Achttien was ze, toen Bridie Monds-Watson oftewel SOAK tussen de genomineerden voor de Mercury Prize stond. Een van de jongste genomineerden ooit, die met haar karakteristieke breekbare stem op coming of age-debuutplaat ‘Before we forgot how to dream’ een intieme inkijk gaf in het dagboek van de gemiddelde tiener. Al moet “gemiddeld” hier met een korreltje zout genomen worden, want als homoseksueel opgroeien in de katholieke Noord-Ierse stad Derry – een plek met een van de hoogste zelfmoordcijfers van het Verenigd Koninkrijk – brengt problemen met zich mee waar doordeweekse tienerharten – alle onzekerheden, liefdesverdriet en identiteitscrisissen ten spijt – geen ervaring mee hebben.
Vier jaar, veel homorechtenactivisme en beduidend minder babyvet rond de kaken later is opvolger ‘Grim town’ klaar. Vrolijke titel, zul je denken, en ook intro ‘”all aboard”’ verraadt je mee te nemen op een reis naar mistroostige oorden. “Welcome aboard the southbound Lassitude 432 to Grim Town. If you are standing, please continue to stand. There are no additional seats. Please note this train is for the following categories of passenger only: recipients of universal credit or minimum wage, the lonely, the disenfranchised, the disillusioned, the lost, the grieving. … Please surrender any faith, aspiration or optimism to platform staff if you haven’t already.” Klaag wat je wil over de NMBS, maar ons optimisme mogen we tenminste wel nog netjes in het bagagerek opbergen. Maar goed, samen met SOAK’s bende noodlottigen en een knoop in de maag maken we ons klaar voor een dystopische rit naar de verschillende stinkende hoekjes van de rotste kant van de maatschappij.
De verrassing is dan ook groot wanneer volgende song ‘Get set go kid’ muzikaal verraderlijk vrolijk klinkt. Baadde ‘Before we forgot how to dream’ nog eerder in indiefolk, dan mag het op ‘Grim town’ ietsje meer zijn; de productie is rijker, en de nummers krijgen een poppy songstructuur met vaak een jaren 80-randje. Dat popgeweld is in het begin aangenaam en fris, zeker omdat Bridie erin slaagt het afwisselend en onvoorspelbaar te houden. ‘Get set go kid’ wisselt in het midden van ritmespoor en wordt opgesmukt door een freestylende saxofoon, ‘Everybody loves you’ – muzikaal minder vrolijk – kent een tranentrekkende outro waarop duchtig met de armen gezwaaid kan worden en ‘Knock me off my feet’ is gewoon aanstekelijke pop – inclusief geklap tijdens het refrein – die z’n radioambities niet onder stoelen of banken steekt. Na ‘Maybe’ verwordt de lading opgewekte popsongs, af en toe afgewisseld met een hartgebroken ballad, echter tot een grote kleverige indiepopbrei waarbij het moeilijk wordt de nummers van elkaar te onderscheiden – het aandoenlijke ‘Valentine schmalentine’ buiten beschouwing gelaten. Single ‘Déjà vu’, nog zo’n song met een gigantische radiogevoeligheid, steekt even snel tegen als dat het zich in je auditief geheugen nestelt, en pianoballad ‘Missed calls’ is het trieste schoolvoorbeeld van een inspiratieloze en overbodige track.
Schrapen we de dikke laag popglans van de nummers, dan zien we dat het tekstueel allemaal niet zo opgewekt hoeft te zijn. Angst, depressie en liefdesverdriet zijn terugkerende thema’s die op ‘Before we forgot how to dream’ ook al werden uitgewerkt. Stond SOAK’s debuutplaat echter nog bol van de puberale onzekerheid, dan is het gewonnen zelfvertrouwen op ‘Grim town’ wel duidelijk hoorbaar. Na haar eigen problemen doorworsteld te hebben – hoewel niet helemaal, ze blijft immers “a work in progress” aldus ‘Life trainee’ – probeert Bridie nu ook anderen aan te sporen hun leven weer op de rails te krijgen. De grootste blijk van haar mentale groei toont ze op afsluiter ‘Nothing looks the same’; de conducteur geeft aan dat de trein Grim Town weer verlaat (“Breathe deeply, feel your heart fill with joy. A sense of dizziness and mild euphoria. Don’t panic. Gather your optimism, energy and smile as you travel onwards. Everything will be alright in the end”) en ook Bridie is aan een andere mentale halte afgestapt: “It’s different since I came/My feelings re-arranged/Now I’ve changed the frame/Nothing looks the same… I’m coming for my life/It’s alright/I’m alright”.
Een kus van de juf en een bank vooruit voor SOAK’s mentale én muzikale groei, al is op dat laatste vlak het eindstation nog niet bereikt. De reis op ‘Grim town’ is soms vermakelijk en fris, maar naar het einde toe dringt de zeurende vraag “of we er bijna zijn” door voorspelbare en eentonige nummers zich iets te veel op. Bridies emotionele openheid, rauwe stem en goed gevoel voor songschrijven zorgen er echter voor dat een kaartje kopen geen weggegooid geld is.
SOAK speelt op 19 mei samen met Pillow Queens in de Botanique (info en tickets vind je hier).