Dag twee van Down The Rabbit Hole was er een met vele pieken, maar werd tevens getekend door een overtrekkende regenbui die niet enkel de festivalgangers parten speelde.
’s Ochtends was het nog zonneschijn alom, wat de Zambiaans-Britse rapster Sampa The Great als gegoten zat. Met een mix van soul en rap warmde ze samen met de zon de Fuzzy Lop op. Het mocht misschien “nog maar” kwart voor één zijn, de tent was tot aan de rand gevuld en de jonge artiest kreeg iedereen mee met haar teksten. Het was een frisse verschijning, niet alleen op Down The Rabbit Hole maar eveneens in het algemene raplandschap: waar vele beginnende artiesten in het genre teruggrijpen naar een trapbeat, was die bij Sampa The Great ver te zoeken. Zij ging op ontdekkingstocht langs genres als bijvoorbeeld soul, wat zorgde voor een interessante fusie van verschillende stijlen. Tegelijkertijd hoorden we duidelijk bekenden uit het rap-genre de revue hoorden passeren. Zo gaf ze bijvoorbeeld haar eigen draai aan ‘Alright’ van Kendrick Lamar en ‘Doo wop that thing’ van Ms. Lauryn Hill. Het publiek genoot en wij ook. De aftrap van dag twee door Sampa The Great stond in fel contrast met hoe dag één op gang getrokken werd.
In Teddy Widder stond vervolgens Maribou State op de planken. Ook zij kregen de tent gevuld en alle aanwezigen bleken het helemaal naar hun zin te hebben. Wij waren echter niet volledig overtuigd. Laat ons beginnen met het positieve: de vocals van Holly Walker waren haarscherp, er zat een vrouw aan de drums, wat we (net zoals eerder bij Low) erg kunnen appreciëren, en de elektronisch alternatieve muziek die de groep bracht, was degelijk. Maar laat dat nu net zijn waar het schoentje wrong: de muziek was degelijk en niet meer dan dat. De markt voor elektronische alternatieve muziek is tegenwoordig zo verzadigd dat er meer dan “degelijk” nodig is om te kunnen overtuigen. Die extra touch bezat Maribou State jammer genoeg niet. Ik hoorde mensen vergelijkingen maken met indie-groep Oh Wonder, wij vonden dat de muziek wat weg had van Bonobo of een Leon Vynehall, alleen hebben deze twee die touch wél. Maribou State is een band die goed is voor op festivals: je leeft je uit, je danst, je tiert, na een uur is het gedaan en ga je, lichtjes bezweet, verder naar het volgende concert.
Dat volgende concert was Kamasi Washington, een jazz-god met saxofoon. Na Grace Jones de dag ervoor zorgde Washington voor een tweede hoogtepunt. Funk, soul, jazz, sporen van de muziek typisch voor Blaxploitation-films en zelfs r&b werden in een blender gekieperd, en het resultaat ervan kregen we gisteren een uur lang in Teddy Widder geserveerd. Laat ons dit zeggen: het was om duimen en vingers bij af te likken en eens voorbij snakten niet alleen wij, maar heel het publiek naar meer. Kamasi Washington wordt vaak (onterecht) als jazzmuzikant omschreven, terwijl hij zoveel meer is dan dat. Hij maakt muziek in de meest pure vorm, die hij laat primeren doorheen heel het concert. Het viel ons dan ook op dat de zangeres aan de zijkant van het podium geplaatst was en dat de instrumenten front and center stonden. De muziek centraal zetten is één ding, en er dan ook nog eens echt van genieten en dat genot met het publiek delen, is iets anders. Kamasi Washinton en co. slaagden daar echter moeiteloos in. Hij moest nog maar zijn lippen aan de saxofoon zetten en de festivalgangers waren niet meer bij te houden. Het was een hoogmis van klanken, met de Amerikaanse muzikant als hogepriester. “I don’t have to look like you, to love you. I don’t have to sound like you, to love you” predikte hij, om dan verder te gaan met een nummer waar vijf verschillende melodieën in vervat zaten om de schoonheid van diversiteit tentoon te spreiden. Dit zijn de muzikanten die ertoe doen en waar we de dag van vandaag nood aan hebben. Kamasi Washington was een profeet in de Teddy Wilder en wij waren zijn volgelingen.
