Gisteren was het tijd voor de tweede avond van het Belgisch showcasefestival We Are Open. Nog steeds hetzelfde concept: Belgisch talent aan een belachelijk hoog tempo. De hiphopbeats en draaitafels van gisteren maakten plaats voor trillende snaren en wapperende haren. Er werd nog maar eens bevestigd dat rock & roll nog steeds leeft en blijft vernieuwen in ons vaderland. Zie hier welke acts wij de moeite vonden om te gaan kijken.
(Foto’s: André Joosse)
Catbug
Catbug won vorig jaar De Zes en mocht de spits van de tweede avond afbijten. Paulien Rondou toonde zich een singer-songwriter in de puurste vorm van het woord: helemaal alleen op het podium met enkel een gitaar breekbare nummers spelen. Wat een contrast met de opener van de dag ervoor: Borokov Borokov sloeg ons om de oren met steenharde bassen, terwijl Rondou met haar kristalheldere stem constant op de grens van een huilbui vertoefde. Het publiek durfde amper een woord te wisselen met elkaar uit schrik om boven de muziek uit te komen. Duidelijk een meisje met zeer veel talent, maar misschien net iets te soft voor het doelpubliek van de avond.
Shht
“Alsjeblieft”. Zo eindigde Shht na een compleet gestoorde en verwarrende versie van ‘Bohemian rhapsody’. Geen idee wat Freddy Mercury ervan zou zeggen, maar op een of andere manier werkte het. De autotune, ondersteund door scheurende gitaren en penetrerende drums, gierde door de boxen. Af en toe was er zelfs een tintje hiphop te bespeuren – je zou het kunnen beschrijven als de noiserockversie van ‘Black Skinhead’ van Kanye West. Sommige mensen waren duidelijk nog niet klaar voor krankzinnige hersenkronkels van de Gentse band, maar wij konden het alvast enorm hard smaken. Dank u.
dirk.
“Wij zijn dirk., is dat duidelijk?” Wat vooral duidelijk was, is dat frontman Denturck wel van een staaltje humor houdt. Je rockband de minst coole naam aller tijden geven, is op zich al een goede grap. Van zuchten en kreunen tot het publiek vragen om hun ‘lekkere centjes’ voor de merchandising; nu eens was het grappig, dan weer kwam het een beetje over alsof hij zich het imago van een arrogante rockster wou aanmeten. Dat lijkt ons nog iets te vroeg. Maar natuurlijke kwamen we voor de muziek en die was steengoed. Dirk. kreeg het publiek helemaal mee met de nieuwe single ‘Gnome’ (of ‘Neum’, zoals Jelle het uitsprak) en pakte uit met hun knappe cover van ‘The hours’ van Beach House.
Tin Fingers
Indiepopband Tin Fingers won in 2016 nog het muziekconcours van Trix en is sindsdien een favoriet van het muziekhuis. Je merkt meteen waarom: de stem van Felix Machtelinckx, die een ingebouwde echo lijkt te hebben, versmelt vlot met de dromerige, synthoverladen popsound. Een groot contrast met de donkere folk-/garagerock die ze vroeger speelden. Tin Fingers heeft zijn sound helemaal beet en zorgde in Trix voor een dansbare melancholie die heel het publiek kon bekoren. Het leek wel of alle problemen even uit de wereld waren verdwenen.
Shy Dog
Shy Dog heeft zijn naam niet gestolen: Noah Melis staat met hangende schouders achter zijn keyboard. Hij is overigens ook lid van Borokov Borokov en zelfs daar bleef hij gisteren rustig – in tegenstelling tot zijn rondspringende collega’s. “Het volgende nummer is nog trager”, kondigde hij schuchter aan. Melis bewees echter dat je geen podiumbeest moet zijn om een publiek te beroeren. De lofi popvibes met futuristische synthklankjes deden iedereen zweven. Pech dat er al een groot aantal mensen in het rond aan het springen was bij Raketkanon.
Raketkanon
De overgang van Shy Dog naar Raketkanon was op z’n minst gezegd een emotionele rollercoaster. Daar hielden de Gentenaren geen rekening mee, en ze spuwden meteen in het gezicht met snoeiharde noise. Ze deden hun live-reputatie alle eer aan: scheurende gitaren, wapperende haren en vooral veel lawaai. Het duurde niet lang voor het publiek een moshpit in gang zette. Pieter-Paul Devos kon de verleiding niet weerstaan en liet zich, al zingend, op handen dragen door zweterige fans. Een optreden van Raketkanon is altijd een intense, vreemde ervaring en dat was op We Are Open niet anders.
Ivy Falls
Ivy Falls, het soloproject van voormalig I will, I swear-zangeres Fien Deman, kleurt graag alles roze. En zo klonk het ook: de elegante, dromerige synths in combinatie met de zijdezachte stem van Fien lijken je op een roze wolk te tillen. Het is dus mogelijk om verliefd te worden op enkel een stem. Bekende nummers ‘Gold’ en ‘Twelve’ brachten het publiek in extase. Een enthousiaste man riep na elk nummer “mooi!”, en hij had volkomen gelijk.
Teen Creeps
De muziek van Gents indierocktrio Teen Creeps lijkt recht uit de jaren ’90 te komen: een beetje korrelig en niet altijd even zuiver gezongen, maar met enorm veel joie de vivre en ondersteund door uitstekend gitaarwerk. De punkinvloeden zijn overduidelijk, maar de band lijkt veel beter gezind en oogt minder chaotisch dan de gemiddelde punker. Een debuut-ep staat gepland voor 2018; iets om naar uit te kijken.
Sunflower
Het Brugse Sunflower, rond zanger Brent De Wulf, brengt nummers onder stevige invloed van de jaren ’80-postpunk en de shoegaze van het daaropvolgende decennium – gemengd met licht psychedelische toetsen. De winnaar van Westtalent 2017 zette een zeer sobere, maar solide live-performance neer. ‘Sunflower’ blijft een ironische naamkeuze aangezien de muziek eerder doet denken aan een dorre, onvruchtbare grond en niet zozeer aan de schoonheid van een zonnebloem. Hoe dan ook, we kijken ongeduldig uit naar een eventuele debuut-ep.