Het Antwerpse Bed Rugs, één van de hardst werkende bands van Vlaanderen, houdt van traditie: ze brengen hun platen steevast uit aan het begin van het jaar. Zo ook hun derde, getiteld ‘Cycle’, die we met een beetje gezonde voorbarigheid reeds als één van de beste Belgische releases van 2015 mogen bestempelen. Indiestyle zocht zanger/gitarist Stijn Boels en drummer Noah Melis op voor een gesprek.
Indiestyle: Dag heren, proficiat met de plaat! Hebben jullie voor de opnames van deze derde opnieuw een speciale locatie gekozen zoals bij ‘Rapids’, die in een verlaten kerk werd opgenomen?
Stijn Boels: Ja, min of meer. Deze hebben opgenomen we in de woonst van de vader van de bassist van Fence, en daar konden we doen en laten wat we wilden. Heel dat huis stond na een tijdje vol instrumenten. Zo stonden de gitaarversterkers in de garage en de bas-amps in het washok.
Noah Melis: Het speciale hieraan was dat het huis ook te koop stond en dat er dus de hele tijd mensen langskwamen om het te bekijken. Dan zagen ze daar ineens een groep muziek opnemen en kregen ze wel door dat dit geen normale situatie was (lacht).
Indiestyle: Waren de songs af voordat jullie gingen opnemen, of zijn jullie een band die een huis afhuurt en dan ziet wat eruit komt?
Noah: Ze waren alleszins meer af dan bij ‘Rapids’. We zijn eigenlijk nog nooit zo voorbereid de studio ingegaan, maar dat wil nog niet zeggen dat de nummers qua sound gebleven zijn zoals wij ze eerst hadden bedoeld. Volgens mij was dat net het fijne aan deze opnames, dat de structuren er grotendeels wel al waren, waardoor we meer tijd hadden om te werken aan een coole sound.
Stijn: Met Niels (Hendrix, producer en gitarist van Fence) achter de knoppen werd het ook een heel natuurlijke manier van samenwerken, aangezien hij iemand is die helemaal op dezelfde manier over muziek denkt als wij. Het maakte niet uit wie iets voorstelde, de andere partij vond altijd dat we het moesten proberen. En als dat dan toch niet bleek te werken, lieten we het er gewoon uit.
Noah: Niels kan je er ook zo’n zeker gevoel over geven. Allez, in mijn geval was dat toch zo; ik kon bijvoorbeeld naar mijn aanvoelen een vreselijke take spelen, en voor Niels was dat dan het summum. Wat wij als een fout beschouwden, zag hij eerder als potentieel.
Indiestyle: Heeft nieuw lid Yorgos Tsakiridis (ook van The Hickey Underworld) veel bijgedragen aan ‘Cycle’?
Stijn: Yorgos heeft veel bijgedragen aan de preproductie door ons meer in een richting te duwen voordat we de studio introkken. Hij heeft een mega-mengtafel in onze repetitieruimte in de TRIX gezet (Bed Rugs zijn daar nog tot maart artist in residence, nvdr) waar we alles door konden jagen om te horen wat werkte en wat niet.
Noah: Het is de eerste keer dat we zo gewerkt hebben en alles al opgenomen hadden voordat we naar de studio gingen. Het enige probleem daarbij is wel dat wij allemaal een beetje last hebben van demoïtis, wat inhoudt dat we tijdens de echte opnames vaak wilden teruggrijpen naar die demo’s, want die waren keigoe (lacht).
Stijn: Er is wel nog één ziekte in de band die erger is, en dat is backingvocalitis: op àlle nummers achtergrondzang willen zoeken. De ene zoekt backings op iets wat de andere aan het zingen is en dat blijft zo maar doorgaan. Op den duur zit je dan met tien verschillende backings. (Droog) Dat is echt iets heel serieus, daar moet dringend onderzoek naar gedaan worden.
Indiestyle: Jullie hebben op korte tijd redelijk veel uitgebracht, merken jullie nu dat jullie over die periode betere songwriters zijn geworden?
Stijn: Ja, dat mogen we wel zeggen denk ik. Ten tijde van ons debuut, ‘8th cloud’, wisten we eigenlijk van niets, en Pascal (Deweze, producer) heeft ons toen een richting gewezen. We hebben daar toen enorm veel van geleerd, en bij iedere plaat zet je zo van die stappen waarvan je telkens beter wordt.
Noah: Op technisch vlak waren wij zeker niet zo’n goede muzikanten, dus we hebben er wel iets langer over gedaan om te kunnen spelen wat we eigenlijk wilden spelen.
Stijn: Ja ok, al vind ik dat dat juist ook een enorme invloed heeft gehad op wat wij doen. Je ontwikkelt je eigen ding op de één of andere charmante manier, en dat vind ik supercool. Ik heb dat ook meer en meer leren appreciëren, want dat is uiteindelijk wat Bed Rugs is.
Indiestyle: Jullie zijn al even bezig, vroeger zelfs onder de naam The Porn Bloopers. Dat was toen veel harder qua stijl, zit daar nog enig restant van in Bed Rugs?
Noah: Goh, toen waren wij allemaal fan van een ander soort muziek, hardere groepen zoals Mclusky en van die toestanden. Dat is niet meer wat we nu willen maken, hoewel we die bands nog steeds supergoed vinden. En dat rammen lag ook weer meer aan onze muzikale onkunde van toen, zo van “we kunnen eigenlijk niet spelen, dus we zullen gewoon wat harder slaan om te verdoezelen dat we wat noten missen”.
