De toekomst van pop voorspellen is schier onmogelijk. Beschouw dit artikel dan ook niet echt als een profetie, maar meer als een uiteenzetting – met een fijne clickbaittitel – over het potentieel van Brakence, een singer-songwriter-producer die het, als alles goed gaat, nog ver gaat schoppen.
Wat je moet weten: Brakence is een achttienjarige jongen uit Columbus, Ohio. Zijn echte naam blijft voorlopig anoniem, tot voor kort verborg hij ook steevast zijn gezicht. Die face reveal kwam er niet toevallig rond de release van zijn zijn nieuwe album ‘punk2’, dat eind maart verscheen.
Daarvoor was er al heel wat muziek op het internet verschenen in de vorm van ep’s en losse singles. Op vijftienjarige leeftijd bracht hij zo ‘Hypnogogia’ uit, een project waarop hij duidelijk nog zoekt naar een eigen identiteit. In interviews gaf Brakence aan dat de invloeden op die ep kwamen uit muziek van onder meer Baths, (Sandy) Alex G, Milo en Eden, de Ierse singer-songwriter die rond 2016 eventjes stevig furore maakte.
Fans van die laatste zouden over later werk van Brakence zeggen dat de vergelijkingen met hun idool wel erg groot waren, hoewel daar initieel niet veel van viel te merken. ‘Hypnagogia’ klonk veel meer als een standaard slaapkamerproject van die tijd, met invloeden uit (post)dubstep en oldschool hiphop. Voeg daar nog glitchy geluiden en vocals à la Chet Faker aan toe, en je krijgt zo ongeveer het volledige plaatje van het project, dat zich al wel onderscheidde maar duidelijk nog in de startblokken stond.
De oude invloeden zijn op ‘punk2’ ongeveer volledig verbannen en vervangen, maar de premisse blijft ergens wel dezelfde: emotionele slaapkamerpop die een rist aan inspiraties versmelt tot een originele nieuwe sound. Waar Brakence’s oude muziek nu wat gedateerd overkomt, klinkt de nieuwe onwaarschijnlijk actueel. Laat dat nu ook meteen de grote sterkte van dit project zijn. Op een weinig geforceerde manier komen invloeden van The 1975, Lil Peep, Pinegrove, Brockhampton, Frank Ocean en 100 gecs samen tot de soundtrack van een coming-of-age-verhaal.
Enkele van de songs op zijn debuutalbum zijn ook gewoon heel sterk. Ze gaan over seks, liefde en drugs, weinig opzienbarends, maar Brakence brengt ze echt goed. Hij heeft doorheen de jaren sterk aan zijn zang gewerkt en dat loont: de vocals van deze zelfverklaarde self-care punk kanaliseren het betere emowerk en gaan moeiteloos van kwetsbare Bon Iver-kopstem naar doorleefd geschreeuw, met als kers op de taart momenten waarop zijn stem stijlvol breekt. Samen met de crunchy producties zorgt het ervoor dat zijn songs er in een gemiddelde afspeellijst makkelijk uit springen.
Dus, waar te beginnen? ‘Dropout’ vormt een goede introductie, een simpel liedje boordevol ideeën en lyrics representatief voor de hele plaat. Het is ook een waanzinnig catchy nummer. ‘Fwb’ teert nog iets harder op opgefokte beats en tienerdrama, en evolueert richting einde plotsklaps tot een indierock-song, best vet. ‘Rosier/punk2’ leent, tot slot, soms iets te veel van Frank Ocean, maar switcht wel sterk tussen internet-folk en emopunk met een gecs-achtige-productie.
Hoe commercieel succesvol zo’n sound kan worden, moet nog maar blijken. In een post-Billie Eilish-landschap gevuld met emo-rappers die steeds softer of net meer richting rock gaan, lijkt me veel mogelijk. Hij is bovendien nog jong, ziet er goed uit en heeft een manager die werkt als songwriter en A&R voor grote labels (Elektra Music Group). Brakence hoeft alvast niet te klagen over de nodige support: in de albumroll-out werd hij onder meer opgepikt door The Fader en Ones To Watch, de blog van Live Nation. Spotify zette nummers van hem in een aantal playlists, waaronder de invloedrijke ‘New nusic friday’ en ‘Anti pop’. En moest de mainstream niet zo uitpakken, dan heeft hij nog steeds de steun van Anthony Fantano.
In deze nieuwe rubriek gaat Thomas Konings tweewekelijks dieper in op trends in de popmuziek.