Het afgelopen jaar klonk electronica nog nooit zo escapistisch en bevrijdend dan wel hoopgevend en destructief. Ergens is dat een logisch gevolg omdat artiesten zich altijd wel op een of andere manier zullen aanpassen aan een steeds veranderende realiteit. Desalniettemin kon je het snakken naar hedonisme nog nooit zo hard voelen als afgelopen jaar. Door Yannick Verhasselt en Daan Leber.
Tijdens de lockdown werd al snel duidelijk hoe snel, veelzijdig en flexibel artiesten, platformen etc. zijn om in de mate van het mogelijke zaken te organiseren voor ons luisteraar, (club)bezoeker en concertganger. Zo kwamen dj-mixes nog meer in de verf te staan. Sommige artiesten sloegen aan het streamen of speelden via hun huiskamer een setje. De meest toonaangevenden hierin was hoogstwaarschijnlijk de kliek rond A.G. Cooks PC Music-label en 100 gecs. De hyperpop-gang organiseerde streams (al dan niet voor goede doelen of vzw’s) aan de lopende band om nieuwe muziek of visuals uit te testen. Zo lanceerde Cook voor beide albums die hij dit jaar uitbracht Zoom-parties waar een aantal collega’s hem vergezelden. Organisaties als C2C, Dekmantel, Unsound of Nyege Nyege sloegen dan weer de handen in elkaar om een online festival op poten te zetten.
Toch was die tweespalt nog nooit zo groot. Zo brachten Kelly Lee Owens, Julianna Barwick, oklou, Ana Roxanne, KMRU of upsammy stuk voor stuk muziek uit die ons liet wegdromen ver weg van de intense, angstige realiteit. Aan de andere kant had je artiesten als Dorian Electra, Duma, Kamixlo, Shygirl etc. die deze tijdsperiode juist als middel gebruikten om zo meedogenloos mogelijk uit de hoek te komen. Het dappere midden was erg klein afgelopen jaar alhoewel Caribou en Four Tet weer fraaie albums uitbrachten.
Aan de andere kant waren er die zich juist ver weg van alles en iedereen verwijderden vooraleer terug muziek uit te brengen. Zo trok Nicolas Jaar zich het voorbije jaar terug van het publieke oog om in complete eenzaamheid te werken aan ‘Cenizas’ en ‘Telas’. Daniel Lopatin ofte Oneohtrix Point Never dook dan weer terug in zijn archieven en ontpopte zich tegelijkertijd tot meer songwriter dan hij ooit al is geweest. Ten slotte vonden oude rotten als Autechre, Soulwax, Vatican Shadow, Moodymann, Disclosure of Squarepusher zichzelf weer een beetje uit. Actress bracht dan weer tot twee maal toe één van de meest interessante stukjes idm en microhouse uit zijn hele discografie.
Dankzij de vele uren tijd die vrijkwamen door in lockdown te zitten, konden we ook een pak dieper graven in de underground. Dankzij de Bandcamp Fridays verschenen een heleboel artiesten zonder de reguliere perscyclus op de radar. Een voorbeeld daarvan is FRKTL. Uit het niets verscheen deze Egyptische producer met een meeslepend album dat de bassen niet schuwde (maar dan eerder op een Forest Swords-wijze dan op de dansvloermanier). Het experiment vierde hoogtij, en dat zie je ook gereflecteerd in deze lijst. Beatrice Dillon’s debuut op PAN ging voor een minitieuze en eigenwijze invulling van het “concept” dub. Verder deed The Bug het samen met Dis Fig. Speaker Music vertaalde zijn filosofische beschouwingen in een helaas te actueel en nog steeds nodig album. Nazar greep dan weer terug naar de Angolese burgeroorlog – en uiteraard is die rough kuduro een intense zit. Nídia toonde eveneens dat batida springlevend is. Even intens, maar een stuk minder energetisch, waren de albums van Flora Yin-Wong en Lucrecia Dalt. Die eerste debuteerde op het Modern Love-label van Andy Stott met minimalistische composities die de nodige weerhaken bevatten. De tweede zorgde voor koude rillingen met haar donkere ambient.
Kortom, 2020 was een bijzonder jaar, maar voor liefhebbers van de betere elektronische muziek, vooral ook een boeiend jaar.