Een halflege wei en gelaten sfeer wachtten de vrijdagheadliner op. Waarschijnlijk hebben QOTSA-fans van het eerste uur intussen wel genoeg kansen gehad om hun helden live aan het werk te zien en zijn ze afgehaakt bij recentste album ‘Villains’, waarop de stoner van het verleden nog amper te bespeuren is. Toch had QOTSA met ‘Song for the deaf’, ‘Go with the flow’, en de bijna letterlijk misselijkmakende intro van ‘Sick sick sick’ een sterk openingstrio klaar, al zagen we die wel al aankomen toen we nog in file stonden op de Antwerpse ring. Meteen viel op dat het geluid niet over heel de weide reikte; we hoorden amper hoe Josh de nummers aan elkaar praatte.
Foto’s door Michelle Geerardyn
Niet dat zijn bindteksten zo origineel waren, integendeel. Zijn oneliners zouden niet misstaan op de mokken die je koopt in een geschenkwinkel, ziehier een greep uit het aanbod: “As long as we’re together”, “You have to know that we love you”, of mijn persoonlijke favoriet: “Tomorrow doesn’t matter, yesterday is gone, right now is all you have”. Als je bedenkt welke verwrongen lyrics Josh al uit zijn pen deed vloeien, voelde dit geforceerd en leeg aan. De Tuc-koekjes die we aan het eten waren, smaakten zouter.
Dan volgde met ‘Feet don’t fail me’ en ‘The way you used to’ wat nieuw materiaal. De eindeloos herhaalde, groovy riff van dat laatste deed live waar het voor gecreëerd was maar ook niet veel meer dan dat. Hits ‘My god is the sun’ en ‘Burn the witch’ stoomden het publiek routineus klaar voor de throwback naar 2002 met het ruigere ‘You think I ain’t worth a dollar but I feel like a millionaire’, meteen gevolgd door ‘No one knows’. Josh deed daar iets geks met de solo, wat we wel konden appreciëren. Ook de indrukwekkende drumsolo die het nummer in twee kapte en bovendien met de ogen toe gespeeld werd, imponeerde.
We merkten dat de band z’n best deed hier en daar eens wat nieuws te proberen: Josh breide een vreemd solootje aan ‘If I had a tail’ en in ‘Make it wit chu’ klonk niet alles exact zoals op plaat. Dát ze het proberen, is fijn. Hoe goed ze het uitvoeren, staat dan weer open voor discussie: het kalf kon namelijk niet meer op het droge getrokken worden. Ons gebroken QOTSA-hart werd dan uiteindelijk toch een beetje geheeld door de geniale drumintro van klassieke afsluiter ‘Song for the dead’.
QOTSA lijmde oud en nieuw materiaal aan elkaar met plat publieksentertainment en kon moeilijk z’n relevantie bewijzen. Enerzijds waren we blij om nummers als ‘In the fade’ (2000) te horen passeren, anderzijds was hun rol in de nieuwe context best triest: er hing nog net geen spandoek met de woorden ‘Vergane glorie’ boven de Hotot. We gingen kijken omdat we moeilijk niét konden gaan. We dansten (soms) omdat stilstaan pijn deed aan onze rug. Queens of The Stone Age toonde dat het een hitjesjukebox geworden is waar mensen nu nog eens een geldstuk in gooien, maar het zal niet lang meer duren eer de jukebox samen met de sjoelbak en de zak knikkers op de zolder gekieperd wordt.
Queens Of The Stone Age speelt donderdag op Rock Werchter.