Mac DeMarco heeft met zijn mix van perfecte slacker en melige liftmuziek al lang onze harten veroverd. Zodus zakken we donderdagavond met een grote glimlach op het gezicht af richting Club, waar Mac en zijn kornuiten de nacht onveilig mogen maken terwijl The XX de Main Stage voor hun rekening neemt. Met een al even grote glimlach als de onze beginnen de jongens aan hun set met ‘On the level’, een 80’s-pareltje vanop de laatste plaat. Ook zij vinden dit een blij weerzien, en benadrukken hoe leuk het is om terug te zijn op ‘The Puk’. En bij god, we durven ze nog geloven ook.
Zo oprecht vrolijk als hij overkomt, zo intriest moeten de longen en lever van Mac DeMarco er ondertussen uitzien. Na het tweede nummer, slackerparel ‘Salad Days’, tellen we al twee opgerookte sigaretjes en een viertal hijsen uit de fles whisky die staat te pronken naast de synth. Niet ons probleem natuurlijk, zolang de muziek maar goed klinkt. En dat doet het zeker bij ‘The stars keep on calling my name’ uit plaat twee. Hier valt duidelijk te horen hoe enorm goed deze lolbroeken op mekaar zijn ingespeeld. Het publiek kan het duidelijk goed vinden met dit zootje ongeregeld, en tijdens ‘This old dog’ ontstaat er een spontaan aanstekermomentje op de eerste tien rijen. “Gezellige boel,” moet ook Mac denken, terwijl hij gezwind de fles whiskey soldaat maakt (met in minieme mate hulp van zijn bandleden) tijdens de eerste helft van de show. Wanneer het obligaat ‘vergeten popsong-covermomentje’ in gang getrapt wordt met een free jazz versie van Vanessa Carltons ‘A thousand miles’ grinniken we nog even in ons vuistje. Dit zagen we al vaker gebeuren (met een mooie vertolking van ‘Enter sandman’ onder andere) en hadden we dan ook verwacht.
Wat we ook hadden moeten zien aankomen was een van alcohol verzadigde Mac DeMarco, die plots meer geïnteresseerd was in grappen en grollen met zijn bandmaats dan in het brengen van zijn muziek. Terwijl hij staat te zwalpen tussen de instrumenten lijkt er maar geen einde te komen aan de zatte uitspatting die dit optreden stilaan begin te worden, hetgeen steeds minder interessant wordt. Een groot deel van het festivalpubliek laat dat niet aan het hart komen en juicht Drunk DeMarco vrolijk toe wanneer hij met de micro vol op zijn eigen bast begint te slaan. Ieder zijn pleziertje. Voor ons was het vet er wel af, en dat kon een veel te lang uitgetrokken versie van ‘Chamber of Reflection’ niet meer rechttrekken.
Gebruikelijke afsluiter ‘Still together’ werd prompt achterwege gelaten, want veel gitaarspelen zat er niet meer in voor de heersende hofnar van de slackerpop. Een gouden tip voor de organisatie: programmeer die mannen volgend jaar weer in de late namiddag, wanneer ze nog niet de tijd hebben gehad om een heel arsenaal aan streekbieren te degusteren.