Na een korte proloog krijgen we vandaag de eerste echte dag van SXSW 2013, het grootste showcasefestival ter wereld. Gisteren waren we te gast op een kleinschalig concert van Thurston Moore en zijn nieuwe groep. Vandaag bekijken we opnieuw een selectie uit het erg grote aanbod. (Door Steven en Pieter Malliet)
In het gezellige-tuinoptreden-stramien wonen we ‘s namiddags in de Clive Bar een optreden van Blondfire bij, dat zowat de perfecte soundtrack vormt bij de zonnige, relaxte atmosfeer waar we ons zonder al te veel tegenzin in wentelen. Staan we aanvankelijk eerder sceptisch tegenover de gladde indiepop die er als al te zoete koek lijkt in te gaan en de wat plastieken uitstraling van de op de Amerikaanse countryzangeres-leest geschoeide, loepzuiver maar net niet krachtig genoeg zingende Erica Driscoll, verdwijnt onze argwaan echter alweer snel. De band beschikt namelijk over een aantal extra troeven om kracht en dynamiek in hun show te brengen waarmee ze zich moeiteloos kunnen onderscheiden van het doorsnee popgroepje. Zo vinden we Steve Stout een uiterst getalenteerde en interessante gitarist, die het hele spectrum tussen Californische surfriedeltjes en The Edge-geïnspireerde indiegitaren met verve bestrijkt. Verder zorgt het enorm gevarieerde en gedreven drumwerk van Kiel Feher ervoor dat, ondanks de klassieke strofe-refreinopbouw van de nummers, de set geen moment voorspelbaar of vervelend wordt. Terwijl Blondfire doorgaans expliciet mikt op herkenbaarheid, laat het kwartet met het door een sample aangedreven ‘Where the Kids Are’ zien dat ze ook avontuurlijk uit de hoek kunnen komen. Aan de reacties in het publiek te merken is deze single hier ter plaatse duidelijk al een radiohit, en we zouden er niets op tegen hebben moest dat deze zomer bij ons ook het geval zijn.
Ongeveer elk café op East 6th Street, de meest toeristische straat van Austin, heeft bands geprogrammeerd, ook buiten het officiële SXSW-circuit om. Je komt probleemloos en ruimschoots aan je trekken als je een hele avond pinten wil gaan drinken terwijl op de achtergrond een in cowboylaarzen en -hoeden gehuld, Texaans ensemble het beste van zichzelf staat te geven, voortbouwend op Amerikaanse tradities als bluegrass, country en rock n’ roll. Aan americanagroepen en hard-/bluesrockers namelijk geen gebrek. Terwijl het niveau van deze locals al eens wil schommelen, weet je dat de in het kader van de industrie-evenementen georganiseerde optredens wel min of meer garant staan voor geleverde kwaliteit. Alle genres komen hier aan bod met vooral een klemtoon op indie, reggae, hiphop en metal.
Van de indiefeestjes onthouden we twee dominerende trends. Om te beginnen maakt de aanpak van Mumford & Sons nog steeds school. Deze is gestoeld op Keltisch aandoende melodieën die worden voorzien van een drone waarbij de drummer de vier tellen van de maat beklemtoont, hierin zowel visueel als muzikaal ondersteund door de bassist en gitaristen. Ook disco- en electro-invloeden zijn nog steeds heel erg in, waardoor indiepop en -rock steeds vaker een dansbaar tintje krijgt. Een goed voorbeeld hiervan vinden we bij Ra Ra Riot, dat met deze werkwijze de tot de nok gevulde zaal van het Hype Hotel moeiteloos naar zijn hand zet. Door de snijdende, hoge pitch van de stem en de orkestraal aandoende keyboards krijgt het geheel daarenboven iets bombastisch. De viool zorgt voor de special touch, en laat de refreinen dikwijls heel mooi van de grond komen. Bij single ‘Beta Love’ gaat het publiek helemaal uit de bol, en ook bij de twee afsluitende nummers verslapt de greep waarin Ra Ra Riot de talrijke toeschouwers omklemt niet meer.
