Liefhebbers van de meer avontuurlijke beats, lezers van The Wire en allround-cultuursnobs gingen donderdagavond met wiet of wijn naar Het Bos. Daar werd onder leiding van Inne Eysermans immers de meer kunstige muziek gevierd.
De broer van mijn buurvrouw is een kunstenaar. Hij maakt zelf instrumenten en komt daarmee op Discovery Channel omdat ze zo bijzonder klinken. Als je zijn werk opsnort, word je gefascineerd en gebiologeerd, maar moet je uiteindelijk toch vaststellen dat het geen muziek is. Het is geluid om in een museum te hangen. Eenzelfde gevoel kreeg je bij de set van Yves De Mey. Wanneer hij een van zijn duizenden knopjes beroerde, durfde er al eens een ademstokkende beat uit de installatie komen of begon er een onnavolgbare soundscape. Interessant om horen – en zeker ook zien – was zijn show dus zeker, maar echt beklijven deed het niet.
Vervolgens mocht Yannis Kyriakides de bühne op. Hij bracht in Antwerpen zijn nieuw stuk over Varosha, een gewezen Cypriotische badplaats die nu al meer dan veertig jaar verboden terrein is door de spanningen tussen de twee landsdelen. In een performance die het midden tussen conceptuele kunst, ambient en spoken word hield, speelde hij met de kracht van woorden door ze soms uit te spreken, bij momenten op een scherm te laten verschijnen en soms voor een combinatie van de twee of geen een van beide te opteren. Uiteindelijk viel het optreden iets te licht uit. Poëzie ontbrak in de teksten, subtiliteit miste dan weer over de gehele lijn (vooral in de opzichtige samples van Turkse popmuziek uit de jaren 70) en een indrukwekkende drone aan het einde van de set toonde dat een minder expliciete verpakking de kracht van de onderliggende ideeën veel meer zou accentueren.
Het laatste woord was voor Laurel Halo die net als Yves De Mey gewoon tussen het publiek stond. Het zorgde voor een eerder bizarre publieksopstelling waarbij een heleboel mensen de banken aan de zijkant boven hun benen verkozen. Daarnaast schenen schemerlampen constant over artiest en publiek, wat de ongebruikelijkheid van de omstandigheden enkel verhoogde. Live zou een clubcontext nochtans beter van pas komen. Halo’s muziek is geëvolueerd naar een moeilijk definieerbaar iets, maar dat het dansbaar is, kan je moeilijk ontkennen.
De Amerikaanse heeft een heel eigen stijl die multidisciplinair gezien nog het meest aan pointillisme doet denken. Met een heel arsenaal aan fijne doch droge geluiden wist de artieste in de Koekenstad een kleurrijk geheel te bricoleren, dat bij momenten zelfs ondanks de harde beats een beetje dromerig overkwam. Wanneer je als luisteraar de ogen sloot, leek het wel alsof voor, naast en achter je allemaal objecten met een verschillend vorm en gewicht uit de lucht vielen.
Die eigen werkwijze leek Halo intussen steeds meer verfijnd te hebben. Op het eerste gehoor primeerde vaak één luid en duidelijk spoor dat richting gaf aan de gehele sound, terwijl op de achtergrond een resem andere elektronica een heerlijke textuur schiep. Dat richtinggevend element bleek in Het Bos wel een noodzakelijk element in de producer haar geluid. Wanneer het ontbrak, ontglipte de set je immers als een snel passerende wolk. Gelukkig waren die momenten slechts schaars en ontglipte het optreden ons op een heel andere manier: voor je het wist wandelde de artieste net zo introvert de kleedkamer in als ze het podium ook opgekomen was.
Disappears, Lightning Bolt en The Gories spelen binnenkort nog in Het Bos. Check de volledige kalender op de site van de zaal.