Festivaloprichter en artistiek leider Bob van Heur noemde Le Guess Who? 2018 met recht en rede “één grote kleurplaat“. Hij kreeg het afgelopen weekend gelijk in diverse locaties in Utrecht, een stad die vier dagen lang muzikale grenzen de deur wees en diversiteit omarmde als rode draad doorheen haar straten.
(c) Juri Hiensch
Want stemmen uit elke aardse uithoek, uit elk pop- en electronicaregister en uit elke gitaargedreven hoek, maar ook alles wat daartussen en daarnaast schommelt, kregen hun zegje op Le Guess Who?. Het programmeren van zo’n uitgebreide rits aan vertegenwoordigers uit elk denkbaar muzikaal spectrum en elke geografische uithoek is op zich al een verdienste in ons westersgetinte muzieklandschap. Yonatan Gat, geboren in Israël en gevestigd in New York, mocht donderdagavond bijvoorbeeld zijn buitengewoon gedurfde muzikale code op de aanwezigen vrijlaten met rebelse punkvibes die hij destijds met de revolutionaire Monotonix tentoonspreidde. Bij die achtergrond kon Gat onbesmet maar met een rauwe finesse het geluid van ‘Universalists’ aanknopen, wat een hypnotisch en voortstuwend geheel opleverde. The Eastern Medicine Singers sloten zich halverwege de set aan om de performance naar een ritualistisch en impulsief niveau te tillen – de vier inheemse Noord-Amerikaanse powwow-drummers gaven Gat en co een pulserende constante waarop ze hun vrije, door bochten gewrongen intensiteit konden grondvesten.
(c) Erik Luyten
Een andere klinkende naam was die van Bo Ningen, het Japanse viertal dat de Ronda in razernij stortte met een cocktail van ongeforceerde psych en tomeloze noise. Achter die geluidsgordijnen schuilde echter een melodieuze sappigheid die de samenhang spannend hield en misschien wat meer in de voorgrond had mogen treden. De Japanners bewogen zich met enige mysterie en telkens met een intensieve verstarring die aansloot bij de rigide gezichsstructuren van de bandleden doorheen hun explosieve set, en hielpen ons er zo aan herinneren dat Engels niet altijd de voertaal moet zijn in de westerse gitaarwereld – Bo Ningen zag het levenslicht namelijk in Londen, maar stoot zich met succes af van typische verwachtingspatronen die er in zo’n scene bestaan. De uit São Paulo overgevlogen Negro Leo mengde op zijn beurt traditionale Braziliaanse samba-invloeden met hedendaagse stemvervormingen, doorsponnen experimentele momenten en jazzy structuren, resulterend in soms abstracte; soms onomwonden popvignettes. Hij stond het merendeel van de set alleen op het podium (inclusief de nodige humor om het geheel luchtig te houden), maar speelde ook enkele songs met collega’s van Boogarins (die later op de avond in de EKKO geprogrammeerd stonden). Zijn sterke maatschappijkritiek en uitgesproken zeggingskracht zorgden ervoor dat hij die medemuzikanten eigenlijk niet nodig had, hoewel de variatie die de set kreeg in het gezelschap van drummer en bassist wel leidde tot een meerlagige en opwekkende performance. Gehuld in een T-shirt van Fernando Haddad, de Braziliaanse presidentskandidaat die vorige maand de duimen moest leggen voor de rechts-radicale Bolsonaro, toonde Negro Leo zich een belangrijke, levendige en eigenwijze stem in de huidige Braziliaanse scene.
(c) Tim van Veen
Electronicagewijs kregen we met Kate NV een belofte van jewelste voorgeschoteld in de Janskerk. De Russische bracht eerder dit jaar ‘для FOR’ uit, dat live een nog uitzonderlijkere ervaring behelsde. Magische synths, progressief gebiep en gebleep, wonderlijk in elkaar schuivende melodieën: Kate NV toonde schijnbaar moeiteloos haar kunnen. Haar engelenzang en gecoördineerde bewegingen, de surreële en mythische klanklandschappen die ze wist te creëren – het droeg allemaal bij tot de unieke performance die Kate NV in een schitterende setting neerzette. Ook uit de RVNG Intl.-stal: Oliver Coates, de producer die in dezelfde Janskerk in de eerste helft van zijn set preludeerde op fragmenten uit zijn ‘Shelley’s on zenn-la’ met de intussen kenmerkende wijd uitgesponnen celloprogressies, waarachter fabelachtige klanktapijten en verknipte beats scholen. In een steeds beklijvender wordend uur bouwde Coates langzaam maar zeker op naar werk uit zijn recentste langspeler. Meer toegankelijke beats dus, maar wel verpakt in een uitzonderlijk klankenpalet dat ergens zweeft tussen etherische schoonheid en digitale disco. Voorts viel Lucrecia Dalt op, de Colombiaanse producer die ‘Anticlines’ kwam voorstellen in Hertz. Haar spaarzame producties klonken ijzig en meedogenloos, met een soort vervreemdingseffect dat de ambientsferen tijdens haar set nog interessanter maakten. Verstolde beats, een nuchtere maar dreigende stem, atmosferische clusters van minimalistische; mysterieuze geluiden – Dalt bundelde een onheilspellend, beklijvend geheel samen tot een urgente en gepreciseerde set.
(c) Le Guess Who?
