De derde en laatste dag was er een die voor ons vooral in het teken stond van hypnotiserende bassen hoewel die dankzij DJ Bus Replacement Service toch op een uitbundige noot eindigde. Onze benen hadden het al redelijk zwaar te verduren gekregen. Niet alleen begon de drie kwartier durende wandeling huiswaarts stilaan zijn tol te eisen tevens was de pendelbus richting Vilvoorde ook nog eens net in pauze waardoor we maar te voet naar het terrein gingen. Desondanks gaven we met veel plezier nog onze laatste beetjes energie over aan de platendraaiers die de uniek ontworpen podia nog in de finale van ons weekend van muziek kwamen voorzien. Gelukkig kenden we onze weg op het terrein ondertussen behoorlijk goed, want omdat de bezoekers aangemoedigd werden om de lichtjes die overal rondgestrooid waren mee te nemen, werd het festival elke dag iets minder licht. – geschreven door Daan Leber & Tobias Cobbaert, foto door Horst.
Eerlijk is eerlijk, initieel wilde ik Simo Cell enkel zien omdat ik de naam al eens ergens had zien passeren. Gelukkig pikte ik nog een ruime portie mee van zijn set op The Opposite of Lost. De Franse dj en producer koos voor een uiterst relevante sound die vooral gebaseerd was op hedendaagse UK bass. Dit hield uiteraard in dat vooral de subwoofers tot hun uiterste werden gedreven. Naast de typische bass bleef Simo Cell het geheel interessant houden door aanliggende (sub)genres als tribal of gqom te verwerken in zijn platenkeuzes. Vergelijkingen met wat pakweg Batu draait, waren dan ook niet uit de lucht gegrepen. Als afsluiter opteerde hij voor een jungle-reggaenummer met halverwege pianotonen die zo uit UK hardcore waren geplukt waardoor ik meteen fantoomnostalgie had naar de vroege jaren ’90 waar die genres nog veel dichter bij elkaar lagen dan nu het geval is. (Daan)
Met John Talabot en Orpheu The Wizard deelden opnieuw twee heel interessante DJ’s de draaitafels van de 90*360-stage. Talabot ken je waarschijnlijk van het uitstekende album ƒIN (2012) of zijn samenwerking met Axel Boman als Talaboman. Orpheu The Wizard is naast een uiterst veelzijdige dj ook de oprichter van het Nederlandse Red Light Radio.
Op basis van Talabots werk mochten we ons verwachten aan deep house en die verwachting werd van bij de start ingelost. De bedwelmende selectie, waarbij gretig, zonder gratuit te zijn, geplukt werd uit etnische geluiden en ritmes was initieel perfect om aan de zijkant de benen te laten rusten en mentaal in de juiste plek te raken voor hun set. Lang duurde dat echter niet; op het halfuur passeerde een diepe housetrack met percussie die aanvoelde als een oorlogstrom, wat meteen opgevolgd werd door trage droge techno. De hint van het duo volgden wij gretig op, en het volgende anderhalf uur bleek een intense en dansbare trip. Hoewel het tempo nooit in overdrive ging, bleven John Talabot en Orpheu The Wizard de dansvloer meesterlijk te bespelen door middel van new wave en ebm die ook bij Job Jobse niet mis zouden staan. Naarmate hun set vorderde, verschoof de focus langzaam maar gestaag naar een meer electro-georiënteerd geluid, terwijl het tempo aan dezelfde, lagere, kant bleef. De set bevatte geen echte pieken waardoor we ons eerder in een uiterst genietbare trance waanden. (Daan)
De set van Giant Swan begon erg onheilspellend met duistere drones en industriële smurrie. Al snel drongen echter de zware, snelle beats doorheen de geluidsmix. De hele stage was gehuld in een dikke mist die het claustrofobische karakter van de aardedonkere techno goed complementeerde. In de verte konden we vaag de silhouetten van het duo ontwaren die zelf ook aan het bokken waren op hun muziek. omdat we één van de twee schaduwen soms naar een microfoon zagen grijpen wisten we dat er ook vocals in het optreden aanwezig waren hoewel we die vaak niet konden horen omdat de beats ze volledig overstemden. Ietwat jammer, want op plaat voegen de vocals vaak een atmosferisch element toe aan de muziek van Giant Swan en dat ging nu wat verloren. Desalniettemin konden we erg genieten van de zware techno, metalige snares en kille sfeerschepping. (Tobias)
Terwijl de memelords bij DJ Bus Replacement Service waren, en het Instagram-chique volk naar Motor City Drum Ensemble was afgezakt, koos ik als afsluiter van Horst 2019 voor Bambounou. Om in thema te blijven, voerde bassmuziek opnieuw de boventoon. In tegenstelling tot Simo Cell eerder op de dag, koos Bambounou ervoor de grenzen van het genre volledig te exploreren zonder echt andere sounds in de mix te verwerken. Op de drie andere podia stonden net iets toegankelijker artiesten geprogrammeerd. Het publiek dat na verloop van tijd overbleef werd langzaamaan opgejut tot een geestverruimend delirium. Hoe verder de set vorderde, hoe meer het tempo subtiel opgeschroefd werd, onder meer door een klein streepje singeli. Opnieuw geen “handjes in de lucht”-momenten echter bleek Bambounou een uiterst relevante afsluiter voor een select aantal bezoekers. (Daan)
DJ Bus Replacement Service staat erom bekend om werkelijk alles in haar sets te betrekken en zo enorm onvoorspelbaar te draaien. Naar goede gewoonte nam Doris Woo plaats aan de booth in haar Kim Jong Un-masker. Ze opende met een track van Paula Temple, waarmee ze nog een logisch vervolg breide op de set van Giant Swan die net voorbij was. Wat verder in de set lag de focus duidelijk nog steeds op hardere, dansbare tracks, maar de keuzes werden wel wat gewaagder. Zo hoorden we bijvoorbeeld meerdere hardbass nummers en een tragere, bass boosted versie van Jay Mitta’s ‘Tatizo Pesa’. Andere noemenswaardige momenten waren een banger opgebouwd rond een kinderkoor, een gabbertrack met samples van Ozzy Osbournes ‘Crazy train’ en een hardcore remix van de Spice Girls. Ook het einde was fantastisch: als voorlaatste nummer draaide ze het beenharde ‘Sangkakala II’ van Gabber Modus Operandi om meteen daarna af te sluiten met een discoremix van Linkin Parks ‘Numb’. Omdat het leeuwendeel van de set wel rond harde 4/4 ritmes draaide was de set misschien iets conventioneler dan dat we van haar hadden verwacht, desalniettemin blies DJ Bus Replacement Service nog steeds het dak van de Ceiling For a Crater-stage met een atypische, euforische set vol heerlijke stampers. (Tobias)
Zo viel het doek over drie dagen aan uitdagende elektronische muziek. We zagen sets die gingen van bedwelmende bassmuziek die ons in een roes bracht tot kletsende gabber waar we keihard op konden stampen en nog van alles tussen de twee uitersten. De unieke locatie kreeg enorm veel karakter mee door z’n industriële sfeer tevens door de focus op moderne kunst. Op een paar ergernissen na (voornamelijk het feit dat we voor drinken meer moesten betalen omdat we niet met Payconiq konden werken) kunnen we stellen dat Horst Festival 2019 een schot in de roos was.