Lijstjestijd! Veertig beste albums van het jaar! vierenzestig stemmers! We presenteren je de favoriete platen uit 2014 van de Belgische muziekwereld. Aan wie we precies lijstjes vroegen kom je hieronder te weten, op wat de uitverkorenen stemden en waarom lees je dan weer vanaf nu tot en met 24 december op onze site. We starten meteen met een individueel lijstje van STUFF., want zij waren zo lief om ten eerste hun Engels sprekende fans ook uitleg te verschaffen en ten tweede nog een favorietenmix te maken.
Bij zo’n eindejaarslijst hoort een boude uitspraak als: “het was een goed jaar!” of “dat het in 2015 maar beter is”, maar daar wagen we ons hier liever niet aan. Voor iedereen is dat namelijk verschillend, want smaken zijn verschillend. Zo simpel en plezierig is het. Interessanter is dan het feit dat in totaal 272 platen genoemd werden in de eindejaarslijstjes, alsook dat de winnaar slechts door 17 mensen genoemd werd. Dat vertelt iets over hoe verdeeld de stemmen waren, al hebben we zelf ook geprobeerd om diversiteit bij de stemmers na te streven. Oké, klaar? Hier gaan we dan.
40. Ariel Pink – Pom pom
De muzikale dorpsgek van Los Angeles Ariel Pink liet weer van zich horen, zowel met bizarre muziek als een paar debiele uitspraken. Eén ding staat in elk geval vast, als je het gehinnik van paarden en het bijten van een appel kan verwerken in aanstekelijke, vrolijke nummers doe je tenminste één ding goed. Net als cultcineast John Waters wentelt de Amerikaanse muzikant zich in de esthetische wereld van de wansmaak. Voor iedere ‘WTF’ is er dus een ‘OMG LOL <3’. Kunst, kitsch, camp en briljant liggen soms ongemakkelijk dicht bij elkaar. – Max De Moor
39. Eagulls – Eagulls
De Leedse band Eagulls zorgde met zijn naamloze debuut voor één van de beste post-punkplaten van het jaar. Dat gaat onvermijdelijk gepaard met vergelijkingen met die andere post-punkgroep Joy Division, waarbij zanger George Mitchell zich opwerpt als een agressievere, eigentijdse Ian Curtis. De combinatie van de albumhoes, een dreigend geluid en vervreemdende videoclips zorgt voor een ongemakkelijke sfeer die tegelijkertijd verslavend werkt. ‘Eagulls’ is een zwart gat waar wij graag ingezogen worden. – Mattias Goossens
38. Morgan Delt – Morgan Delt
Dat Morgan Delt uiteindelijk zo hoog scoorde in deze lijst was voor ons een verrassing. Wie had gedacht dat deze artiest met zijn chaotische psychedelische hersenspinsels zoveel luisteraars kon bekoren? Verwacht of niet, het is een feit dat het excentrieke werk van Delt iets intrigerends bevat. Zo laat hij experimentele percussie en gitaarmelodieën zonnig en toch mysterieus klinken, zoals in single ‘Barbarian kings’. Ook is deze plaat luisteren telkens opnieuw een ontdekkingsreis naar verdoken verrassingen of verborgen pareltjes die je de vorige keer had gemist. Misschien komt het succes van deze plaat in onze lijst wel door het feit dat iedereen de muziek kan interpreteren hoe zij of hij wil. Zo gaf Delt toch aan in een interview: wat de luisteraar hoort en zich inbeeldt is altijd beter. – Iris Wyckmans
37. Thurston Moore – The best day
Na ‘Demolished thoughts’, een grotendeels akoestisch pareltje, en het debuut van Chelsea Light Moving gaat Thurston Moore anno 2014 op papier verder onder eigen naam. In werkelijkheid heeft hij een all-star band samengesteld met maatje Steve Shelley op drums, My Bloody Valentine-lid Debbie Googe op bas en de vingervlugge James Sedwards naast hem op gitaar. Uitschieters zijn ‘Forevermore’, ‘Germs burn’ en het instrumentale ‘Grace lake’, al blijven we het doodjammer vinden dat Kim Gordon niet langer naast Moore staat te musiceren. ‘The best day’ werd een oefening gecontroleerd buiten de lijntjes kleuren, met een occasionele wall of sound waar wij met graagte U tegen zeggen. – Bram Pollers
36. Wild Beasts – Present tense
We vielen haast van onze stoel toen we vernamen dat Wild Beasts geen nominatie had binnengehaald voor de Mercury Prize, die het beste Britse album van het jaar in de bloemetjes zet. Het viertal maakte met ‘Present tense’ immers een knap, coherent geheel. De uiterst herkenbare stemmen van Hayden Thorpe en Tom Fleming vleien zich bovenop donkere synths die veelvuldig aan de jaren 80 doen terugdenken. Met verder nog straffe platen als ‘Smother’ en ‘Two dancers’ op hun palmares kunnen wij het maar moeilijk vatten dat Wild Beast (nog) geen wereldspeler is. – Alexander Spriet
35. Dans Dans – 3
De derde van Dans Dans heet simpelweg ‘3’ en blijft een boeiend project. Het openingstrio, met het zomerse ‘Zephyr’ in een glansrol, schippert lustig tussen jazz en rock, zonder helemaal bij één van de genres aan te sluiten. Het rammelende ‘Memento mori’ is een uitgemergelde blues en ‘Bloed en dromen’, het absolute hoogtepunt, een van noise-explosie voorzien wervelwind. Je begrijpt het al wel: Dans Dans is niet te vangen onder een noemer of een stijl. De band is een creatieve uitlaatklep voor drie heel erg straffe muzikanten, die in deze bezetting intensiteit en diversiteit weten samen te smelten tot een samenhorend geheel waar uniciteit de belangrijkste kwaliteit is. – Bram Pollers
