Hoe dankbaar is het om als legendarische alternative rock act een muzikaal veelzijdig en fysiek tamelijk slopend festival als Dour te headlinen? Om die vraag gaf een schijnbaar onverschillige Black Francis alvast geen moer. Hij kreeg met zijn Pixies anderhalf uur toegewezen, de band speelde dat slot netjes vol. We hadden dan wel een tijdje onze twijfels over de manier waarop ze dat deden, maar na zowat dertig minuten bleek toch mooi waarom het viertal uit Boston al dertig jaar een erg invloedrijk mag genoemd worden. Doch: niet heel relevant op Dour anno 2016.
Uiteraard stond de meerderheid op de (halflege) Last Arena vooral te wachten op classics als ‘Monkey gone to heaven’ en ‘Where is my mind?’, dat bewezen plotse meisjes op schouders en a-capella-meezingmomenten. Mooi geplaatst in het midden van de set, die nummers, en best vlekkeloos gespeeld, al mocht Francis toch écht wel wat meer moeite doen om te verbergen dat ie ze zelf niet meer zo graag zingt. Haast toonloos en zonder flow bracht hij de strofes uit laatstgenoemde hitje. Aan Paz Lenchantin hebben de Pixies dan wel weer een waardige vocale vervangster voor de twee ex-Kimmen. Ook fijn dat zij wel eens een aantal stappen weg van haar plekje durfde zetten, al verhielp dat het statische en vooral haperende begin van de show ook weer niet.
Want zowel opener ‘Gouge away’ als ‘Dead’ áls het saaie ‘Magdalena’ werden stuk voor stuk routineus afgewerkt, zonder ook maar iets van bindtekst (in feite nergens in de set) of een lichamelijk verrassende pose. “Dat is gewoon hoe ze zijn”, is een makkelijke repliek. Klopt; maar laat ons eerlijk zijn: speelde een jonge band vandaag zulke valse, pingelende gitaarlijntjes met die oninteressante live-ervaring: ze werd collectief de grond in geboord. Het hoeft dus niet te verwonderen dat er hier en daar een geeuwtje onderdrukt moest worden door de – echter wel geïnteresseerde – mid-twintiger.
Nu, daar bleef het wel niet bij. ‘Crackity jones’ was punk pur sang, en als nummer acht een wakkerschudding op het juiste moment. Van enige pogo-vorm was er geen sprake, al hopte er vooraan toch af en toe een hoofdje omhoog. ‘Isla de encanta’ en de quasi-surfpop van ‘Here comes your man’ – nog zo’n euforische meeschreeuwer – toonden aan hoe veelzijdig de Pixies echt wel kunnen zijn. En het was die veelzijdigheid die ons bij een handvol andere nummers ook boeide: drummer David Lovering mocht de vocale Elvis in zichzelf even etaleren tijdens de bizarre ballad ‘La la love you’, terwijl Joey Santiago op ‘Vamos’ avant-gardistisch gedjengel voortbracht met een handdoek, een drumstok en zelfs énkel zijn gitaarkabel.
Maar anderhalf uur is lang. Gestaag druppelden er meer gaten in het publiek (kennelijk trok zelfs logische afsluiter ‘Debaser’ velen niet meer over de streep), en milderde het enthousiasme. Spijtig, maar wederom: Dour is niet de meest geschikte plek voor een band (en genre) als de Pixies. En waarom kon er zo tussendoor zelfs niet maar een kort bedankje van ‘frontman’ Francis van af? Het was charmanter geweest dan al die keren dat hij midden in een nummer eens even de broek optrok.
De conclusie ligt dus wel voor de hand. Als je de hoogdagen van de groep niet meemaakte, op en rond de grens tussen 80 en 90, zijn de Pixies live nu eerder een beproeving, die niet altijd even makkelijk te doorstaan is. Dat neemt natuurlijk niet weg dat Francis en co topnummers maakten, die niemand écht onberoerd laten. De gemiddelde leeftijd zal in de Lotto Arena dit najaar allicht vijftien jaar hoger liggen dan op Dour – waarmee tegelijk het enthousiasme ook de hoogte in gaat. Maar zullen de Pixies daar echt mee bezig zijn? Waarschijnlijk niet.