Van RuPaul’s Drag Race en Emmy tot de Oostenrijkse queen Conchita Wurst die Eurovision won in 2014: dragartiesten prikken hun wolkenkrabberhakken steeds dieper in de mainstream popcultuur. Wat we vandaag drag noemen, is een vorm van kunst en entertainment die genderrollen in vraag stelt. Niet alleen mannen doen eraan mee, ook vrouwen verkleden zich als vrouw (“bio-queens”) of als man (“drag king”). Dit luik van queer culture draagt een hele subcultuur met zich mee, van drag slang naar allerlei meme’s en een volwaardige twitter community. Traditioneel performen dragartiesten op popmuziek in een routine vol lip sync, extravagante outfits en sassy opmerkingen.
Daar blijft het niet bij. Veel drag queens maken carrière in de muziek, al kan je niet zomaar spreken van het genre “drag music” en lijkt alles behoorlijk underground te blijven. Hoewel, Vooruit programmeert op 27 september Christeene en ook Subbacultcha zet in oktober met Electra een queen op het podium. Electra is deel van House of Lux, een jong Gents drag house dat om de drie à vier maanden de show Queerly Beloved organiseert. We praatten met Jérôme en Theo, ofwel Susan from Grindr (tweede van links op de foto) en Mauve Lux (midden), van House Of Lux over de kruisbestuiving tussen drag en muziek.
De meeste dragartiesten performen op popmuziek. Veel queens doen beroep op de popartiesten die worden gezien als de gay icons, “populair zijn bijvoorbeeld Whitney Houston, Cher, Britney Spears, Madonna en uiteraard Lady Gaga”. Dat ligt onder meer aan het feit dat “de canon van de lgbtqi+ -muziek vooral pop is, met name die van de jaren 80 en 90. Dat wordt bovendien gezien als de basiskennis die je moet hebben als je in drag gaat. Wat niet betekent dat je erop moet optreden, maar je moet de grote voorbeelden wel kennen”, aldus Jérôme. Dat kan ergens de queens beperken, vertelt Theo: “Het publiek is enthousiaster als ze het nummer kennen en graag horen. Als artiest is het dan ook aangenaam om voor zo’n nummer te kiezen, maar soms heb je het gevoel dat het moet”. Het kan ook anders. Theo koos voor zijn laatste performance een minder bekend en eerder bevreemdend nummer, ‘That laughing track’ van Crookers, geïnspireerd op een performance van Evah Destruction: “ik probeer steeds een evenwicht te zoeken tussen verwachting en verrassing”.
De stap van een performance vol expressie en lip sync naar effectief muziek maken, is voor veel queens niet groot. De jaren 80 had al een dragicoon in de muziekwereld met Divine. RuPaul werd een decennium later de queen die de meeste roem verwierf. Zowel met de Drag Race als met RuPauls muziekcarrière bracht ze drag naar de mainstream popcultuur. Vandaag heeft RuPaul dankzij de show de scene nog steeds in de hand. Haar verdienste is onbetwistbaar, al zie je de laatste tijd dat ze steeds meer controverse veroorzaakt, aldus Jérôme: “In de jaren 90 experimenteerde RuPaul met gender en punk. Ze zat zelfs in een punkband. Langzaam is ze geëvolueerd naar de iconische RuPaul zoals we ze kennen: een queen die zich blijft vasthouden aan de idealen van de klassieke drag. De klassieke vorm van drag spiegelt zich nog streng aan traditionele vrouwenidealen, wat zich uit in weinig experimentele make-up, vrouwelijke silhouetten, pruiken en jurken. Bovendien heeft RuPaul eens gezegd dat trans niet thuishoort in de Drag Race, waar een storm van kritiek op kwam”. “In de nieuwere seizoenen zijn er dan weer wel meer alternatieve winnaars”, relativeert Theo, “al blijven die heel vrouwelijk. Club kids, volgers van een zeer experimentele tak van drag die daar tegenin gaat, zouden nooit ver genoeg geraken”.
RuPaul zette in 1993 invloedrijk debuutalbum ‘Supermodel of the world’ op de wereld. Steeds meer queens, vaak afkomstig uit de show, volgen haar voetsporen en stappen in de muziekindustrie. “Bij sommigen lukt het heel goed, hun nummers worden echte gay of drag classics. Anderen worden snel vergeten. Dan gaat het vaak over een of andere technoremix met een queen die een zinnetje zegt, helemaal niet kan zingen, maar het toch op die manier probeert te maken”, aldus Jérôme. Vaak is het niet veel meer dan een marketingplot, een leven na de show. Voorbeelden van wie het wél lukt zijn Alaska Thunderfuck, Adore Delano, Trixie Mattel, Courtney Act, Sharon Needles en Willam Belli. Het lijstje wordt steeds groter, net zoals het spectrum genres waarin de queens zich bevinden. Dat is lang niet alleen meer de stereotiepe dancemuziek.