34. Thee Silver Mt. Zion Orchestra – Fuck off get free we pour light on everything
Zes lappen muziek waarop de duivels ontbonden worden, dat is waar Efrim Menuck en zijn kompanen ons op trakteerden begin dit jaar. Met ‘Fuck off get free we pour light on everything’ weten de Canadezen ons vanaf het begin bij de keel te grijpen. Een misleidend lief kinderstemmetje is vast verdwaald geraakt tussen vioolsnaren die dreigen te springen, strijkstokken dreigen onze ogen te doorboren en woede brandt in de stem van de frontman. P.I.L zongt ooit “Anger is an energy”. Met Thee Silver Mt. Zion Memorial Orchestra hoeven we alvast geen black-outs meer te vrezen. – Sven Volckerijck
33. Einstürzende Neubauten – Lament
Herdenkingen zijn zelden aanleiding voor grootste muzikale daden. Meestal vervallen muzikanten bij opdrachten ter verering of nagedachtenis in klefheid en het zoeken naar de grootste gemene deler, want het publiek is nu eenmaal groot en dan werkt doorsnee het best. Van Einstürzende Neubauten mag je verwachten dat ze die paden alvast links laten liggen en de vieringen rond honderd jaar W.O. I baren bij onze favoriete Duitsers één van hun beste platen van de afgelopen jaren. Frontman Blixa Bargeld, vorig jaar ook al in goede doen voor zijn samenwerking met de Italiaan Teho Teardo, zocht en vond heel aparte invalshoeken en wist met zijn band dat allemaal te vertalen in spannende en memorabele muziek die tevens een aanklacht is tegen oorlogsgeweld. Dit zijn Einstürzende Neubauten op hun veelzijdigst. – Sven Volckerijck
32. Vessel – Punish, honey
Wie dacht dat Tri Angle samen met het witch house-genre een stille dood zou sterven had het helemaal verkeerd. Het label is net zo spannend gebleven en verkent nu steeds onbekendere terreinen als grime en techno zonder haar eigen toets te verliezen. Vessel koppelt op ‘Punish, honey’ downtempo elektronica aan industriële klanken en onderhuidse spanning. Die combinatie zorgt ervoor dat de Britse producer zijn laatste nieuwe worp ongemakkelijkheid tot kunst verheft en bij momenten tegelijk weet te straffen en te beminnen. – Thomas Konings
31. Iceage – Plowing into the field of love
Wie ooit een interview met Elias Bender Rønnenfelt las, weet dat de Deense frontman van Iceage niet de gemakkelijkste persoon is. Een soort donkere kracht lijkt hem te drijven en maakt ook ‘s mans muziek uitermate boeiend. Op het laatste nieuwe album wordt de zwarte schaduw die hem achtervolgt voor het eerst niet expliciet in ziedende punk vertaald, maar creëert de band er Nick Cave-rock mee die zelfs blazers en country-invloeden tolereert. ‘Plowing into the field of love’ is zo mogelijk de meest intrigerende en volledige plaat van het gezelschap, alsook de geluidsverandering waar de jongens stilaan aantoe waren. – Thomas Konings
30. Hundred Waters – The moon rang like a bell
Hundred Waters weten perfect hoe ze organische elementen (zoals die vooral in ‘Broken blue’ voorkomen) moeten combineren met meer elektronische aspecten, en produceerden zo een mooi hedendaags geluid. Voor hen werd de allesomvattende term “digital folk” dan ook uitgevonden. ‘The moon rang like a bell’ klinkt als een tête-à-tête met de zangeres; als een passage uit een dagboek die door haarzelf – en alleen voor jou – wordt voorgelezen. Voeg daar nog eens de fragiele stem van Miglis aan toe, en het plaatje is compleet. – Rana Cools
29. Real Estate – Atlas
De honing op onze muzikale boterhammen, dat was ‘Days’ van Real Estate in 2011. Zeemzoete, dromerige nostalgie versmolten met catchy melodieën: jup, wij waren fan. Op ‘Atlas’ wordt daarop verder gebouwd, al kijkt de band deze keer meer naar binnen. De sfeervolle gitaarpop ligt bij ons in dezelfde schuif als Wild Nothing en Youth Lagoon. Zowel geschikt voor winterse haardvuren en zomerse kampvuren dus. Warm aanbevolen. – Mattias Goossens
28. Future Islands – Singles
Ieder jaar is er wel zo’n band die de muzikale verpersoonlijking van die afschuwelijke ‘hang in there’-katposters vormt, en dit jaar waren dat zonder enige twijfel de Amerikaanse new wavers van Future Islands. Na een tiental jaar zwoegen in de schaduw van anderen werden ze eindelijk naar de top van de blogosfeer gekatapulteerd dankzij de moves van frontman Samuel T. Herring, al hielp het natuurlijk wel dat bijhorende single ‘Seasons’ een wereldnummer pur sang was. Ook de rest van hun vierde plaat ‘Singles’ bewijst dat deze band zijn topvorm heeft gevonden én dat synthpop wel degelijk samen gaat met de occasionele death metal-grunts. – Filip Tyskens
27. Strand – Strand
