Bolsonaro is president van Brazilië, Europa lijkt meer gepolariseerd dan ooit en in de VS mag je schieten op stenengooiers. Eergisteren probeerde een man op café ons ervan te overtuigen dat alles de schuld is van migranten – “als er iemand verkracht wordt, is het altijd ‘ne zwette’ geweest”. Misschien hadden we hem mee moeten nemen naar IDLES in de Botanique.
“This song is about how much I love immigrants“, leidde zanger Joe Talbot ‘Danny Nedelko’ in. Het moet nu al een van dé anthems van het jaar zijn, met z’n fenomenale meebrulrefrein en even simpele als krachtige lyrics. “Fear leads to panic, panic leads to pain, pain leads to anger, anger leads to hate.” Amen, en credits aan Yoda. Het diverse publiek reageerde uitzinnig; de unieke sfeer in de Orangerie vatte de oerkreet uit de song perfect samen: “unity”.
Alvorens één noot gespeeld te hebben werden de Britten al als helden onthaald. Opener ‘Colossus’ werd traag en meeslepend ingezet, maar het was pas tijdens het heftige tweede deel van de song dat het helemaal losbrak. Halfvolle bierbekers vlogen de zaal door en besprenkelden de kolkende mensenmassa en de durvers die erover surften. De harde maar speelse dynamiek tussen de band straalde af op de zaal, niet in het minst bij ‘I’m scum’ en het luid meegekweelde ‘Mother’. Het had soms iets weg van een karaoke-avond in een uitzinnige Britse pub om twee uur ‘s nachts, een avond van aangeschoten verbroedering. Talbot had dan wel microfoon vast, maar hij was één van ons.
De frontman had het publiek in zijn hand, maar aan zijn zijde stal vooral gitarist Mark Bowen de show. Met een pornosnor en bloot bovenlijf deed hij guitige dansjes met al even guitige gezichtsuitdrukkingen. Leuk voor even, maar het waren toch vooral zijn gitaarlijnen die overtuigden. Nee, IDLES draait niet alleen rond power chords en meezingbare refreinen. Songs als ‘Samaritans’ – “the mask of masculinity!” – en ‘Never fight a man with a perm’ scheurden héérlijk door de zaal. De groep bestaat wel degelijk uit heel goeie muzikanten.
Na hoogtepunt ‘Danny Nedelko’ leek de set eventjes in te zakken. IDLES stootte op de grenzen van het nog maar twee albums tellende oeuvre; niet alle songs waren even goed en er was een beetje weinig variatie. Een rustiger nummer als ‘June’ had op zijn plaats geweest, maar die song – over het doodgeboren dochtertje van Talbot – ligt te gevoelig om live te spelen. Daarvoor had hij ons op voorhand gewaarschuwd. Gelukkig schudde het geniale trio ‘Samaritans’, ‘Television’ en ‘Great’ – die baslijn! – het publiek weer wakker en zaten we plots terug helemaal in de show. Niet veel later stond het podium volgepakt met fans en werd er touwtjegesprongen met een gitaarband. Zelden zo’n uitgelaten sfeer gezien op een concert.
Net zoals ‘Joy as an act of resistance’ niet de beste plaat van het jaar is, was IDLES’ passage in de Botanique niet het béste optreden van het jaar. Maar wel het meest amusante, meest broederlijke en meest unieke. Perfectie is dan ook niet waar de band op mikt. Talbot en co. hebben een prachtige boodschap, en willen mensen samenbrengen om die boodschap op joviale maar tegelijkertijd heel gemeende wijze over te brengen. En daar slaagden ze met verve in.
Aan al wie er niet bij was: laat alles vallen en trek vanavond naar Leffinge.