Header image

Indiestyle luistert: Kate Bush

door Mattias Goossens

Naarmate de lockdown vordert, krimpt het lijstje met nuttige bezigheden. Daarom willen we jullie graag aansporen om jullie tijd nuttig te besteden, en wel door te luisteren naar volledige discografieën van artiesten waar je niet helemaal mee vertrouwd bent. Dat doen we onder de noemer ‘Indiestyle luistert’. Zelf zin om aan deze reeks mee te werken? Neem hier een kijkje en mail de artiesten die je wil ontdekken door naar info@indiestyle.be. Hier vind je een overzicht met alle luisterdagboeken.

Rolmodel voor vrouwelijke muzikanten, samplepionier, new age-icoon én actrice: Kate Bush haar biografie is even rijkelijk gevuld als haar albums. Weinig artiesten die zowel in hun persoonlijke als professionele leven zoveel mysterie oproepen. Hoog tijd dat drie niet-ingewijden Ben Demeyer, Mattias Goossens en Niels Danzon kennis maken met Kate Bush.

Hoe goed ken je de artiest al?

Over Kate Bush weet ik eigenlijk niet zo veel. Voor mij is ze zo’n mysterieuze legende, een van vroeger indertijd weetjewel? Dat ze vrij jong bekend is geworden met haar nummer over die klassieke roman (‘Wuthering heights’ toen ze 18 was, heb het opgezocht), dat haar stem vooral de hoge noten opzoekt. En had zij een paar jaar geleden geen hoop concerten achter mekaar ergens in Engeland? Enfin, Ik verwacht dat ik heel wat nieuwe dingen zal ontdekken, waarbij bij een aantal nummers ‘mijne frank’ zal vallen. Zo van “och, ik wist niet dat dat nummer van Kate Bush was?!” (Ben)

Nadat ik vorige week met Björk een gapend gat in mijn muzikale kennis dichtte, is het deze keer de beurt aan een andere popvernieuwster. Ik ken uiteraard de hits, maar heb via interviews en korte documentaires ook al een inzicht gekregen in de rol die Bush heeft gespeeld in de opmars van vrouwelijke muzikanten. Ze was niet voor niets de eerste Britse artieste die met een zelfgeschreven nummer op één stond in de hitlijsten (met haar debuutsingle ‘Wuthering heights’ dan nog wel). Hier heb ik heel veel zin in. (Mattias)

Momenteel tast ik nog volledig in het duister over Kate Bush. De namen van haar populairste liedjes zeggen me wel iets, maar haar hoge stem bekoort me niet meteen. (Niels)

The kick inside (1978)

Wat me opvalt aan dit debuut is hoe rijkelijk het instrumentaal gevuld is, terwijl het verre van kakofonie is. Je kan geen instrument bedenken, of het staat erop. Tegelijk met de eerder theatrale instrumentatie klinkt ‘The kick inside’ ook kinderlijk (niet kinderachtig) en onbezonnen, wat me wel aanstaat. En opnieuw, zo straf dat ze dit klaarspeelt op haar negentiende. (Ben)

Dit kan tellen qua eerste kennismaking. Wat een aanwezigheid op zo’n jonge leeftijd en met zo weinig ervaring. ‘The kick inside’ klonk destijds waarschijnlijk even zweverig en romantisch als nu, maar het geeft het ook een heel tijdloos karakter dankzij de nadruk op piano, fluit, en andere folk-instrumenten. Haar debuutsingle ‘Wuthering heights’ is natuurlijk een uitblinker, maar ook ‘Strange phenomena’ en ‘Oh to be in love’ klinken hitgevoelig en tegelijkertijd allesbehalve gefabriceerd. Zelfs in 2020 klinkt het nog steeds als iets dat ik nergens anders al hoorde. Zo goed dat ik het meteen drie keer na elkaar luisterde. (Mattias)

