Met een kleine vertraging betrad Phoenix zondag voor een tweede maal het podium van een uitverkochte Trix Club. Een vrij unieke setting voor de Franse band, die gewend is op veel grotere podia hun mix van indiepop en new wave te verkondigen (vier jaar geleden nog op de main stage van Rock Werchter!). Enkele voorafgaande teasers op Facebook suggereerden al dat er nieuw materiaal zat aan te komen en wij mochten ons bij de gelukkigen rekenen die de premature songs voor het eerst live zouden aanschouwen.
‘Ti amo’ – een nieuw nummer – beet de spits af met een aanzwellende drum-sample en wist al vroegtijdig een broeierig dansfestijn ontketenen, ondanks de behoorlijk rommelige geluidsmix (iets waar de andere nieuwe songs trouwens ook mee worstelden). Wanneer spierballendrummer Thomas Hedlund de intro van ‘Lasso’ inzette werd het alleen maar beter. Bij het passeren van hitsingle ‘Entertainment’ en het synth-poppy ‘SOS in Bel Air’ (beiden afkomstig van het laatste album uit 2013) at de Trix al vroegtijdig uit handpalm van Phoenix. Zanger Thomas Mars mocht dan niet altijd even verstaanbaar zijn door het overdonderende muzikale geweld, dat werd dubbel en dik gecompenseerd door het aanstekelijke enthousiasme waarmee de band zich profileerde.
De songs volgden mekaar in zo’n sneltempo op dat stilstaan een quasi onmogelijk opgave was. De band putte vooral uit het album ‘Wolfgang Amadeus Phoenix’, wat we allerminst erg vonden aangezien dit toch zowat het hoogtepunt uit de Phoenix-discografie is. Een drietal nieuwe nummers werden ter hore gebracht, maar daar liepen we echter nog niet geheel warm van, al is het nog wat vroeg om daar nu al een uitspraak over te doen. Wanneer de studio versies het daglicht zien zal je van ons ongetwijfeld onze ongezouten mening krijgen.
De outro van ‘Love like a sunset’ was er eentje om in te kaderen. Vooral de speelse interactie tussen beide gitaristen terwijl ze die laatste gitaarakkoorden zo synchroon mogelijk probeerden brengen – daaruit bleek dat niet alleen wij, maar ook de band zichzelf kostelijk amuseerde. Vooral gitarist Christian Mazzalai wist gedurende het hele concert geen blijf met zichzelf en benutte de resterende podiumruimte volledig door onophoudelijk heen en weer te wiegen en uit te halen met zijn gitaar – de grappige gelaatsuitdrukking namen we er van harte bij. ‘Lisztomania’ is tenslotte nog het vermelden waard omwille van het grootste meezingmoment van de avond en bij hekkensluiter ‘If I ever feel better’ mochten de Phoenix-fans van het eerste uur hun hart nog eens ophalen.
Het eerste bisnummer kwam er in de vorm van een kaalgestripte versie van ‘Countdown’ – met enkel Mars op zang, begeleid door Mazzalai op gitaar. Een welgekomen stilte voor de storm, want vervolgens verschenen de overige vier bandleden ook weer ten tonele om ‘1901’ in te zetten, waardoor het concert met een opzwepend hoogtepunt eindigde en onze stembanden het hard te verduren kregen. Bij afloop werd de sympathieke frontman zowel letterlijk als figuurlijk op handen gedragen toen hij besliste om zich een weg te banen door het publiek en talrijke merci’s door zijn microfoon te schallen. Van een blij weerzien gesproken.