De vijfde editie van HORST Arts & Music Festival zou meteen ook de laatste worden. Het schilderachtige festivalterrein aan het kasteel in Sint-Pieters-Rode kan de veeleisende verwachtingen van de op innovatie gerichte organisatie niet meer dragen, zo klinkt het. Het zou echter geen zwanenzang in mineur worden, getuige de geleverde inspanningen om de vorige edities nog te overtreffen. Zo ging er al veel aandacht naar het imposante ontwerp van het Japanse architectuurcollectief Atelier Bow-Wow voor een van de podia (Lakeside Dancers Club) en werd er een derde dag én podium aan de programmatie toegevoegd. Het is duidelijk dat we hier te maken hebben met een ambitieus boetiekfestival, dat zo stilaan uit zijn voegen is gebarsten. Dat ze voor de line-up de mosterd vooral bij Dekmantel Festival lijken te halen, kunnen we eigenlijk alleen maar toejuichen. Al mag er wel meer aandacht gaan naar live optredens, gezien er dit jaar enkel dj’s geprogrammeerd staan. Wij gingen vrijdag een laatste keer dansen naast het kasteel.
Dit bericht bekijken op Instagram
Electronic weekend #horst #electronicmusic #belgium #music #festival
Een openingsset is niet altijd een even dankbare taak. Victor De Roo kreeg maar weinig volk op de been voor zijn set in een zo goed als lege Final Stage, terwijl Rick Shiver zijn uiterste best deed om de eerste kijklustigen van de Lakeside Dancers Club de stuipen op het lijf te jagen met loodzware bassen, die hij steevast in het rood joeg. De bij wijlen onderhouden set, doorspekt met verknipte vocals, arabische ritmes en bezwerende synths, kreeg het aantrekkelijkste podium van het terrein niet gevuld. Enthousiastelingen die toch verkozen om dichtbij de dj een eerste dansje te placeren, mogen na het festival een bezoekje bij de oorarts inplannen. Wel populair was de 19-jarige Leuvense Alia, die de Forest Floor in gang zette met een opzwepende mix van soulvolle house, acid en breakbeat. Met een doordachte platenselectie en technisch vlekkeloze overgangen wist ze met glans haar status van rijzende ster te verzilveren. De eerste feestlustigen mochten meteen een eerste hoogtepuntje beleven.
DJ Sports moest – vermoedelijk wegens logistieke redenen – van tijdslot wisselen met Sassy J en nam de draaitafel over van Alia. De Deen ging met veel overgave op hetzelfde elan door. Vorig jaar maakte hij nog indruk met zijn debuutplaat ‘Modern species’, dat voornamelijk gevuld was met dromerige, downtempo elektronica. Op Horst schakelde hij een vitesse hoger met meer dansvloergerichte nummers. Enkel blije gezichten bij het horen van ondergestofte klassiekers, die hier een nieuw leven werd ingeblazen. Bij het horen van de UK garage-remix van een Basement Jaxx anthem werd er voor een eerste keer luidkeels meegezongen. Het moge duidelijk zijn dat – zeker in de beginfase – de Forest Floor de place to be was.
Bufiman was er intussen in geslaagd om meer volk naar de Lakeside Dancers Club te lokken. De Duitser, die je misschien zal kennen van zijn ander alias Wolf Müller, haalde het tempo flink omlaag, maar dat maakte het er gelukkig niet minder spannend op. Met zijn release op het platenlabel van Dekmantel toonde hij al veel in z’n mars te hebben. Op genadeloze wijze kwam de man zijn voorliefde voor tribale percussie en exotische geluiden etaleren. Holsbeek werd eventjes omgetoverd tot een tropische onderwereld.
Terwijl De School-resident Oceanic ook de Final Stage – dat overigens op een afhellend vlak werd gebouwd, waardoor dansen meer een soort van evenwichtsoefening werd – aan een respectabel bezoekersaantal hielp, maakte Sassy J het mooie weer op de Forest Floor. Met een eclectische mix, gaande van oude Detroit electro tot zelfs reggae dub wist de Zwitserse veteraan ook de meerwaardezoekers te verrassen.