Het heeft me meerdere luistersessies gekost om een opinie te kunnen vormen over dit album. Initieel liet het een erg dromerige indruk op me na, de lyrics zouden perfect kunnen gaan over een prille tienerliefde. Hoewel ik dit eerst zo ervoer, bleek bij nader luisteren dat achter de dromerige instrumentals een diepgaand verhaal zit. Al bij al vind ik het een erg solide album maar het duurde wel even voor ik het in zijn geheel kon appreciëren. (Niels)

Lionheart (1978)

Veel meer ingetogen dan het debuut, maar door haar wilde hoge stemgeluid doet ‘Lionheart’wat eclectisch aan. Er is vooral eerder rustige pianomuziek te horen, tot aan het laatste nummer ‘Hammer horror’ waarin Kate toch nog losbarst in een rockanthem. En wie anders dan zij komt er weg met een album te laten eindigen met een gongslag. (Ben)

Deze heb ik met dank aan mijn vader in de platenkast staan, al had ik er nog nooit naar geluisterd. Ik heb het even moeten dubbelchecken, maar ‘Lionheart’ is effectief in hetzelfde jaar uitgebracht als ‘The kick inside’ onder druk van haar platenmaatschappij. Dat hoor je een beetje, want de nummers hebben niet dezelfde grandeur of impact als haar debuut. Dit is een meer klassieke pianofolk-plaat die klinkt als een boek van Jane Austen. Ik was een beetje teleurgesteld, maar dat kan mogelijk aan de hoge verwachtingen liggen die ik na ‘The kick inside’ had. Afsluiter ‘Hammer horror’ bleef wel hangen.

In tegenstelling tot het eerste album zit er naar mijn mening veel minder diepgang op ‘Lionheart’. Het album is zeker geen complete flop en in bepaalde opzichten makkelijker te verteren dan ‘The kick inside’. Ze blijft erg trouw aan haar eigen dromerige stijl maar kleurt minder buiten de lijntjes. Persoonlijk vind ik het een album dat perfect kan dienen om de stilte van een studeersessie op te vullen. Voor het derde album hoop ik op de chaotische emotie van ‘The kick inside’ en de luchtigheid van dit album. (Niels)

Never for ever (1980)

Het was op eerdere albums al duidelijk dat instrumentatie belangrijk is in Kate’s nummers, en dat wordt extra duidelijk op ‘Never for ever’. Van drumcomputer tot harp tot iets klarinetachtig, het passeert allemaal en krijgt zorgvuldig zijn plaats toegewezen in de song. Naast minihit ‘Babooshka’ vond ik vooral ‘Delius’ enorm schoon. (Ben)

En daar zijn de drumcomputers en synthesizers. De folk van de vorige platen moet plaats ruimen voor meer artpop. Mij doet het niet zo veel, het klinkt ook wat gedateerd en Bush haar vocale gehinkel is niet altijd even fijn om aan te horen, zoals in de geforceerde dadrocker ‘The wedding list’. Haar hit ‘Babooshka’ kende ik al, verder heb ik enkel het walsje ‘Army dreamers’ en afsluiter ‘Breathing’ neergekrabbeld. (Mattias)

Dit album is exact waar ik op wachtte. Het voelt als een aangename synthese tussen ‘Lionheart’ en ‘The kick inside’. De nummers vloeien mooi over in elkaar en geven me zin om een hele voormiddag sigaretten te roken in de felle lentezon. Hoewel de plaat me erg bevalt, denk ik wel dat ik ze niet op repeat zou kunnen luisteren. Het nummer ‘Army dreamers’ doet me op een zekere manier denken aan Amélie Poulain. (Niels)

The dreaming (1982)

Op ‘The dreaming’ kiest Kate Bush voor een meer sober geluid, maar daarom niet meer sobere nummers. Ze heeft immers nog steeds die kopstem die alle kanten op scheurt. Ze toont aan op dit album dat ze al die zotte instrumenten niet per se nodig heeft om een sterk resultaat neer te zetten. Al merk ik dat ik haar muziek toch leuker vind als er rare fluiten en orgels aan te pas komen. (Ben)

