Soms wordt het nieuw werk van een band niet helemaal omarmd en foeteren mensen ‘dat het vroeger beter was’. Het overkwam ook Interpol, een van de belangrijkste bands in de wederopstanding van de post-punk aan het begin van het millennium. Laatste album ‘El Pintor’ kreeg vooral kritiek en miste volgens velen de relevantie van hun ouder werk. In tijden van twijfel bij het publiek, is het een beproefde methode om dé plaat van weleer integraal te spelen. Bij Interpol is dat de cult-klassieker ‘Turn On The Bright Lights’
Op Pukkelpop kwamen ze dat album uit 2002 – vijftiende verjaardag, ziet u – dus aframmelen. Laat ons meteen een ding duidelijk stellen; dit is geen cash grab tour. De groep speelde de debuutplaat vol overgave en met volle goesting. Opwarmen deden ze met twee andere publiekslievelingen, ‘Not even jail’ en ‘Evil’, alvorens de kilte te omarmen met het meanderende ‘Untitled’. Het knappe aan ‘Turn on the bright lights’ is de afwisseling tussen gejaagdheid (‘Obstacle 1, PDA, Say hello to angels) en rust (Hands away, NYC) in nummers die allemaal verdrinken in melancholie en bittere pijn. Die pijn was live nog steeds voelbaar, fysiek en vooral mentaal.
De lijzige stem van Paul Banks won aan kracht en klonk steeds venijniger. Voeg daar de in reverb gedrenkte riffs van Daniel Kessler, de bezwerende baslijnen van de hand van ex-lid Carlos Dengler en het perfecte drumspel van Sam Fogarino bij en Interpol is een vlijmscherp slagersmes, klaar om enkele mentale littekens achter te laten. Het traag voortschrijdende ‘The new’ voelde als natrappen en afsluiter Leif Erikson als een sadistische plakker op de immense wonden die tijdens het concert ontstonden. De groep overschouwde het slagveld en glimlachte tevreden bij het zien van de aangebrachte ravage. Ze kunnen het nog. Deze tour is geen snoepje voor de fans, het is een band die naar zijn verleden kijkt om een toekomst te vinden.