Optimo verkoos een meer rechttoe-rechtaanaanpak, hetgeen zeker niet minder efficiënt bleek. Het duo bestaande uit JD Twitch en Jonnie Wilkes heeft jaren ervaring op de teller staan. Beiden speelden ze dertien jaar lang (van 1997 tot 2010) elke zondag in de legendarische Sub Club in Glasgow en weten ze als geen ander het publiek naar hun hand te zetten. Vrijdag deden ze dat voornamelijk met een keurige selectie van big room bangers en hoorden we zowaar The Rolling Stones passeren via een remix van ‘Gimme shelter’. De houten ark was maar net groot genoeg om het groot aantal ravers te huisvesten. Nu de zon reeds onder was kwam de danstempel nog meer tot zijn recht dankzij de uitstekende lichteffecten van de hand van Children of the Light.
Wanneer de Lakeside Dancers Club tijdens Optimo nog vrij krap leek, was het bij publiekslieveling Hunee huilen met de pet op. De Berlijnse muziekconnoisseur is voor heel wat ingewijden al langer een van de beste en slaagt er telkens weer in om het publiek te verrassen met onbekende dansbommen. De vonk is ondertussen ook overgeslagen op de doorsnee dansliefhebber en dat was er aan te merken. Niemand leek de set van Hunee te willen missen, waardoor het enige grote mankement van de verder indrukwekkende Lakeside Dancers Club bloot kwam te liggen. De hele dansvloer is ommuurd (waarvan één zijde door de vijver van het kasteel), waardoor het niet mogelijk is om het feest vanop een afstand gade te slaan. Iedereen die de set wilde bijwonen – en dat waren er heel wat bij Hunee – moest zich dus in dit (redelijk groot) vak zien te wurmen. Met honderden als sardientjes in een blik, werd het dus. Tientallen mensen zochten toevlucht op de houten flanken van de ark. Ruimte om te dansen was er eigenlijk niet.
Sorry Hunee, we love you, maar dan gaan we lekker naar Raphael Top Secret op de Forest Floor. Nog zo’n platenkenner die met z’n voorliefde voor Afro-Caraïbische disco een perfect alternatief bood. De man bleek in grote vorm en hield een uitgelaten menigte van begin tot eind in beweging. Ook de op de dansvloer uitkijkende bovenverdieping stond goed gevuld. Creatieve bezoekers gebruikten de opgespande doeken van het balkon om er heuse schaduwspelen te creëren met behulp van hun dansende lichamen. Uitgelaten taferelen bij het horen van de vele rake synth-disconummers. Speelde Raphael de set van de avond?
Job Jobse deed zijn uiterste best om hem die titel te ontnemen. Deze keer niet door uit te pakken met obscure vondsten of moeilijke platen. Nee, de sympathieke Amsterdammer kegelde ons twintig jaar terug de tijd in met de ene tranceklassieker na de andere. Een schot in de roos, zo bleek. Voor de euforische menigte, die zich nog een laatste keer in de Lakeside Dancers Club had verzameld, was het ideale afsluiter. Tegen het einde van z’n set had Jobse het publiek zelfs zo ver gekregen dat ze ‘Something’ van Lasgo – toch een beetje botsautomuziek – luidkeels meezongen. Klinkt misschien vreemd, maar laat het net de kracht van Jobse zijn om met dit soort geinigheid weg te komen.
De eerste dag van de laatste editie van Horst was er alvast eentje om in te kaderen. Met kleppers als Palms Trax en Motor City Drum Ensemble in het verschiet, zouden er vast nog veel hoogtepunten volgen. Petje af voor de goede smaak van de organisatie. We denken niet de enige te zijn wanneer we hopen dat dit geen echt afscheid was en dat de organisatie onder een andere vorm gewoon nog sterker terugkeert. Laat deze kroniek van een aangekondigde dood alsjeblieft een verhaal van herrijzenis worden.