Ik begin haar stilaan geldingsdrang te verwijten. Zeker wanneer ze op deze plaat haar stem gaat vervormen, wordt het me bij momenten te theatraal. Nummers vallen enkel op omdat ze vervelend klinken. ‘There goes a tenner’ lijkt uit een musical te komen, ‘Houdini’ klinkt geconstipeerd en het ezelkoor in afsluiter ‘Get out of my house’ doet jeugdnachtmerries na het zien van Pinocchio naar boven komen. (Mattias)

Het album ‘The dreaming’ stelt me enerzijds erg tevreden maar brengt me anderzijds ook een beetje in verlegenheid. Vanaf het eerste nummer lijkt het me dat ze eens echt haar eigen zin heeft gedaan. Het voelt alsof ze alle woede uit haar vorige albums heeft gekookt en ze dit extract aan verontwaardiging in een album heeft gegoten. De vaak schreeuwerige teksten brachten me dikwijls in de verleiding om het liedje over te slaan, maar intrigeerden me dan toch weer op hun heel eigen manier. Al bij al een goed album om eens naar te luisteren wanneer de woede naar boven komt, maar niet zo een hoogvlieger in mijn ogen. (Niels)

Hounds of love (1985)

Dit album bestaat uit twee delen. In het eerste deel valt vooral het extra bombast in de nummers op. De drums zijn veel prominenter aanwezig, en dat stuwende (vooral in ‘Running up that hill’) spreekt mij wel aan. Kate ontdekt in dit deel de mogelijkheden van samplers en stemvervorming, en die typische jaren tachtig reverb is duidelijk te horen. In het tweede deel dat ‘The ninth wave’ heet, is een compleet verhaal over iemand die ’s nachts op open water moet overleven. In dit deel komt de uitbundige instrumentatie weer boven. Vooral ‘Jig of life’ met zijn traditionele Ierse instrumenten, vind ik heel knap. (Ben)

Op basis van de tracklist keek ik hier het meest naar uit, en Kate stelt me geen enkel moment teleur. Van de iconische opener ‘Running up that hill’ tot het ambitieuze ‘Hello earth’ en prachtige afsluiter ‘The morning fog’ is dit een grootse popplaat, een artistiek statement van een artieste op haar hoogtepunt. Ze gebruikt zowel samples uit oude films als traditionele Ierse instrumenten. En hoewel de eerste helft veel meer toegankelijke hits bevat dan de meer kunstzinnige tweede helft, voelt ‘Hounds of love’ echt aan als een geheel met visie. Ik vergeef haar zelfs de doedelzakken die opduiken in ‘Jig of life’, dat me paniekaanvallen deed krijgen door flashbacks naar volksdans op de lagere school. (Mattias)

Weg met de boosheid en lang leve de romantiek! Het is duidelijk dat de woede-uitbarsting op ‘The dreaming’ Kate Bush heel veel deugd heeft gedaan en ze klaar is om zich te onderwerpen aan alle soorten liefdegevoelens. Een meeslepend album dat alles in zich heeft om de perikelen van de liefde te omschrijven. Ik weet niet waar ze was opgesloten maar ik heb eindelijk het gevoel dat ze zich volledig los laat gaan. Moest ik dit album inbeelden als een voorwerp, dan was het een rollercoaster (aan emoties). (Niels)

The sensual world (1989)

Op dit album weet Kate Bush haar stem meer te kanaliseren. Het klinkt alsof ze wat volwassener is geworden in de vier jaar tussen deze plaat en de vorige, wat ze ook toegeeft in ‘The fog’. Voor mij sprong ‘Deeper understanding’ eruit om zijn new age elementen, en “Rocket’s tail” met zijn indrukwekkende gitaarsolo. (Ben)