Een gitaar, een warme stem en een man die daar enorm veel mee kan doen: meer is er niet nodig voor één van de beste, en meest memorabele platen van het jaar. Bert Dockx’ ruwe, maar toch ook afgewerkte gitaarspel wordt op een fantastische manier vergezeld door zijn poëtische Nederlandse teksten. Strand is vooral oprecht, vol met gevoelens en verlangens, gedrenkt in melancholie. De plaat gaat van rust tot onrust, van licht tot duisternis en van spanning tot oplossing. Je kunt je er zo gemakkelijk in verliezen, daar samen op een strand. – Simon Kremar
26. Timber Timbre – Hot dreams
Timber Timbre heeft altijd al een patent gehad op de betere dreigende folk. Ook op ‘Hot dreams’ blinken ze er weer in uit als geen ander, met ‘Curtains?!’ als voorbeeld bij uitstek. Toch komt er af en toe ook een iets zwoeler kantje van het Canadese viertal bovendrijven. Neem nu bijvoorbeeld dat heerlijk stukje saxofoon in het titelnummer zelf. De langspeler geeft misschien niet al zijn geheimen prijs bij de eerste luisterbeurt, maar laat je elke keer wat meer proeven van zijn kwaliteiten. – Alexander Spriet
25. Metronomy – Love letters
Metronomy’s ‘Love letters’ is de ultieme ode aan de liefde. Geen zoetsappige nonsens hier, maar kwalitatief ontzettend hoogstaande liedjes in allerlei verschillende muzikale stijlen, en toch allemaal heel erg ‘Metronomy’. Kleine liedjes (‘The Upsetter’), pop-soul (‘Love letters’), indie-pop (‘I’m Aquarius’) of pseudo-disco (‘Boy racers’)…it’s all here. Dit album is zó goed, dat eenmaal luisteren voldoende zou moeten zijn om er verliefd op te worden. “Hold on tight to everything you love”, zingt Joe Mount. En ja, dat doen we zeker met ‘Love letters’. Dit is een album dat over 20 jaar nog met liefde de stereo op geslingerd wordt! – Martin De Kruijter
24. Dean Blunt – Black metal
Ja, ‘Black metal’ is een moeilijk te doorgronden plaat, maar geef ze wat tijd en je zal ervoor beloond worden. Dean Blunt staat er immers om bekend zijn luisteraars al eens op de proef te willen stellen. Wij hebben in ieder geval doorgezet en zijn tot de conclusie gekomen dat we hier met een erg mooi album te maken hebben. De eerste helft is al wat toegankelijker en bereidt je langzaam voor op wat komen zal. Vooral ‘FOREVER’ en ‘X’, samen goed voor tweeëntwintig minuten, willen het je knap lastig maken, maar eenmaal je daar doorheen bent blijkt de voldoening toch groot. – Alexander Spriet
23. Ben Frost – A U R O R A
Opener ‘Flex’ laat er geen twijfel over bestaan: wat volgt is niet meteen het best verteerbare luistermateriaal dat er momenteel voor het grijpen valt. Toch is het precies dat ongemakkelijke en beklemmende gevoel wat van ‘A U R O R A’ één van de meest intense platen van het jaar maakt. Het meesterwerk blinkt uit in consistentie waardoor de ijzingwekkende sfeer geen seconde verslapt en beukt op onverstoorbare wijze en met een perfecte timing ook je buis van Eustachius aan diggelen. Bovenal vindt de producer met zijn tweede langspeler schoonheid in het lelijke en wordt de luisteraar daardoor geconfronteerd met zijn eigen thanatos. – Thomas Konings
22. The Antlers – Familiars
Even een misvatting uit de weg ruimen: ‘Hospice’ is niet het meesterwerk van The Antlers. ‘Het meesterwerk’ bestaat niet en zal er misschien ook nooit komen. Wat wel vaststaat is dat de jongens uit Brooklyn opeenvolgend drie absolute parels op de wereld loslieten. Doorbraakalbum ‘Hospice’ was een barstende etterbuil vol emoties, maar op hun volgende, ‘Burst Apart’, vond het drietal focus en een iets lichtere (lees: meer luisterbare) toon. Die gerijpte schrijfvaardigheden zijn ook hoorbaar op ‘Familiars’, waar de muziek vrijuit meandert zonder ooit de weg te verliezen. Laat u meedrijven en u zal gezalfd aan wal komen. – Max De Moor
21. alt-J – This is all yours
De aanloop naar de tweede plaat van alt-J verliep niet van een leien dakje. De groep ging van een kwartet naar een trio – we missen je, Gwil – en de vraag of een band erin slaagt een briljant debuutalbum waardig op te volgen, roept altijd extra druk op. Toch heeft ondergetekende eigenlijk nooit aan alt-J getwijfeld. Van ‘An awesome wave’ straalde zoveel vakmanschap af en zo’n oceaan aan ideeën en vernieuwingen werden tentoon gespreid dat het een enorme verrassing zou geweest zijn als ze het toch niet voor mekaar kregen. Met ‘This is all yours’ lanceerde alt-J een meer dan waardige opvolger, ze hertekenden opnieuw het muzikale landschap. Op zo’n korte tijd twee albums afleveren die zo veelzijdig en grensverleggend zijn, dat wordt alleen met een diepe buiging recht aangedaan. – Anthony Brynaert
20. SOHN – Tremors
De eerste langspeler van producer-songwriter SOHN, Toph Taylor voor de vrienden, werd in België vooraf gegaan door fel bejubelde liveprestaties die de verwachtingslat enkele decimeters hoger legden. Schijnbaar moeiteloos loste de Brit die in. Single ‘Artifice’ was niet meer van de radio los te rukken en op de full length bleek dat de man nog meer van dat moois uit zijn schuimende synths, melancholie opwekkende productie en adembenemende falsetto kon toveren. Elke song op ‘Tremors’ bruist als een smeltkolk van pop, r&b en elektronica en neemt je mee in emoties; van euforisch over stormachtig tot tristesse, enkel verlicht door wobbelende beats. Dit jaar stapte Taylor uit de schaduw van zijn meest vernoemde vergelijking: James Blake. – Tiffany Devos