Evenzeer dansbaar is de performance van Body Language uit Brooklyn. Op het eerste zicht vormen ze een vreemd allegaartje: twee bleekscheten met bles aan synths, computers en beatboxen, een verdwaalde surfer op bas, een energieke Aziaat op drums en een donkere soulzangeres. Dat ze onderlegde muzikanten zijn, wordt van meet af aan duidelijk door de gevarieerde, op funk en dance gebaseerde grooves die ze erg strak en gladjes neerleggen, en die ervoor zorgen dat elk nummer heel direct, aanstekelijk en catchy overkomt. De sound van de keyboards en de vocoderachtige effecten op de mannelijke backings (die somtijds de lead overnemen) hebben iets dromerigs, waardoor de groep bij momenten wat weg heeft van een funky versie van Owl City. Allemaal heel eigentijds en modern, ware het niet dat de soulvolle stem van zangeres Angelica Bess aan het geheel een warmte geeft die je niet elke dag tegenkomt in de dance-beïnvloede indiepop. De stem zorgt onmiskenbaar voor meer diepgang en roept lichtjes de sfeer op van de meer donkere nummers die we op Lykke Li’s laatste album terugvinden.
Heel wat evenementen op SXSW worden door nationale culturele instanties op poten gezet, en staan logischerwijze helemaal in het licht van desbetreffend land. Hoewel België geen officiële ambassadeurs naar Texas stuurde, zijn we met onder andere K’s Choice, Absynthe Minded, Compuphonic, Aeroplane en Intergalactic Lovers toch behoorlijk vertegenwoordigd over alle podia heen. In bijvoorbeeld Chili en Uruguay doet de overheid wel actief aan zelfpromotie – getuige hiervan de verschillende thematische programma’s die in het teken van beide landen worden georganiseerd. Een trend in Latijns-Amerika is duidelijk die van de jazzy singer-songwriter, die kabbelende luisterliedjes brengt, vaak onder de minimalistische begeleiding van een rustige bossanovabeat, die doorgaans slechts ondersteunend werkt ten opzichte van de gitaarbegeleiding. Dikwijls worden ook elementen van traditionele muziek in de melodieën en gitaartokkels verwerkt. We onthouden vooral de prestatie van Diego Peralta, die aan dit genre iets meer dynamiek en energie geeft, mede dankzij zijn Jimi Hendrix-achtige, nonchalante podiumpresence en bluesy gitaarspel.
Op het Canadese podium ten slotte maken we laat op de avond misschien wel het hoogtepunt van de dag mee. Lisa LeBlanc heeft roots in Louisiana, zo vertelt ze, en dat is duidelijk te merken aan haar op cajun en country gestoelde indiefolk. In haar teksten mengt ze Engels met Frans, uitgesproken met een raar, Creools aandoend accent, waardoor de invloeden van New Orleans nog duidelijker onderstreept worden. Begeleid door een drummer en extra gitarist, ondersteunt ze haar stem zelf met gitaar en soms banjo. De groep heeft een enorme dynamiek en gooit zich vol overgave doorheen een nagenoeg een uur durende set. Zowel akoestische als elektrische nummers worden met een rauwe, gepassioneerde energie gebracht, waardoor het optreden eerder gelijkenissen vertoont met indierockers à la The Kills, dan met een traditionele, barbecue opluisterende singer-songwritersessie. Het blijft de vraag of deze energie ook op cd tot uiting komt, maar live slaat het in ieder geval in als een bom – en daar kunnen de massaal opgekomen Franstaligen in het publiek van getuigen.
Website Blondfire
Website Ra Ra Riot
Website Body Language
MySpace Diego Peralta
Facebook Lisa LeBlanc
Website SXSW
Lees ook: Verslag SXSW Austin (Texas), 11.03, Proloog: Chelsea Light Moving