Was hiphop vorig jaar baas in eindejaarslijstjes en hitparades, dan zagen we in 2018 een terugkeer van de popmuziek. Onder leiding van nieuwe popkoningin Ariana Grande ging de toekomst van het genre er weer rooskleurig uitzien, terwijl allerlei andere artiesten ervoor zorgden dat het geluid ervan in spannende nieuwe richtingen evolueerde. Hier is het grote popoverzicht, met onderaan een overzicht van Indiestyles tien favoriete popalbums van het afgelopen jaar.
Misschien moeten wij, popliefhebbers, niet te vroeg victorie kraaien, maar het voelt toch alsof Ariana Grande een kentering heeft ingezet. Oké, bij ons scoorde Dua Lipa ook goed en hebben we nooit een hiphopovermacht als in de VS gezien, doch domineerden Kendrick en co steevast de voorbladen en geluidsgolven. Met ‘Thank u, next’ bekroonde de Amerikaanse r&b-popartieste een moeilijk boerenjaar met een eerste record-brekende nummer 1-single, nadat ze vriend bevestigde en vijand verbaasde met het album ‘Sweetener’. Samen met platen van Robyn, Kacey Musgraves en Christine And The Queens zorgde Ariana’s langspeler ervoor dat pop de eindejaarslijstjes domineerde.
Daarnaast zagen we allerlei andere hoopgevende projecten zowel mainstream als meer niche successen behalen. Een eerste opvallende trend was de intrede van meer Zuid-Amerikaanse geluiden in het populaire muziekcircuit. Vanuit de underground borrelden die sounds al langer op en westerse artiesten begrepen bovendien al even dat het toe-eigenen ervan wel eens winstgevend kon zijn. In 2018 kregen artiesten als J Balvin, Bad Bunny en Ozuna evenwel eindelijk de erkenning die ze verdienden.
Afrikaanse ritmes zouden binnenkort wel eens op een gelijkaardige manier kunnen boomen. Op de dansvloer zijn ze dankzij genres als gqom, labels als Nyege Nyege en dj’s als Kampire alvast alomtegenwoordig, in de hitlijsten toont het recente succes van Aya Nakamura, een Française van Malinese afkomst, dat er niet alleen bij onze zuiderburen ruimte is voor zo’n sound. Haar afropopnummer ‘Djadja’ was niet weg te denken uit onze hoofdstedelijke straten en kende overal in Europa en daarbuiten een groot succes. Een zwarte, niet-Amerikaanse vrouw met een zwarte sound de grootste sensatie van het jaar? Dat is alvast een hele verdienste in onze steeds xenofobischer wordende samenleving. Laten we hopen dat artiesten als Sho Madjozi of Drake-approved zangers Burna Boy en Wizkid kunnen meesurfen op Aya’s succes.
Of je nu houdt van die andere Franstalige popsensatie of niet, je kan er niet naast dat Angèle iets anders te bieden heeft dan de uniforme pop die we de laatste jaren vooral te horen kregen. Indiestyles favoriete popalbum van het jaar is nog een iets straffere stretch voor het genre. Met ‘El mal querer’ bewees de Spaanse muzikante Rosalía dat uitdagende flamenco zijn plek heeft binnen het poplandschap. Zo zie je maar: ook zonder eightiesproducties of r&b-invloeden kan je coole pop maken.
Nog zo’n reden waarom popmuziek me hoopvol stemde het voorbije jaar: eindelijk is de wereld klaar voor muziek die unapologetic queer is! Probeerde Sam Smith zijn geaardheid nog weg te stoppen, dan wrijven Christine and the Queens, Janelle Monáe en Troye Sivan hun seksualiteit zo hard in je gezicht, dat er geen ontkomen aan is. Popmuziek heeft natuurlijk al langer een goede band met de LGBTQIA-gemeenschap en het voelt alsof die laatste eindelijk krijgt wat het verdient: artiesten die hun queerness omzetten tot een creatieve kracht, die hun outsiderrol gebruiken om de regels van de kunst heruit te vinden en die vooral de herkenbare verhalen vertellen die de hetero-cis-meerderheid lang weigerde toe te laten. Ze hebben meteen de toon gezet voor een nieuwe generatie popartiesten (Kim Petras, Rina Sawayama, King Princess…) die staat te trappelen om 2019 nog meer gay en trans te maken.
Het popjaar 2018 wist tenslotte de laatste barrière van het poptimisme te slopen. Het stigma rond boybands werd eigenhandig gesloopt door The 1975, die na hun onvolprezen ‘I like it when you sleep, for you are so beautiful yet so unaware of it’ critici nu nog meer schaamteloos deden smullen met ‘A brief inquiry into online relationships’. Het mag dan wel een erg divers en ambitieus en bombastisch en persoonlijk en geëngageerd werk zijn, het blijft vooral ook gericht op tieners. En vanaf nu kunnen we ook met z’n allen beseffen dat we het intrinsieke songmateriaal daar niet op hoeven af te straffen.
Het mag duidelijk zijn: op dit moment voelt het alsof alles mogelijk is in pop. Dat is een erg fijne constatatie in een klimaat dat niet altijd hetzelfde gevoel weerspiegelt. Misschien moet het doel van popmuziek wel gewoon zijn om op een excessieve manier de wereld even een aangenamere plek te maken. Met een beetje geluk straalt die hoop, dat optimisme en dat plezier wel af op de maatschappij, zodat die zichzelf niet helemaal verliest in kleingeestige en verzuurde ideologieën.