondmaskers door de lucht vlogen. En zo ging het nog anderhalf uur verder.
Tussen alle chaos en beukende riffs in behielden drummers Dan Rincon en Paul Quattrone de boel bijeen met de nauwkeurigheid van een Zwitsers horloge. Soms afwisselend zoals tijdens ‘Jettisoned’, dan weer als één stuwend front in ‘Web’. Het traag ontbrandende ‘Sticky hulks’ kreeg de eerste crowdsurfer in de lucht, terwijl Dwyer de massa dirigeerde met z’n gitaaruithalen en energieke podiumpresence. Geen nood aan extra publieksmennerij of spelletjes hier: Dwyer ramde vastberaden verder op z’n snaren en zag dat het goed was.
Natuurlijk werd ‘The dream’ een extatische ervaring, een door heel de zaal met open armen ontvangen uitnodiging om ledematen en nekwervels los te gooien. En natuurlijk was er ruimte voor uitgesponnen jamsessies en geëxperimenteer met gitaarkabels en cymbalen. De nadruk lag hier niet op het voorstellen van een nieuwe plaat – tussen elke Belgische show van Osees verschijnen er zo’n drie a vier albums – maar op een omvattende en uitzinnige trip doorheen de lijvige discografie van deze garagerock-iconen. Het leverde ruim anderhalf uur escapisme op in zo’n twintig snoeiharde songs. En zo schreef Osees opnieuw een beetje rockgeschiedenis in De Vooruit.