Nog een sterke vrouw zagen we in de gedaante van Circuit des Yeux, die voor de gelegenheid een zeshoofdig ensemble optrommelde om zich aan een ‘Gaia Infinitus’-versie van haar weergaloze ‘Reaching for indigo’ te wagen. En of die gok goed uitpakte: zestig minuten lang vervoerde het septet met Haley Fohr aan het roer de Grote Zaal van de Tivoli richting een innige, avant-gardistisch atmosfeer – op het slepende ‘Black fly’ zoefde Fohr op een rauwe, droefgeestige wijze; terwijl haar ensemble de toeschouwers in een eindeloze roes vol verheven strijkers en prachtige, keelkroppende zielsdrift meenam. Die tekenende expressie bleek een constante doorheen de feëerieke, soms adembenemende set van Circuit des Yeux featuring leden van The Netherlands Chamber Orchestra.
Vive la Void sprak eveneens tot de verbeelding in een platgetreden EKKO. Sanae Yamada, één helft van Moon Duo, kleurde de zaal op Lynchiaanse wijze in met donkere electronicatinten, voortstuwende cosmica en haar kille, dreigende, Victoria Legrand-achtige vocals. ‘Death money’ of ‘Smoke’ transformeerden EKKO tot gloeiende tempel, decor voor een bloedstollende chase of lugubere roofmoord.
Meer dreiging kregen we donderdagavond tussen de keldermuren van BASIS bij Yves Tumor, kroonprins van de experimentele pop. Het dringende ‘Honesty’ lanceerde de set en al snel bevond Tumor zich tussen een garde bezwete volgelingen. Tumor – neé Sean Bowie – deelt eenzelfde performancegemak met zijn naamgenoot, maar ook eenzelfde gut feeling voor popsnoepjes die blijven smaken. ‘Licking an orchid’ dreef de set naar rauwe, emotionele hoogtes; ‘Lifetime’ ademde uiterst breekbare schoonheid in een fluwelen omhulsel. Niet enkel de energie en vurigheid van die tracks deden de set opleven – ook de overtuigende nieuwbakken popsongs uit een release die volgend jaar zou moeten verschijnen, maakten van deze set een van de meest gedurfde, subversieve en aantrekkelijkste van het weekend.
(c) Tim van Veen
Over naar serpentwithfeet, de popprediker van wie elke in verval geraakte evangelie droomt. Zijn show werd een rouwfeestje, met songs uit zijn verbluffende ‘soil’ als soundtrack. Josiah Wise betrok de aanwezigen duidelijk in zijn performance, met levenswijsheden en songverklaringen tussen en binnen songs door als gevolg: als een soort wandelende Genius-annotatie ploegde serpentwithfeet doorheen zijn magistrale popreportoire, resulterend in een frêle collage van complexe emotionaliteit en zielsverroerende zeggingskracht. ‘messy’, ‘wrong tree’ of slotstuk ‘bless ur heart’: expressie en diepe menselijkheid sierden de performance van serpentwithfeet; in een set die beheerst was maar tegelijkertijd oorverdovend in al haar sereniteit. JPEGMAFIA bracht later op zaterdagavond een destructieve set, met niets meer dan een iTunes-afspeellijst als backtrack – gelukkig zorgde JPEGMAFIA zelf voor voldoende ruggengraat in een hectische en energieke vijfenveertig minuten. Tussen sluikreclame voor Amsterdamse coffeeshops door vloog Hendricks Air Force-gewijs doorheen zijn dynamische ‘Veteran’, met een woeste en oncontroleerbare schwung die de Pandora deed trillen en fonkelen.
Meer verschroeiing en hyperactiviteit kregen we bij sets van Lyzza, RP Boo en Kelman Duran, drie nachtelijke hoogtepunten uit het Le Guess Who?-programma. Die eerste mengde onder meer radicale hardstyle en trance met haar wervelende Braziliaanse achtergrond – op een bepaald moment hoorden we bonzai’er Yves Deruyter een een-tweetje doen met doortastende Copacabanabeats. De set schakelde nagenoeg voortdurend een versnelling hoger. RP Boo mocht zondagavond de exodus in gang zetten met zijn hyperkinetische, meerlagige footwork. De schertsende vocals, bouncy beats en opgefokte ritmes zorgden voor een set waarin het tempo nooit te laag schommelde maar ons telkens meer en meer meevoerde richting opzwepende sferen. Kelman Duran toonde zich vrijdagnacht ten slotte een belangrijke vernieuwende stem in electronicaland met zijn minutieuze en eigenzinnige take op reggaeton en dancehall. Repetitieve, Afro-Caraïbische ritmes werden verpakt in een uiterst dansbaar en prikkelend geheel dat de aanwezigen soepeltjes kon motiveren om de rit vrijdagnacht tot het einde uit te dansen.
(c) Jelmer De Haas
Le Guess Who? toonde op die manier aan dat het zich een uiterst belangrijke stem mag noemen in ons festivallandschap: deze vierdaagse verbindt, daagt uit en etaleert lef en ambitie. Ze inspireert en verbreedt ons muzikale spectrum in dagen van vernauwing en verholling. Deze greep representeert echter slechts een kleine fractie uit de fractie die het festival zelf aanreikt – een operatie waarvoor we Le Guess Who? erg dankbaar mogen zijn.
met dank aan de vermelde fotografen voor hun toestemming