Dit bericht bekijken op Instagram
Kamasi Washington live at Down The Rabbit Hole ? #DTRH19 #KamasiWashington #YoungTurks #BeggarsNL
Met Kamasi Washington vertrok ook de zon en verschenen er donkere wolken boven het festivalterrein die steeds meer water loslieten. Het resultaat: mensen die zochten naar plekken waar ze droog bleven. Een evidente keuze was dan Teddy Widder, waar het podium werd klaargezet voor de IJslandse componist Ólafur Arnalds. Voor de muzikant was de regen zowel een zegen als een vloek. Een zegen omdat zijn muziek in combinatie met de regen het perfecte melancholische/gezellige gevoel kan opwekken, en omdat die ervoor kan zorgen dat de mensen die droogte zoeken, een artiest ontdekken die ze eerder nog niet kenden. Dat draaide jammer genoeg anders uit, wat ons brengt bij het vloek-gedeelte: de tent was propvol, niet met fans van Arnalds, maar mensen die enkel vluchtten voor het slechte weer en geen interesse hadden voor de muziek van de IJslander. Het resultaat was geroezemoes dat bij tijden de tedere muziek overstemde en volledig de stemming brak. Beweren dat de gebrekkige sfeer volledig aan het publiek te wijden was, is echter wat kort door de bocht: ook de techniek werkte niet volledig mee, met klanken die wegvielen en kabels die moesten worden vervangen. Bovendien zijn we ervan overtuigd dat Arnalds’ muziek beter zou werken in een zaal dan in een festivaltent. Jammer.
Ietsje verderop in de Fuzzy Lop stoomde Mahalia zich klaar. Netjes op tijd verscheen de jonge Britse om een uur lang r&b pur sang op ons af te vuren. Met een soulvolle stem, scherpe lyrics, een aandoenlijke persoonlijkheid en tonnen, wat zeggen we, váten vol energie, zette ze de tent in brand. Denk: een combinatie van de jeugdigheid van Jorja Smith en de vlijmscherpe lyrics van Lily Allen, maar dan nog beter. In een overall van Nike danste ze van de ene kant van het podium naar de andere, leek ze iedereen in het publiek een stukje persoonlijke aandacht te geven, maar genoot ze bovenal van het uurtje dat ze met ons kon delen. Tussen de nummers door leerden we de persoon achter de nummers kennen, haar leven, haar ups en downs, allemaal terwijl ze van een theetje nipte. Mahalia zong over ex-liefjes, over vrouw-zijn, over eigenaar zijn van je eigen lichaam, en dat alles met een ongelofelijk krachtige stem. Ook de Cardi B-cover van ‘Be careful’, die ze uitgebreid vervlocht met ‘Ex-factor’ van Ms Lauryn Hill, viel bij ons zeer in de smaak. De Britse sloot haar concert af met tranen in de ogen, terwijl ze haar liefde en dankbaarheid betuigde aan het publiek: woorden die we al vaker hoorden van artiesten, maar uit de mond van Mahalia oprechter klonken dan bij anderen. Voor een uurtje konden we even de regen vergeten en wist de zangeres zich op te werken tot het derde hoogtepunt van deze editie van Down The Rabbit Hole.
Dit bericht bekijken op Instagram
Vampire Weekend back in business?♀️ #downtherabbithole #dtrh #vampireweekend
Met de soulvolle passage van Mahalia brak de zon weer door de wolken en ontstond er een regenboog over de Hotot waar Vampire Weekends Ezra Koenig als een waar podiumbeest ons het betere gitaarspel toonde. Een goed voorbeeld van zijn magische vingers spreidde hij tentoon tijdens ‘Cousins’ – woorden die bij ons opkwamen: razendsnel, duizelingwekkend, impressionant. Maar genoeg over zijn gitaarspel, hoe was het concert eigenlijk? Meer dan degelijk, met slechts één probleem: een uur is te weinig. Vampire Weekend heeft over een periode van elf jaar vier albums uitgebracht. Niet alleen zijn dat er te veel om in een uur te proppen, op elf jaar is niet enkel de sound van de groep, maar ook die van de muziekindustrie in het algemeen drastisch veranderd. Om dat allemaal coherent aan een publiek te presenteren, is er simpelweg nood aan meer tijd. Koenig deed zijn best om uit alle vier z’n platen te putten (met natuurlijk net dat tikkeltje meer uit meest recente release ‘Father of the bride’), al bleven we jammer genoeg wat op onze honger zitten. Wat niet per se negatief is, want we snakten gewoon naar meer.
Na Vampire Weekend leek het of heel Down The Rabbit Hole afzakte naar Teddy Wilder, waar Thom Yorke voor een dik uur ons de crème de la crème van de elektronische muziek zou tonen. Tot ver buiten de tent probeerden mensen een glimp van de Brit op te vangen of stonden ze gehypnotiseerd naar een van de schermen te kijken. Yorke is al een tijdje naam aan het maken: lang gebeurde dat via Radiohead, maar de laatste jaren ook meer en meer als zichzelf. Gisterenavond bewees de Brit volledig op zichzelf te kunnen staan en dat hij meer is dan enkel een lid van Radiohead. Intrigerende muziek met een knappe lichtshow en bezwerende visuals, dat is de meest concrete beschrijving die we van zijn concert kunnen geven. En aan de filmliefhebbers in het publiek werd ook gedacht, met delen van zijn soundtrack voor Suspiria die de revue passeerden. Thom Yorke mikt steeds op het bewerkstelligen van een speciale ervaring, en daar slaagde hij deze keer opnieuw met verve in.