Fascinerend album, veel minder theatraal dan haar vorige werk. Ik heb het meermaals beluisterd verspreid over meerdere dagen, maar ik kan er niet precies de vinger op leggen wat me er zo in aantrekt. De traditionele folkinstrumenten spelen een kleinere rol, maar er is ook meer elektronica, met name synthesizers. De vrouwelijke koorzang doet we wat denken aan wat Holly Herndon op ‘Proto’ deed met menselijke stemmen: bevreemdend en aards tegelijk. Sensueel ook, uiteraard. Ik kan me voorstellen dat dit destijds een erg invloedrijke plaat is geweest. (Mattias)

Na ‘Hounds of love’ had ik erg veel schrik om teleurgesteld te worden door dit album. Gelukkig laat Kate Bush op ‘The sensual world’ horen dat ze werkelijk alles aan elkaar kan lijmen met haar honingzoete stem. Ik vind het een mooi album met duidelijke experimentele tinten. Het geeft me zin om te gaan stappen en iedereen in het park te voorzien van hun dagelijkse glimlach, helaas is dit makkelijker gezegd dan gedaan met een mondmasker op. (Niels)

The red shoes (1993)

In de weer vier jaar tussen deze twee albums is er duidelijk vanalles gebeurt in Bush’ privéleven. De nummers hebben een duidelijke link met hartzeer en nieuwe liefde en het aftasten van eigen grenzen. Iets meer melodramatisch dan ‘The sensual world’, maar minstens evengoed. (Ben)

Voor Spotify is deze plaat blijkbaar goed genoeg voor twee remasters, maar ik blijf wat teleurgesteld achter. Na haar vorige albums is ‘The red shoes’ ingetogen, een bijna klassieke pianopopplaat. Hier klinkt Bush voor het eerst alsof ze teruggrijpt naar het verleden, in plaats van haar tijd ver vooruit te zijn. Daardoor klinkt alles heel eighties voor 1993. Op basis van de teksten gok ik dat dit een break-up plaat is. Ik begrijp dat ze daardoor wat minder vooruitstrevend werd, maar in deze reeks valt ‘The red shoes’ wat mager uit. Er is niet echt een nummer dat blijft hangen, en Bush klinkt wat uitgewrongen, klaar voor een pauze van twaalf jaar. (Mattias)

Een aangename stijlbreuk die me bijna dwingt om de beentjes los te zwieren en eens te gaan wandelen. Het album draagt wel een zeker gewicht met zich mee wat zich vertaalt in een iets trager doch expressief geluid. Persoonlijk vind ik het wel een beetje een stap achteruit ten opzichte van de voorgaande albums. (Niels)

Aerial (2005)

‘Aerial’ klinkt een beetje alsof Kate zich twaalf jaar in haar tuinhuis heeft opgesloten, zonder veel afleiding. Langs de ene kant komen daar wel heel unieke nummers uit, zoals ‘Pi’ over het getal pi en ‘Mrs. Bartolozzi’ over een wasmachine. Langs de andere kant (letterlijk, op de b-kant van de plaat) komen dan weer de dingen naar boven waar ze een houvast aan had: het komen en gaan van zonlicht, het ritme van de natuur, en heel veel vogelgeluiden. (Ben)

Ik denk dat het onmogelijk was om de verwachtingen na twaalf jaar stilte in te lossen, en ik denk ook niet dat ‘Aerial’ dat destijds gedaan heeft. Ik luisterde in 2005 vooral naar britpop en garagerock, dus ik denk dat ‘Aerial’ geen indruk gemaakt zou hebben op mijn dertienjarige zelf. Daarvoor is het allemaal wat te gezapig, zelfs een beetje ouderwets. Dat de tweede helft van de plaat in streamingversie versmolten is tot een lang nummer van 42 minuten, helpt ook niet. ‘Pi’ is letterlijk Kate Bush die de decimalen van pi opsomt. Eén keer luisteren is voldoende, al is ‘How to be invisible’ nog wel een groovy slowjam. (Mattias)