19. Ought – More than any other day
Wat is er mooier dan aangenaam verrast te worden door het debuut van een tot dan toe relatief onbekende band? Ought kiest op ‘More than any other day’ nochtans niet voor de gemakkelijkste weg. De rauwe postpunk, doordrenkt van onrustige gitaarsalvo’s en een grenzeloze energie, creëert een onderhuidse spanning waarvan wij ongemakkelijk heen en weer gaan schuifelen op onze stoel. ‘Pleasant heart’ is een heerlijke portie muzikale chaos en‘Habit (I feel a, I feel a)’ klinkt als een moderne reïncarnatie van Talking Heads, terwijl ‘Today, more than any other day’ ons na twee minuten negativisme plots het existentiële geluk van het leven op het hart drukt. ‘More than any other day’ kent geen dipjes en is een debuutplaat van de bovensteplank. Lang leve Ought, today, more than any other day. – Bram Pollers
18. Sharon Van Etten – Are we there
De muzikante die dit jaar het meeste met ons gedeeld heeft, is ongetwijfeld Sharon Van Etten. De Amerikaanse rukte haar hart en zieltje uit om het grofweg en zonder veel waarschuwing op ons bord te gooien, waarna wij wezenloos maar gulzig consumeerden. Van Etten graaft diep en geeft in één van de meest verwoestende songs van 2014 ‘Your love is killing me’ haar benen, tong, huid en ogen op om maar niet terug te hoeven vallen op haar grote liefde. Voorts showcaset Van Etten op ‘Are we there’ ook subtieler een ongelooflijk songwritingtalent met pianoballads en meer elektronische ritmes zonder haar folky gitaarroots te vergeten. Bovendien blijkt onder meer uit de eigen productie een gefocuste visie, groei en een ferme grip op het geluid van deze aangrijpende vierde plaat. Wij geven graag onze benen, tong, huid en ogen aan Sharon, als we onze oren maar mogen houden. – Tiffany Devos
17. Oscar & The Wolf – Entity
Als dit het gala van de sportman van het jaar was dan schreven we nu over het boerenjaar van Oscar & the Wolf. In 2014 lukte alles voor Max Colombie en de zijnen. Wanneer in mei ‘Entity’ verschijnt, blijkt dat de groep volop ingezet heeft op een grootsere, meer uitgesproken sound dan de dromerige folk van de eerste ep’s deed uitschijnen. Deze koerswijziging maakt van de jongelui meteen kopmannen die ineens overal voor de prijzen meespelen. Singles ‘Princes’ en ‘Strange entity’ prijken weken bovenaan de hitlijsten. Dit sterke debuut wordt de motor voor een reeks uitverkochte concerten en triomftochten langs de festivals. Wij wedden erop dat de dansbare melancholie en wervelende melodieën van ’Entity’ de ideale opstap naar een internationale doorbraak vormen. – Gert Thijs
16. Warpaint – Warpaint
De vier dames van Warpaint namen drie jaar de tijd om de opvolger van debuut ‘The fool’ op punt te stellen. We willen niet stellen dat een lange creatieperiode resoluut leidt tot kwaliteit, maar in dit geval kan er toch gezegd worden dat er in die drie jaren iets moois tot stand is gebracht. Tweede langspeler ‘Warpaint’ klinkt meer gepolijst en afgewerkt dan hun eerste, ook al zijn bepaalde fouten, zoals duidelijk te horen in ‘Intro’, er opzettelijk niet uitgefilterd. Het gezang van de meisjes zweeft boven de ijle melodieën, die dan weer op een fijne manier levend gehouden worden met opzwepende percussie. ‘Warpaint’ is van de hoogste wolk naar beneden vallen maar nooit de aarde raken. Het is de elektrisch geladen onheilspellende warme lucht vlak voor een zomers onweer. Het is zo fragiel als zonnestralen die door de wolken breken en zo sterk als kristal, of beter: als diamant. – Iris Wyckmans
15. Perfume Genius – Too bright
Over het ontluikende zelfvertrouwen van Perfume Genius is veel inkt gevloeid dit jaar. Toch wordt de zanger nog steeds geplaagd door zelfhaat. Net de spanning tussen deze twee uitersten maakt ‘Too bright’ zo een interessant, menselijk werkstuk. Het ene moment waant zanger Mike Hadreas zich een koningin, het andere vergelijkt hij zijn lichaam met een rotte perzik. Of hij dat eerste doet om zulke negatieve gedachten te verbergen of dan wel te elimineren blijft een open vraag. Het onderscheid tussen willen en zijn staat op losse schroeven. Dat zie je ook tijdens optredens, waar de podiumschuwe Hadreas zichzelf dwingt om de piano als schuilplaats te verlaten. De dreigende, diva-achtige danspassen die erop volgen zijn overduidelijk performance. Wanneer hij dan de woorden “No family is safe, when I sashay” zingt is dat evenveel uit overtuiging, als om zichzelf te overtuigen. De motivatie die hem achter die piano weghaalt, beweegt hem ook om met elk album nieuwe nuances bloot te leggen, zowel muzikaal, als thematisch. Zo ontroert het rijpingsproces van de artiest even sterk als zijn liedjes. – Max De Moor
