Het mag best indrukwekkend genoemd worden hoe Daughters afgelopen jaar terug ten tonele kwam na een afwezigheid van bijna een decennium. ‘You won’t get what you want‘ kreeg universeel lof van critici en was ook bij ons eindejaarslijst-waardig. Tot zover de figuurlijke bloemen, die tevens op het hemdje van frontman Alexis Marshall stonden geborduurd.
De avond werd op gang gestampt door een Italiaans noise- en mathrockband genaamd ARTO, die in tegenstelling tot hun muziek een vriendelijk uitziend viertal kerels zijn waarbij enkel de frontman een edge leek te hebben en wat weghad van David Le’aupepe van Gang Of Youths (of makkelijker Jon Snow). Snow en co betraden het podium onder een vrij akelige intro die de basis vormde voor de opbouw van hun eerste nummer. Het nummer leek naar een ontlading af te stevenen maar dat gebeurde echter niet, er werd gewoon harder en luider gespeeld tot Cristian Naldi – zo heet hij echt – er een einde aan maakte. Wanneer er dan wel sprake was van een uitbarsting dan gebeurde dat telkens vrij plots en uit het niets, messy.
Frontman Alexis Marshall dartelde op opener ‘The reasons they hate me’ een halfuurtje later over het podium hoewel zijn nog steeds helende hoofdwonde van een aantal shows terug voorspelde dat hij een masochistisch kantje moest hebben en zijn microfoon als een soort weerspiegelende kwelgeest zag van zichzelf. Op de eerste rijen was het vaak uitkijken wanneer Marshall vervaarlijk met zijn microfoon slingerde dan weer op de grond mepte om bij ‘The dead singer’ aan zijn onherroepelijke einde te komen. Op ‘Recorded inside a pyramide’ dook Marshall zelf even de pit om daarna aan de eerste rijen mee te beuken op de noise-muur die de band op ons af stuurde.
Een ziedende Marshall fulmineerde zijn vocals alsof zijn leven er vanaf hing en leek zichzelf bijna te verliezen in het gruwelijke ‘Long road, no turns’. Enkele stagedivers beklommen doorheen de show het podium maar belandden telkens zonder veel succes terug het publiek in waarbij nadien met een minachtende blik en een “What the fuck are you doing here?” van Marshall zich ook enkele keren kwaad maakte op fans die te lang op het podium stonden te dansen.
Tussen de ontzagwekkende chaotische noise vormde ‘Less sex’ een rustpunt in de set waarbij Marshall’s diepe stem geweldig naar voren kwam. Het een-tweetje ‘The hit – The virgin’ van de zelfgetitelde plaat verstoorde daarna al snel weer die net opgezochte rust. Op het einde van die tweede leek Marshall zo kwaad dat hij zowat alles aan gruzelementen wilde slaan of kloppen waarbij een ventilator achter Sam Walker in de vernieling stampte met de nog kapotte microfoon als een soort opgestroopte koord rond zijn nek gewikkeld tot bij de ene jolijt, de andere eerder wat geschokt.
Dit bericht bekijken op Instagram
‘Guesthouse’ was een laatste mokerslag richting publiek waarbij vooral het refrein “I’ve been knocking and knocking … Let me in” als een emotionele uitbarsting door beide partijen naar elkaar toe werd geschreeuwd. Marshall had zich intussen ontbonden van zijn leuk uitziend bebloemd hemdje, zichzelf bediend van een bierdouche en zijn riem losgemaakt waar hij op afsluiter ‘Ocean song’ als een soort martelaar zijn rug en borstkas mee sloeg en zijn teksten maniakaal door de zaal te scandeerde, alsof hij een boete deed voor al zijn zonden en daarna zonder veel te zeggen afdroop van het podium.
In de Botanique kan je binnenkort Weval (12/04), Stella Donnelly (16/04) en Panda Bear (23/04) aan het werk zien. Een volledig overzicht vind je op de website van de zaal.