Toen ik zag dat Kate Bush maar liefst twaalf jaar deed over dit album, had ik hoge verwachtingen. Bij de eerste luistersessie kreeg ik echter het gevoel, dat deze niet volledig werden ingelost en het album wat pit miste. Het valt me wel op dat er enorm veel tijd is gestoken in het geheel. Globaal gezien zou ik het allesbehalve een middelmatig album noemen, maar ergens ervaar ik een gemis aan dromerige teksten die de dagelijkse sleur doorbreken. (Niels)

50 words for snow (2011)

Bush’ laatste album schreeuwt veel minder om je aandacht dan haar vorige platen, maar klopt rustig op de deur en vraagt om ze mag binnen komen. Je moet dan ook iets meer moeite doen om er de schoonheid van in te zien, en niet af te schrijven als een saaie pianoplaat. Deze op het einde van een albummarathon zetten is dus niet ideaal, maak hier maar een aparte avond voor vrij. (Ben)

Net als de twee voorgangers blijf ik hier wat op mijn honger zitten. Elton John mag dan wel opduiken, het helpt niet om wat welkome schwung in deze doffe plaat te brengen. Dat de zeven nummers gemiddeld acht minuten duren, helpt ook niet. Na ‘Pi’ op ‘Aerial’ is het titelnummer van deze plaat het cringe-momentje, wanneer Bush samen met Stephen Fry vijftig synoniemen en vertalingen van ‘sneeuw’ opsomt. “Bad for trains” is m’n favoriet. (Mattias)

Op een zekere manier heb ik het gevoel dat ik na dit album mijn mening over ‘Aerial’ moet terugnemen. Kate Bush doet wel degelijk nog dromen maar op een volledig andere manier. De melancholie naar vergane tijden wordt in mij geblazen en van begin tot einde heeft Kate Bush me weer in een stalen greep. Ze geeft me zin om te dromen, maar niet over de toekomst. De ideale plaat om mistroostig sigaretten te roken en thee te drinken. (Niels)

Conclusie

Zijn mijn verwachtingen over Kate Bush ingelost? Zeker en vast. Wat ik als inleiding aanhaalde klopt, maar Bush is veel meer dan dat. Mijn mening over Bush is vooral bijgesteld toen ik ontdekte hoeveel zij zelf producete en arrangeerde, en daarnaast ook nog een samplepionier was. Ik zou een marathon van Kate’s album daarentegen niet direct iedereen aanraden. Met haar overweldigende instrumentatie en verhaallijnen lijkt het me interessanter om er bijvoorbeeld eentje per week of maand een paar keer te luisteren, in plaats van allemaal achter elkaar. (Ben)

Deze luisterervaring was alles wat ik ervan verwacht had. De hits die ik al kende, nieuwe popparels waarvan ik nu eindelijk weet dat ze bestaan en veel dingen waar ik nooit meer naar wil luisteren. Ik heb heel veel respect voor Kate Bush als persoon en artiest, maar er zijn veel van haar nummers die me niets doen. Zeker de vele progrock/folk voelt wat gedateerd aan. Door alles chronologisch te luisteren viel me ook op dat ze ‘Hounds of love’ nooit meer heeft kunnen evenaren. Dat was waarschijnlijk niet haar bedoeling, al doen de lange pauzes tussen de opvolgers me vermoeden dat er op creatief vlak wat moeilijkheden waren om mee te evolueren met de rest van de wereld. En zo blijft Bush voor mij vooral een eightees-enigma. (Mattias)

Mijn eerste kennismaking met Kate Bush was zeker niet slecht en ik denk dat ik in de toekomst wel zou durven om haar muziek nog eens te beluisteren. Er is zeker en vast sprake van muzikale evolutie die haar stijl enkel nog meer charme geeft. Persoonlijk vind ik ‘Hounds of love haar hoogtepunt waar ze niet meer is over geraakt. Al bij al kan ik zeggen dat ik blij ben om deze artiest te hebben beluisterd en dat haar stijl me zeker zal bijblijven. (Niels)