De afgelopen dagen vertoefden we op MENT, een showcasefestival dat je qua grootte en niveau perfect op een lijn kan plaatsen met het helaas (voorlopig?) ter ziele gegane Gentse Glimps. Het grootste verschil tussen beide is dat je voor MENT een trip richting Ljubljana moet maken, en dus niet zomaar voor een avondje over en weer kan.
Op woensdagavond werd de aftrap gegeven in Kino Šiška, de enige plek waar er op die dag concerten plaatsvonden. De aarzelende start kwam van Nesesari Kakalulu, een lokale band die net zijn debuutalbum uit heeft. Op hun tropische jazzy klanken valt op zich weinig aan te merken, terwijl echt genieten er ook niet bij was. Op visueel vlak bleven we op onze honger zitten. Het zegt veel dat het vijfkoppige achtergrondkoor meer bewoog op enkele vierkante meters dan de hele band samen op de rest van het podium.
Wat later op de avond werd op hetzelfde podium het zwaar geschut ingezet met Algiers, de op een na grootste naam op de affiche van MENT 2018. De groep met een wervelende experimentele mix van post-punk en donkere gitaarpop overgoten met een uiterst soulvolle stem zorgde voor de eerste propvolle zaal en was in erg goede doen. We zagen de band in het verleden al eens in de vroege namiddag aan het werk op Pukkelpop. Een duistere winteravond gaat hen duidelijk beter af, is de enige conclusie die we kunnen trekken. Algiers ging tekeer als een pisnijdige Bloc Party of de Nick Cave in de tijd dat deze man nog vooral sloeg en zelden zalfde. Zet soul-icoon Wilson Pickett bij The Stooges en je kan je een beeld vormen van waar Algiers live voor staat.
De topnaam van het hele festival en dus ook van dag 1 was Young Fathers, een groep met hier en daar wat sceptici en vooral hoe langer hoe meer voorstanders. Afgaande op hun show van woensdag kunnen we duidelijk zijn: wie aan deze gasten twijfelt, doet er goed aan om een volgend concert bij te wonen want in Ljubljana overtuigden ze naast de neutrale toeschouwer zowel vriend als vijand. Op onze Facebook-pagina vind je een filmpje van wat dat gaf tijdens de laatste minuut van het concert. Young Fathers is een voorbeeld van hoe de wereld vandaag perfect in elkaar zou kunnen zitten, samengesteld uit mensen van verschillende huidskleuren die tevens talloze spectra van de muzikale wereld verkennen. Iets meer coherentie zou af en toe zelfs geen overbodige luxe zijn. Al bij al hebben we hier wel nog te maken met een relatief jonge band die in 2014 tot veler verbazing de Mercury Prize won met het album ‘Dead’. Op het podium komt de muziek grotendeels van een laptop, wat ruimschoots gecompenseerd werd door de energie van de drie gezichten van de band. Het concert eindigde alvast met tientallen dansende fans op de bühne. Afgaande op wat we woensdag zagen, is Young Fathers een blijvertje.
Vanaf donderdag was het dan echt ontdekken geblazen, met kleinere namen uit minder traditionele muzieklanden. Aftrappen deden we met 5K HD uit Oostenrijk, een band die het voltallige publiek in de nokvolle Stara mestna elektrarna aan zijn voeten kreeg. Onder aanvoering van frontvrouw Mira Lu Kovacs werd de oude energiecentrale getrakteerd op een experimentele variant van dromerige jazzy pop. Je kan het ook doorleefde art-pop noemen, waarmee we bedoelen dat deze recht uit het hart komt, vol dynamiek en verfijnde elektronische geluidjes. Ingetogen avondmuziek met erg hoge zang kan plots zomaar overgaan in noisy jazz. Wat we hoorden is ideaal voor een publiek dat er niks op tegen heeft om inspanning en plezier te combineren.
Er stonden ook een drietal Belgische acts op het programma, waaronder het enorm veelbelovende Shht: een overdosis gekheid op een in se al bijzonder bizar stokje. De zanger startte de show met een helm en een Afrikaans kleed, om samen met zijn al even zotte band te zorgen voor drie kwartier zonder één normale seconde. We kregen de ene weirde switch na de andere tussen noisy elektrische klanken en melodieuze toegankelijke passages. Muzikaal zijn ze met geen enkele andere band echt te vergelijken, qua sfeer zou je kunnen refereren aan een hedendaagse Talking Heads met de energie van podiumbeest Iggy Pop. Tegen het einde van de set kregen we een cover van ‘Bohemian rhapsody’ van Queen. Wie dacht dat de originele versie van dat nummer al alle uitersten van de muzikale variatie verkende, zal stomverbaasd staan te kijken en luisteren naar wat Shht hiermee doet.
We sloten de donderdagavond af met Sequoyah Tiger, het alter ego van een uit Italië afkomstige jongedame die volgens haar paspoort Leila Gharib zou moeten heten. Het was de avond der prettig gestoorden, wat zich hier uitte in gekke danspassen, een excentrieke sportoutfit en visuele ondersteuning in de vorm van een danseres en een grote finishvlag met uitgelopen vlakken. Muzikaal werden we deels getrakteerd op electropop die uit de jaren 80 zou kunnen komen en zomaar OMD met vrouwelijke vocals zou kunnen zijn. Doses experiment en avontuur waren echter ook nooit ver uit de buurt. De allerbeste zangeres is Leila Gharib niet. De songs stonden daarentegen als een huis, en omdat de stemmen niet dominant vooraan in de geluidsmix zaten, was de sfeer heel passend zo rond middernacht, en klopte het hele plaatje als een bus.