14. Flying Lotus – You’re dead!
Ook FlyLo’s vijfde studioalbum is verwennerij van het hoogste niveau. Vanaf de eerste seconde rijgt Captain Murphy opnieuw de muzikale ideeën aan mekaar met een hoog vinger-aan-de-pols-gehalte. De Amerikaan laat jazz, elektronica en hiphop gezamenlijk swingen zoals alleen hij dat voor mekaar krijgt. Elke (non-)gedefinieerde stijl passeert wel de revue in één van de negentien werkjes. Slechts enkelen slaagden erin die gave om te zetten in muzikale brouwsels. ‘You’re dead!’ stuitert alle kanten op en schudt zichzelf en de luisteraar meermaals door elkaar, maar altijd met een zachte landing als uitkomst. Van minimalistische spacy sfeerzetting (‘Coronus, the creator’) over gameplay-poppende beats vergezeld door Snoop Dogg (‘Dead man’s tetris’) tot misschien wel de meest opwindende hiphopschijf van 2014 (‘Never catch me’): Steven Ellison is de ongekroonde koning van de genre-overschrijdende versmelting van muziekstijlen. ‘You’re Dead!’ is virtuoos, kleurrijk en dynamisch. Flying Lotus is – opnieuw – king. – Anthony Brynaert
13. St. Vincent – St. Vincent
Wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien. Twee jaar na haar samenwerking met David Byrne en een uitgebreide tour later, bewijst Annie Clarke dat ze een goede leerling is, een spons die nooit haar eigen kleur vergeet. ‘St. Vincent’ staat namelijk bol van faux-funk en drenkt de meedogenloos zelf-analyserende teksten van Clarke in dansbare melancholie, maar laat ook genoeg ruimte voor haar mechanisch, sneller-dan-haar-schaduw gitaarwerk en songs die niet kunnen verbergen dat Annie als kind in de ketel met artrock-brouwsels gevallen is. Gesyncopeerde, energieke nummers als ‘Digital witness’ (daar zijn die blazers terug) en ‘Birth in reverse’ staan zonder een greintje schuring naast haast catatonische schrijfsels als ‘Prince Johnny’ en ‘I prefer your love’, maar wat dit werk echt aan mekaar bindt, is elektriciteit. Iemand, zij het St. Vincent zelf, producer John Congleton of één van haar muzikanten, is er in geslaagd om elk element op het album – zang, beats, drums, gitaren, bassen – door het stopcontact te jagen. ‘St. Vincent’ is zelfgetiteld met een reden, het wordt de plaat waarmee elke toekomstige output zal vergeleken worden. – Jens Van Lathem
12. Sun Kil Moon – Benji
Hij zou ons waarschijnlijk met zijn peperdure puntige schoenen in het gezicht schoppen, het was al bijna van dat in de Handelsbeurs eerder dit jaar, maar laat het ons toch gevaarlijk melig stellen: Sun Kil Moon heeft op zijn laatste plaat op roerende wijze een tussentijdse balans van zijn leven opgemaakt, en die eindigt in de negatieve cijfers. Luister niet naar de gitaren, want die zijn banaal, en luister niet naar de burn-out melodieën, want die staan volledig in dienst van de teksten. Mark Kozelek draait op ‘Benji’ neorealistische films die gaan over meer mensen rond je zien sterven dan goed voor je kan zijn, wroeten, krabbelen en je poot stijf houden in de muziekindustrie, haat-liefdeverhoudingen met zijn ouders en alles dat daartussen ligt en kan dienen om je aan de staalharde hangmat van het leven te ketenen. Eindigen met een quote uit ‘I love my dad’ dan? “When I was young my father taught me not to gloat / If I came home too proud of myself I get wrestled to the floor and choked.” – Jens Van Lathem
11. Jungle – Jungle
Jungle; de naam alleen al doet je dansen. Vrolijke soul gemixt met tropische funk, r&b en wat catchy disco-elementen, dat is wat het Britse tweetal Lloyd-Watson en McFarland op hun eerste plaat toonden aan de wereld. Hun debuut was een schot in de roos, zo getuige ook hun concert in de AB eerder deze maand dat maanden op voorhand was uitverkocht. En terecht. BBC – en met hen vele anderen – voorspelde het al toen ze hen nomineerden voor de Sound of 2014 poll: de mannen worden gezien als dé hype van het afgelopen jaar. Dat is ook geen wonder, want wie krijgt het nu niet warm van een single als ‘The heat’? Perfect meezingbaar na twee luisterbeurten, perfect dansbaar – zelfs wanneer je het album voor het eerst hoort. Soms moet je het gewoon niet te moeilijk maken. – Rana Cools
10. Run The Jewels – Run The Jewels 2
