De stek van KultuurKaffee werd twee jaar geleden afgebroken om plaats te maken voor een spiksplinternieuwe concertzaal waar de organisatie weer terecht zal kunnen om zijn ding te doen. Tijdens de bouwperiode kiest de werking ervoor om voort te bestaan als een nomadisch festival met gastcuratoren. Sinds 2015 kregen mensen als Johannes Verschaeve (The Van Jets), schrijfster Saskia De Coster of kunstenaar Joris Van De Moortel de eer om hun ding te doen op verscheidene locaties in het Brusselse. Voor de zesde editie van het BANG! Festival vroeg KultuurKaffee fotografe Tina Herbots (ex-Indiestyle) en kunstenaar-muzikant Laurens Mariën (Soldier’s Heart) om een programma samen te stellen. Het duo deed dat met kennis van zaken en haalde onder andere Inga Copeland, Tin Fingers, Milan W, Hiele, Easter, Onmens, Rumours en Magic Island naar de Beursschouwburg in Brussel. Ook op de affiche: de immer innemende Dean Blunt.
Shows van Dean Blunt zijn per definitie intens. Tijdens zijn tour rond ‘Black metal’, zijn gelauwerde album uit 2014, vormden stroboscopen en rookmachines de fundamenten waarop hij zijn performances bouwde. Naast zijn solowerk is de Brit ook actief in de theaterwereld, regisseerde hij een opera met muziek van Mica Levi en startte hij projecten als Hype Williams of Babyfather op om zijn ei in kwijt te kunnen. Doorheen zijn volledige oeuvre is er echter één constante; de man zoekt immer grenzen op. Voor het BANG! Festival creëerde hij een volledig nieuwe performance. ‘That special place in hell is getting crowded’ was dus een première, een unicum. De titel voelde trouwens erg meta aan want eenmaal de zaal van de Beursschouwburg vol liep ging de temperatuur snel de hoogte in en voelde het een beetje als een klein stukje hel dat crowded was. Dat moment, net voor de start van de performance, claimde een medetoeschouwer nog dat dit het zou zijn. Onze aanwezigheid in een lichtjes overvolle, ongeventileerde ruimte is al wat er zou gebeuren. Het had gekund, zeker als je Dean Blunts werk kent, iets wat – zo zou na afloop blijken – niet bij alle aanwezigen het geval was.
Er kwam dus nog meer. Na een korte intro met het klassieke stroboscoop-in-uw-gezicht-terwijl-de-rook-rond-uw-hoofd-hangt-moment kregen we Dean Blunt te horen. De stroboscoop stopte op zijn bevel en een beamer projecteerde immens vertraagde stopmotion beelden van blanke mensen die alle kanten uit vliegen of vallen, richting een lava-achtige massa. Een diepe basdrone werd de soundtrack, al werd die van tijd tot tijd onderbroken door Blunt die – vignetgewijs – korte muzikale intermezzo’s bracht van achter het grote scherm. Wij hebben hem niet gezien, iemand van op de eerste rij verzekerde ons echter wel dat de man aanwezig was. Maar goed, er bleven dus blanke mannen richting that special place in hell vallen en na ongeveer twintig minuten stopte alles abrupt. Het publiek, in de war, begint twijfelend te klappen, onzeker over wat er allemaal aan het gebeuren was.
De muziek die tot dan aan bod kwam was weinig samenhangend al leek er wel een narratief van liefdesverdriet/een break-up aan vast te hangen. De temperatuur bleef ondertussen genadeloos stijgen in de kleine zaal, iets waarvan we meer en meer overtuigd waren dat het met opzet gedaan werd. Om de beleving intenser te maken en ons mee te slepen in de gevoelswereld van de traag vallende blanke mannen op de projectie. Even dachten we ook dat het na deze eerste onderbreking al gedaan zou zijn. Het had wederom gekund maar we waren te vroeg. Tien minuten te vroeg. De projectie sprong terug aan en deze keer zagen we de eerder vernoemde mannen verdrinken in de lava-achtige massa. De trage verbranding van de onbekende personages gebeurde op de tonen van een ballade die Blunt zachtjes bracht. Een ballade waarin hij elke aanwezige om vergeving vraagt. En wanneer het nummer even abrupt stopt als het begon, verstaan we meteen waarom. Na amper een halfuur zat de performance van de Brit er op, en dat stemde veel van de toeschouwers niet meteen tevreden.
Toch wandelden wij best tevreden naar buiten. Bij een show van Dean Blunt kun je nooit voorspellen wat er gaat komen en ja, dit was kort maar het was intens en meeslepend. Het deed je vragen stellen en tastte de grenzen af van muziek, kunst en performance. Een halfuur lang werd er met emoties gespeeld en met muziek, al leek dat bij deze performance niet het allerbelangrijkste te zijn. Bij de beelden van de vallende en brandende blanke personages kunnen we wel nog enkele sidenotes maken naar bedoeling toe maar het voelde heerlijk ironisch hoe de zwarte artiest op het einde boe-geroep kreeg van enkele blanke jongemannen die het niet gesnapt hadden. Nu, hebben wij het wel gesnapt? Viel er iets te snappen? Ging het nu over een relatiebreuk of zoeken we daarmee in de verkeerde hooiberg? Niemand weet het. En dat is het mooie aan de performance. Zoals het hoort blijf je als toeschouwer achter met een heel pak onbeantwoorde vragen waardoor de performance zal blijven hangen. Het enige punt van kritiek dat wij kunnen geven is dat het bij het promoten van de show misschien niet duidelijk genoeg gemaakt werd dat het om een performance ging waardoor veel aanwezigen teleurgesteld afdropen. Nu, het feit is en blijft dat al wie er bij was iets uniek heeft gezien. Of dat nu gewenst was of niet.
In de Beursschouwburg kan je binnenkort onder andere Mugwump (14.04), NAH (19.04) en M.E.S.H. (20.04) aan het werk zien. Een volledige kalender vind je op de website van de zaal.