Bestaat indie nog? Een relevante vraag voor een platform dat zichzelf “Indiestyle” noemt. Waar de term oorspronkelijk duidde op muziek uitgegeven bij onafhankelijke labels, evolueerde het tot een marketingterm voor streamingplaylists. Echt onafhankelijke labels zijn dun gezaaid en wat “indie” als genre betreft: die noemer is uitgedijd tot alles wat wordt beschouwd als “alternatief” – nog zo’n holle term. Door Pascal Vandenberghe en Milena Maenhaut.
Toch kwamen er dit jaar een resem platen uit die de verdere uitholling van het woord afremmen. Deze platen passen in geen enkel ander lijstje én worden getypeerd door genre-verbindend experiment dat vooreerst aan “indie” muziek werd gelinkt. Veel oude bekenden vullen het lijstje. Een verrassing was het immer onvoorspelbare MGMT, dat met ‘Little dark age’ bewees helemaal nog niet afgeschreven te zijn. In de categorie ‘onvoorspelbaar en ondoorgrondelijk’ plaatste ook Suuns zich met langspeler nummer vier.
Low gooide eveneens hoge ogen en wisselde haar slowcore-kamerpop in voor loodzware, krakende elektronica. De andere Duyster-lieveling Beach House brak – echter in iets mindere mate dan Low – ook een lans voor avontuurlijkheid, met mede-droompoppers Still Corners in haar kielzog. Big Red Machine – de gebundelde krachten van Justin Vernon en Aaron Dessner – bewees dan weer dat zogenaamde supergroepen niet altijd een complete teleurstelling hoeven te zijn.
Zowel U.S. Girls als Mitski kozen resoluut voor een meer behapbare en poppy richting, wat voor beide artiesten impactvolle platen opleverde. We kunnen het gerust hun beste werk noemen. Ought ging dan weer van urgente post-punk naar een meer romantische variant met ‘Room inside the world’. Verloren lopen konden we samen met Julia Holter in het ambitieuze ‘Aviary’, waar ze haar angsten vervat in een waar epos van anderhalf uur.
Dichter bij huis verlichtte Madensuyu het afscheid met ‘Current’, waar het duo de bassen van weleer achterwege liet voor arty en tegendraadse pianoriedels. Oud maakte al snel plaats voor nieuw: op debuut ‘Night funeral’ reeg Faces On TV allerhande obscure instrumentatie aan elkaar tot een album dat op plaat een hoge cinematografische waarde en op het podium een eigen leven kreeg. Een van de spannendste geboortes op ons grondgebied vond dit jaar echter plaats bij El Yunque. Aangezien het viertal op ‘Oh hi Mark’ met elektronische escapades van het noiserockpad afweek maar wél nog steeds herrie maakt, plaatsten we de band maar in de indie-lijst. Weliswaar met een hoge score.
19 Lebanon Hanover – Let them be alien
17 Unknown Mortal Orchestra – Sex & food
13 Calexico – The thread that keeps us
12 Faces On TV – Night funeral
11 Ought – Room inside the world
6 Big Red Machine – Big Red Machine