Op het vervolg van het sterk gewaardeerde ‘Run The Jewels’ hebben Killer Mike en El-P duidelijk aandacht gehad voor de (weinige) minpuntjes die opgemerkt werden, zonder hun eigen stijl te verloochenen. Wat RTJ2 één van de beste albums van het jaar maakt is onder andere de mix tussen humor en gewichtigheid. Dat is nog het best aan te tonen met het filmpje waarin Killer Mike tot tranen toe bewogen wordt bij een speech over Michael Brown, maar vervolgens toch het feestbeest uithangt op het podium. De snedige kritiek op de maatschappij wordt door het duo in uitstekende hiphop verpakt. De productie klinkt veel meer gepolijst dan op het eerste album en de verschillende gastartiesten zorgen ervoor dat er meer diepte in het werk komt. Run The Jewels verkoopt in eerste luisterbeurten een oplawaai, maar eenmaal hersteld merk je als luisteraar dat de mank lopende samenleving geviseerd wordt. – Daan Leber
9. Mac DeMarco – Salad days
8. Angel Olsen – Burn your fire for no witness
Na een relatief onopgemerkt debuut wist het publiek dit jaar eindelijk de weg te vinden naar de Amerikaanse folkzangeres Angel Olsen. Alleen had ze wel beslist om deze keer het folk-idioom een beetje te laten varen en om met een complete band te werken, met een heerlijk resultaat. Op ‘Burn your fire for no witness’ zingt Olsen alsof ze tien keer gebroken en negen keer terug gelijmd werd, en doet ze dit over melodieën die nu eens vinnig (‘Forgiven/forgotten’), dan weer voorzichtig optimistisch (‘Stars’) of zelfs ronduit intriest klinken (‘White fire’). Dit jaar was het heerlijk vertoeven in haar wereld, waar de onderhuidse spanning nooit verslapt en alle songs er gewoon recht op zijn. – Filip Tyskens
7. Arca – Xen
Arca pakt de dingen anders aan: hij tapt zijn muziek recht uit hart, hersenen en vermoedelijk nog een paar andere organen. De Venezolaan maakt dit jaar serieus indruk met de vormpjes die hij knipte en ons presenteerde als ‘Xen’, de langspeler die vernoemd werd naar de artiest zijn sassy, hermafrodiete maar eerder vrouwelijke alter ego. Door zijn manier van werken klinken zijn nummers als ruw geserveerde en ongepolijste muzikale adaptaties van al zijn gevoelens en ervaringen, van de schrik tot de romantiek die door zijn aderen gierde. Hoewel het hele album omgeven wordt door een donkere sluier van futurisme en er op deze debuutplaat haast een dystopie dreigt, lijkt Ghersi net te willen tonen dat er onder het kille toekomstbeeld heftige zielen verscholen zitten die meer dan ooit het leven onder hun vel voelen kittelen. ‘Sad bitch’ en ‘Failed’ is de Duyster-tristesse van morgen, de titelsong weerspiegelt een heldhaftige liefde in barre tijden en ‘Sisters’ representeert een volle borst vooruit. Arca laat op ‘Xen’ elektronica wenen en koesteren, leert de luisteraar meteen nog een lesje over identiteit en versmelt het nu en het morgen aan de hand van grote tranen en intense pracht. – Thomas Konings
6. Aphex Twin – Syro
Eigenlijk zou het niet mogen dat we zo lang moeten wachten op nieuw werk van Aphex Twin. Maar als het resultaat een album als ‘Syro’ blijkt, dekken we dat graag met de mantel der liefde toe. Twaalf songs die titels dragen die je soms amper uitgesproken krijgt en daarmee hun hitkansen al bij voorbaat om zeep helpen, bewijzen dat Richard D. James nog steeds de meest begenadigde knutselaar van geluiden is. Melodieën worden overwoekerd door weerhaakjes die de songstructuur voortdurend saboteren, met blieps waar je je als luisteraar soms ongemakkelijk bij voelt. Intense luisterinspanningen ontbloten uiteindelijk alsnog de prachtige liedjes die bedolven liggen. ‘Produk 29’ en ‘4 Bit 9d Api+e+6’ bezitten de warmte van het beste van Kraftwerk terwijl afsluiter ‘Aisatsana’ een minimalistische piano herbergt die je Nils Frahm toedicht. Donkerder wordt het met scheutjes house en techno in ‘180db_’ en een elektronisch equivalent van een stadionsong horen wij in ‘CIRCLONT6A (Syrobonkus mix)’. Aphex Twin blijft radicale muziek maken en dertien jaar na ‘Drukqs’ levert dat bijna een uur radio-onvriendelijke maar wel hemelse pop op. Hoe clever hij ook die popmuziek verstopt, in essentie bricoleert de Welshman nét dat. – Sven Volckerijck
5. Grouper – Ruins
Men neme een desolaat stukje Portugal, een piano, Liz Harris’ zachte stem en een eenvoudige recorder. Het resultaat is een bloedmooi album dat als titel ‘Ruins’ meekreeg. In onze jachtige samenleving, waarin we constant omringd worden door een lawaaierige drukte, is een moment van rust en stilte van tijd tot tijd uiterst welgekomen. De ideale plaat daarvoor hebben we dit jaar aan Grouper te danken. We zouden reeds voorzichtig durven stellen dat ‘Ruins’ bij het beste is van wat we al van de ambientartieste hoorden. Met fantastische albums als ‘Dragging a dead deer up a hill’ en ‘Alien observer’ is de concurentie daarvoor nochtans niet min. Het is het soort langspeler dat je in bed door je koptelefoon laat galmen na een lange en zware dag om innerlijk volledig tot rust te komen.