“Techno en electro zijn een gemakkelijke optie”, vertelt Theo, “Je krijgt een track en moet er maar op zingen. Bovendien is dat ook de goede markt”. Sharon Needles maakt inderdaad dancepop, net zoals Alaska. Alaska’s muziek gaat vaak over de ervaring van een drag queen, bijvoorbeeld in ‘Your makeup is terrible’ of ‘This is my hair’. In ‘Hieeee’ doet ze de regels van een drag show uit de doeken: “the use of flash photography is strictly mandatory” en “tipping is compulsory”. Zo past Alaska met wat autotune en sassy opmerkingen min of meer in het betwiste hokje “drag music”.
“Al is de boventoon elektronisch, naar het voorbeeld van RuPaul”, is het label “drag music” voor veel dragartiesten achterhaald. In realiteit maken drag queens verschillende genres. Trixie Mattel maakt folk en americana en Jinx Monsoon, de winnaar van het vijfde seizoen, een mix van ska, indierock en Broadway vaudevillian. Adore Delano verhuisde van American Idol naar de Drag Race en bracht in de voorbije vier jaar drie albums uit, waarbij de queen van elektropop naar punkrock evolueert op het laatste album ‘Whatever’. Aan Billboard Magazine vertelt Adore dat ‘Whatever’, een album dat de constructie gender in vraag stelt, bovendien ook een vorm van rebellie is tegen wat Delano “the drag pop genre” noemt. Delano is verbaasd dat niet meer queens voor punk kiezen, want “the idea of drag itself is punk rock, total rebellion”.
Adore zet zich af tegen de mainstream drag zelf: “Ze stapte uit de show. Adore wou zich niet onderwerpen aan de regels van RuPaul, namelijk dat queens een vrouwenfiguur moeten hebben en er steeds piekfijn moeten uitzien. Wanneer Delano op optredens toekomt in een gescheurde T-shirt en visnetkousen, vindt iedereen dat geweldig. Op de show is het echter niet genoeg”. Wat ons bij het paradoxale aan drag brengt: “Je doet het eerst om je ergens tegen te verzetten, maar eenmaal je in de drag scene zit, geraak je er pas als je mainstream wordt in de gemarginaliseerde wereld”, aldus Theo.
Hoe dan ook blijft het voor queens moeilijk om zich aan te sluiten bij grote labels, laat staan door te breken in de muziekwereld. Het is alsof de grote labels dragmuzikanten niet zien als volwaardige artiesten. Drag wordt geassocieerd met lip sync en komedie, niet met “serieuze” muziek. Daarom besloot managementbedrijf PEG, waar onder meer Alaska Thunderfuck en Blair St. Clair huizen, vijf jaar geleden een eigen label te creëren om Sharon Needles’ debuutalbum uit te brengen.
Paradoxaal genoeg is het nog moeilijker om door te breken met muziek die van het grappige afwijkt, meent Jérôme: “Alaska is, althans underground, enigszins doorgebroken maar het blijft grappige muziek. Door veel humor in de nummers te steken, is het duidelijk dat je in het dragpersona zit. Met serieuze muziek kan je heel moeilijk doorbreken. Zelfs RuPaul maakt nooit een nummer met diepgang of een dat de hitlijsten volledig doorprikt. De dag dat we op Studio Brussel een drag queen horen, daar wacht ik nog op”.
Jinx Monsoon is dan weer wel een voorbeeld van een queen die persoonlijke nummers maakt. “Wanneer iemand meer emotionele en openhartige liedjes schrijft, verbleekt het beeld van de drag queen en komt de persoon erachter naar boven, wat voor meer connectie kan zorgen. Bij sommige queens vervaagt de grens tussen dragpersona en werkelijke persoonlijkheid. Anderen houden het nog heel apart”, aldus Jérôme. Aan Entertainment Weekly vertelt Jinx Monsoon inderdaad dat die weinig verschil ziet tussen Monsoons en Jerick Hoffers (echte naam) persoonlijkheid. Ook Monsoon zet zich af tegen het label “drag music”. Jinx identificeert zich niet als een drag queen die “dragmuziek” maakt, maar gewoon als een artiest die muziek maakt: “Having to bring up the fact that the music is made by a drag queen at all is just a way for the heteronormative mainstream music industry to suppress us or categorize us into a niche category”. Uiteindelijk besluiten Theo en Jérôme dat de “niche category” simpelweg nog niet groot genoeg is voor een echte doorbraak en dat nog niet genoeg mensen drag zelf aanvaarden.
Toch begint de toekomst er zonniger uit te zien: “Spotify en andere streamingdiensten helpen dragartiesten verspreiden en ook grotere Amerikaanse muziekblogs beginnen erover te rapporteren”, merkt Theo. Zo schrijft Noisey, het muzikale zusje van Vice, een platform dat haar neus maar al te graag in allerhande subculturen steekt, geregeld over drag. Subbacultcha en Vooruit boeken queens, en Indiestyle eindigt net een eerste artikel over drag en muziek.
Dragartiest en muzikant Christeene staat op 27 september een de tweede keer in Vooruit, een derde keer volgt al op 12 oktober in het kader van Raveyards’ GHOST: HAUNTED HOUSE. Electra deelt op 24 oktober met FAKA en Shygirl Subbacultcha’s podium in het S.M.A.K.. De derde editie van Queerly Beloved vindt plaats op 10 november in het Gentse Theater Scala.