Op vrijdagavond kozen we voor het avontuurlijke pad, dat we begonnen in de Slovenska kinoteka voor het Sloveense Kikimore, een collectief van zes vrouwen met elk een reeks elektronische knoppen voor zich. De afwezigen hadden voor een keer gelijk, want ondanks veelbelovende openingsminuten begon de ongeveer 25 minuten durende soundscape al snel aan fascinatie in te boeten. Van enige inleving van de muzikantes was er geen sprake, visuals werden er ondanks het grote projectiescherm van deze bioscoopzaal niet gebruikt, en vestimentair was er ook totaal geen aandacht aan het imago besteed. Toen na een minuut of tien de indruk dat er geen echte muzikale climax zou volgen werd bevestigd, was de lol er helemaal af.
Gelukkig waren we niet echt voor deze act naar deze zaal afgezakt, maar wel voor de volgende, Dorit Chrysler. De naam doet hoogstwaarschijnlijk geen belletje rinkelen, hoewel deze dame een prominente figuur is in de wereld van de theremin. Een there-wat? Wat het instrument in kwestie zo speciaal maakt, is dat je het bespeelt zonder het aan te raken. Je manipuleert met je handen de velden rond het instrument en creëert op die manier het gewenste geluid. Dit klinkt best speciaal, en zo is het ook. De songs op zich, waarin Chrysler ook zong, zijn niet zo memorabel, en evenmin zwak, veeleer gewoontjes. Een concert van Dorit Chrysler is door de passie die van haar afstraalt en het mysterie rond het instrument zeker wel een hele belevenis.
Daarna ging het richting Beehype Stage voor Maniucha i Ksawery, een Pools duo dat in het Oekraïens traditionele verhalen uit afgelegen dorpjes te berde brengt. Van de woorden versta je uiteraard geen bal. Niet erg, want de zangeres vertelt voor elk nummer wat het verhaal erachter was, wat volstond om je helemaal in de betoverende sfeer te krijgen van de sublieme zang en de contrabas die subliem werd bespeeld door een kerel die de kneepjes van het vak duidelijk in de vingers heeft. “En waarover gingen de verhalen?,” horen we jullie vragen. Ze varieerden van ingetogen wiegeliederen, wijsheden die ouders aan hun kinderen meegeven om niet ten onder te gaan in een meedogenloze wereld, of over een weduwe die ‘s nachts op zoek gaat naar haar overleden echtgenoot. Als dit pakkend klinkt, kunnen we enkel bevestigen dat het ook werkelijk zo was.
Hierna besloten we om wat te gaan bingewatchen. We zagen achtereenvolgens korte stukken set van Manon Meurt, een shoegazegezelschap uit Tsjechië. De zangeres haar stem is heerlijk, de melodieën zijn geïnspireerd op de luidere gitaarshoegaze uit de 90s, genre Catherine Wheel of Adorable. De songs bleven niet echt overeind, de goede ideeën en de juiste helden ten spijt. Deze jonge band heeft echter nog progressiemarge en is er eentje om in de gaten te houden.
Vervolgens pikten we de eerste drie nummers van The Guru Guru mee, en deze knapen brachten in Slovenië dezelfde zotte show die we ook in België al heel vaak te zien kregen. Als een Evil Superstars zonder rustpauzes joegen ze aan een sneltreinvaart en met de intensiteit van een waterkanon botsende en verrassende riffs de boksen in, het publiek om de haverklap op het verkeerde been zettend. In de volle zaal genoten een 200-tal muziekliefhebbers enthousiast mee.
De voorlaatste act die we aan het werk zagen, heet Darla Smoking, en daarmee kregen we eindelijk een Sloveense act die ons aanstond voor de kiezen. Het duo met livedrums, keys en samples wist een meeslepende setting te creëren en het publiek mee te nemen op een reis richting hogere sferen. Dit deden ze middels een mix van traditionele klanken en moderne elektronische geluiden, veelal dansbaar, al dan niet voorzien van de nodige psychedelica.
Tot slot pikten we ook nog een stuk mee van het optreden van Farveblind, een Deens duo dat door Si Hawkins van Clash Magazine al omschreven werd als The Chemical Younger-Brothers. Treffender kunnen we het eigenlijk zelf niet stellen. De energie was er, het geluid stond als een muur, en het publiek danste en juichte de hele tijd als gekken. Ondanks hun jonge leeftijd speelde het tweetal daar ook perfect op in. Zijn ze klaar om in 2018 of 2019 de grote doorbraak te forceren? Zulke dingen garanderen, kunnen we niet, maar als het zo wordt, zullen we wel perfect verstaan waarom.
Ondanks de niet-aflatende sneeuw die tijdens de slotdag de verplaatsingen tussen de zalen aardig bemoeilijkte, was MENT Ljubljana op alle vlakken geslaagd. Dit relatief jonge festival, dat in 2018 pas voor de vierde maal georganiseerd werd, blijft groeien, en dat vinden we helemaal terecht.