Slechts weinig muzikanten kunnen een nummer als ‘Holding’ maken, waar je 8 minuten met ingehouden adem naar zit luisteren ondanks dat er eigenlijk maar weinig in verandert. Alleen al daarom verdient Grouper ons diepste respect. Ook de andere songs zijn trouwens adembenemend mooi; geen seconde gaat de intensiteit van de muziek naar omlaag. Met sobere piano-aanslagen en een fragiele fluisterstem laat Harris de wereld om je heen eventjes stilstaan. Ze geeft je veertig minuten lang het gevoel dat je alleen bent; in onze moderne maatschappij zijn dat momenten om te koesteren. Om die reden kunnen we dan ook niet anders dan heel erg dankbaar zijn dat we ‘Ruins’ het afgelopen jaar in ons leven hebben mogen verwelkomen. – Alexander Spriet
4. Caribou – Our love
‘Our love’ is Dan Snaiths vierde album en lost zonder problemen alle hoge verwachtingen in. De Canadees pakt niet uit met eindeloos beukende beats en bassen, maar siert in zijn heerlijke eenvoud, namelijk met nummers die bestaan uit duidelijke lagen zonder overdadig te worden, maar er wel in slagen een samenhangend en meeslepend geheel te vormen. De lichte stem van Snaith mengt perfect met zijn ingenieuze synths en subtiele maar toch cruciale beats. Het verschijnen van zijn favoriete landgenote Jessy Lanza in ‘Second chance’ geeft het album een sensuele, poppy dimensie. ‘Mars’ zorgt dan weer voor een exotische toets met de Afrikaanse ritmes en een fluit die door de song fladdert als een kolibrie. Snaith brengt met ‘Our love’ een ode aan de liefde, en doet dit zowel voor de goede als de kwade dagen. Ook de pijn, woede en verwarring neemt hij mee in de langspeler, maar gelukkig vergeet hij de tederheid, warmte en vreugde niet. – Iris Wyckmans
3. Swans – To be kind
De dreigende duisternis van Swans nam ons in 2014 wederom bij het nekvel. Na het overdonderende ‘The seer’ (2012) dachten we dat alle monsters onder ons bed vandaan waren gekropen, maar dankzij ‘To be kind’ weten we wel beter. Michael Gira en zijn trawanten slopen uit hun duistere hol tevoorschijn om ons opnieuw mee te sleuren in hun aardedonkere universum.
Sinds 2010 zijn Swans bezig aan iets dat eerder een ware wedergeboorte dan een comeback kan genoemd worden. De eighties-veteranen wisten in dit nieuwe decennium een nieuw publiek aan te trekken en tonnen lof bij de critici te oogsten door vooral ongestoord hun eigen, gitzwarte ding te doen. ‘Compromisloos’ en ‘ellenlang’ zijn twee woorden die wel eens durven vallen als het over Swans gaat. Met hun aanzwellende noisesymfonieën die de halfuurgrens durven te overschrijden en hun ondoordringbaar duistere, door Gira op kenmerkend bitsige wijze gedeclameerde, lyrics, hebben de heren daar zelf een beetje om gevraagd. ‘To be kind’ is echter vooral een onovertroffen meeslepende ervaring, een dubbel-cd die beetje bij beetje dieper in de duisterste krochten van het menselijk wezen doordringt. In deze pendant worden alle troeven van het al weergaloze ‘The seer’ zelfs nog een beetje scherper gesteld. ‘To be kind’ luisteren is niet prettig, maar laat dat nu net de bedoeling zijn. Het resultaat is des te meeslepender. Door dit bronzen monster worden wij gaarne opnieuw en opnieuw opgepeuzeld. – Matthias Desmet
2. The War On Drugs – Lost in the dream
Is ‘Lost in the dream’ de meest geciteerde plaat in de eindejaarslijstjes van 2014? In beperkte kringen kon The War On Drugs al langer dan vandaag op bewondering rekenen. De band schonk ons dit jaar een meesterwerkje dat de tand des tijds gegarandeerd zal overleven, en binnen enkele decennia ongetwijfeld nog over de tongen zal gaan. Absolute blikvangers ‘Under the pressure’ en vooral ‘Red eyes’ openen een plaat die repetitief tot synoniem van fascinerend bombardeert, en die eenvoud tot equivalent van verfijning kroont. Op de podia van de Botanique, Best Kept Secret, Pukkelpop en de Ancienne Belgique liet de groep rond Adam Granduciel, die ooit nog Kurt Vile in de gelederen telde, zien en horen dat het onweerstaanbare album geen toevalstreffer was. Sceptici die voorspelden dat een door de hype tot de nok gevulde Club-tent in Kiewit na enkele minuten psychedelisch gepingel weleens snel half leeg zou kunnen zijn kregen ongelijk.
Dit gezelschap heeft duidelijk een reuzenpas naar voor gezet. En dat is misschien wel het mooiste aan dit hele verhaal. Waar het anno 2014 al moeilijk is om menigeen te overtuigen van het belang van een coherente langspeler, is het nog veel ingewikkelder om deze lijn mooi door te trekken naar het podium. Hierdoor schrijft The War On Drugs in ieder geval het mooiste sprookje van de afgelopen twaalf maanden, en is de overvloedige aanwezigheid in al die lijstjes eigenlijk een erg logische zaak. – Bart Somers
1. FKA twigs – LP1
Eindejaarlijstjes opstellen is keuzes maken. Niet alleen tussen verschillende albums, maar ook tussen verschillende soorten platen en wat ze bij je oproepen. Sommigen stemmen liever op vertrouwde maar aanstekelijke geluiden, anderen kiezen dan weer voor grensverleggende experimenten of hartstochtelijke gevoelens. Wat ‘LP1’, de debuutplaat van FKA twigs zo uitzonderlijk maakt, is dat ze bruggen weet te bouwen tussen al deze manieren van luisteren en zo een universeel geluid schept dat alle muziekliefhebbers weet te verenigen.
Dat geluid is radicaal vernieuwend. Want, wat voor muziek maakt de Britse Tahliah Barnett nu precies? Dat ‘r&b’ of zelfs ‘indie r&b’ een verkeerde noemer is, maakte de muzikante zelf al duidelijk. Dan hoorde ze liever ‘punk’, maar als genre slaat dat in dit geval helemaal nergens op. Als statement dekt ‘punk’ dan wel beter de lading, aangezien ze een sound tentoonspreidt die onbekend en anders is, alsook niet bepaald mainstream of underground klinkt. Door haar uitstekende songwritingskills zou je haast vergeten hoe speciaal de popmuziek is die de gewezen video girl maakt. Haar stem rijkt tot op ongekende hoogtes – niet op een traditionele diva-manier, maar met een tedere, sensuele en breekbare stijl – en de producties bestaan uit een rijk klankenpalet dat slim tot een coherent geheel opgebouwd wordt. Ratelende percussie bouwt op en af, ondefinieerbare geluiden komen en gaan; elementen die normaal gezien moeilijk te begrijpen zijn, krijgen allemaal een geschikt plekje in een op het eerste gehoor eenvoudig geheel.
Zowel collectief als afzonderlijk imponeren de nummers van FKA. Ze zorgen ervoor dat je als luisteraar met een rotvaart door een verslavende tunnel gezogen wordt, dat je zintuigen telkens weer getest worden op hun scherpte en dat allerlei gevoelens en impulsen zich opwerpen in je hoofd, terwijl je amper de tijd krijgt om te beseffen wat er precies gaande is. Twigs doet telkens weer snakken naar de volgende seconde, hunkeren naar het onbereikbare en vaak onbegrijpbare, en tenslotte ook verlangen naar meer van deze niet eerder uitgevonden, maar instant herkenbare stroomstoten. – Thomas Konings
In een droge, overzichtelijke lijst:
1. FKA twigs – LP1
2. The War On Drugs – Lost in the dream
3. Swans – To be kind
4. Caribou – Our love
5. Grouper – Ruins
6. Aphex Twin – Syro
7. Arca – Xen
8. Angel Olsen – Burn your fire for no witness
9. Mac DeMarco – Salad days
10. Run The Jewels – Run The Jewels 2
11. Jungle – Jungle
12. Sun Kil Moon – Benji
13. St. Vincent – St. Vincent
14. Flying Lotus – You’re dead!
15. Perfume Genius – Too bright
16. Warpaint – Warpaint
17. Oscar & The Wolf – Entity
18. Sharon Van Etten – Are we there
19. Ought – More than any other day
20. SOHN – Tremors
21. alt-J – This is all yours
22. The Antlers – Familiars
23. Ben Frost – A U R O R A
24. Dean Blunt – Black metal
25. Metronomy – Love letters
26. Timber Timbre – Hot dreams
27. Strand – Strand
28. Future Islands – Singles
29. Real Estate – Atlas
30. Hundred Waters – The moon rang like a bell
31. Iceage – Plowing into the field of love
32. Vessel – Punish, Honey
33. Einstürzende Neubauten – Lament
34. Thee Silver Mt. Zion Memorial Orchestra – Fuck off get free we pour light on everything
35. Dans Dans – 3
36. Wild Beasts – Present tense
37. Thurston Moore – The best day
38. Morgan Delt – Morgan Delt
39. Eagulls – Eagulls
40. Ariel Pink – pom pom
stemmers: Adriaan Fillet (Indiestyle), Aïda Gabriels (Kokosnoten, Harohnny), Aldo Struyf, Alexander Spriet (Indiestyle), Anthony Brynaert (Indiestyle), Bart Somers (Indiestyle), Beau Janssens (Indiestyle), Ben Van Alboom (HUMO, De Standaard, Red Bull Elektropedia), Bert Bosschaert (Democrazy), Bram Pollers (Indiestyle), Britta Verheeken (Twee Huizen Verder), Daan Leber (Indiestyle), Dennis Van Hoof (Toutpartout, Oddie Records), Double Veterans, Elisah Vandaele (De Kreun), Felix van De Loock (Cactus), Filip Tyskens (Indiestyle), Free Anckaert (Urgent), Gaëlle Vanhaverbeke (Toutpartout, Democrazy, Urgent), Gert Thijs (Indiestyle), Horses, Iris Wyckmans (Indiestyle), Jens Van Lathem (Indiestyle), Joeri Thiry (STUK, Cobra), Johan Baeten (Analogue Spheres, Kokosnoten, DaMusic), Jona Koekelcoren (Waste My Records), Joshua Migneau (Blackpool), Lode Pauwels (Leffingeleuren, De Zwerver), Maarten Maes (Radio Scorpio), Marc Puyol-Hennin (Skyline Reviews), Mattias Baertsoen (Enola), Mattias Goossens (Indiestyle), Matthias De Smet (Indiestyle), Max De Moor (Indiestyle), Melting Time, Mich Decruyenaere (De Kreun), Mon-o-Phone, Nordmann, Philippe Boermans (014), Pieter Malliet (Indiestyle), Rana Cools (Indiestyle), Robbing Millions, Sam Hendriks (Indiestyle), Sasha Van der Speeten (De Standaard, FM Brussel), Say Say, Senne Van Den Bogaert (HumanHuman), Simon Kremar (Indiestyle), Soldier’s Heart, Stef Claes (Skyline Reviews), STUFF., Subbacultcha!, Sven Volckerijck (Indiestyle), Thomas Konings (Indiestyle), Tiffany Devos (Indiestyle), Tim Beuckels (Unday Records), Ufuk Demir (Mint, Why Not Monday), VUURWERK, Warhola, Willem Gerits (DRLR Records), Wim Smets (TRIX), Yannick H’Madoun (Poppunt), YAWNS
Hun individuele lijstjes verschijnen binnenkort naast jaaroverzichten van Kurt Overbergh (AB), Crumar Young, Team William, Chantal Acda, ping pong tactics en Bert Dockx.
Het artwork bij de lijstjestijdartikels werd gemaakt door de fantastische Sofie Detaille.