Stijn: Dat was inderdaad iets meer het principe van The Porn Bloopers. En pas op, daar is niets mis mee, er zijn heel goede groepen vanuit dat idee vertrokken. Het verschil is dat wat we nu doen tijdlozer is.
Indiestyle: De vorige plaat, ‘Rapids’ verwees naar de REM-slaap. Zit er deze keer ook weer zo’n betekenis achter de titel?
Stijn: ‘Cycle’ staat gewoon voor cyclus, en redelijk wat van de thematiek uit de teksten draait daar wel rond, maar uiteindelijk kan je dat ook perfect loskoppelen van elkaar en moet je het kind gewoon een naam geven. Daarbij is het ook een mooi woord als je het neergeschreven ziet.
Indiestyle: ‘Cycle’ wordt opnieuw uitgebracht op het Amerikaanse Burger Records, net als ‘Rapids’. Hebben jullie daar toen veel reactie op gekregen?
Noah: Ja, er komt altijd wel een vorm van reactie natuurlijk. Het fijne aan Burger Records is ook de community, en diegenen die daarin zitten kopen vaak cassettes zonder goed te weten wat er precies op staat.
Stijn: Met Facebook en die toestanden kun je tegenwoordig ook zien wat het bereik is van de pagina’s die je beheert, en ik heb dat laatst toevallig eens bekeken. Daar zie je dan het aantal bezoekers uit Europa, en vooral België, maar ook plaatsen als Los Angeles, Brazilië, Mexico…
Noah: Inderdaad, wij staan met twee nummers van ‘Rapids’ op de soundtrack van een Mexicaans-Duitse film, ‘Guten Tag, Ramon’, dus daarmee dat ze ons daar kennen.
Indiestyle: Hebben jullie hem al gezien?
Stijn: Nee nog niet. De trailer deed mij een beetje denken aan ‘Tropic thunder’, die film met Ben Stiller. Het ziet er uit als zo’n tearjerker meets avonturenfilm.
Noah: Het zal nu niet meteen mijn lievelingsfilm worden denk ik (lacht), maar op die manier hebben de mensen onze muziek toch weer gehoord.
Indiestyle: Uit vorige interviews kan ik afleiden dat jullie aan de kant van The Beatles en Blur staan in de eeuwige Stones vs. Beatles en Blur vs. Oasis-discussies, toevallig twee zaken waar ik al jaren ruzie over heb met enkele vrienden. Is er nog vaak van die soortgelijke wrevel in de band?
Stijn: Niet echt zware ruzies ofzo, nee. Soms is er wat discussie omdat we een lied goed willen maken en ergens verschrikkelijk hard in geloven. Dan roepen we wel eens tegen mekaar, tot we het enkele minuten later toch alweer vergeten zijn. Er is gewoon één ding waar geen discussie over bestaat en dat is dat The Beatles de besten waren.
Noah: Voor de rest is er enkel soms discussie met Arne omdat die vreselijke ninetiesmuziek opzet. Hij kan een nineties/eurodance-song horen waar wij nog nooit van gehoord hebben en probleemloos het jaar, de titel, de uitvoerder en de plaat geven. En daarbuiten is het Ween bij Arne, dat ik nog wel kan verdragen voor een halfuurtje.
Indiestyle: Jullie brengen ‘Cycle’ uit aan het begin van het jaar, hoe zou een ideaal 2015 eruit zien voor jullie?
Stijn: Vooral veel spelen. Het zou ook eens fijn zijn om onze grenzen iet of wat te verbreden. Bijvoorbeeld een kleine tour in de VS in het najaar, dat willen we allemaal heel graag. Al was het maar om gewoon daar de toerist uit te hangen en te ontbijten bij Hooters (lacht).
Noah: Een nieuw repetitiekot vinden zou ook al handig zijn trouwens. We zijn nu een jaar artist in residence geweest in de TRIX, en als je zo’n grote ruimte ter beschikking hebt gooi je dat vol met nieuw materiaal, dat straks ergens anders naartoe zal moeten.
Indiestyle: Wat is tot nu toe jullie hoogtepunt?
Stijn: Pukkelpop misschien… Gewoon het idee dat we daar hebben mogen staan met onze eigen muziek vond ik heel cool.
Noah: Pff, ik vond het daar zo fucking warm dat dat voor mij echt geen hoogtepunt was (lacht).
Stijn: Ik vond het ook heel tof toen we aan onze kleine tournee in Engeland bezig waren. De tweede avond hadden we al direct een kater, en dan kwamen we toe in een of ander klein stadje waar de locatie een danszaal uit de jaren zeventig met heel veel TL-licht bleek te zijn. We dachten dat dat een heel raar optreden ging zijn omdat de mensen niet stonden maar in hoekjes zaten. Toen we begonnen te spelen ging iedereen echter plots rechtstaan en werden ze helemaal gek. Het was fijn om te merken dat de mensen zich aangesproken voelden door onze schrijfsels, ook al waren we heel moe en bestond het publiek hoofdzakelijk uit vijftigers.
Indiestyle: Op de hoes van ‘Cycle’ zie ik figuurtjes als Mario en Spider-Man, hebben jullie die zelf gekozen?
Noah: Nee, de hoes is een bestaand werk van de Brusselse kunstenaar David Crunelle dat we toevallig gevonden hebben. Ik was met Yannick aan het skypen en tegelijkertijd iets aan het zoeken dat we als hoes konden gebruiken, en toen herinnerde ik mij dat Goat een oproep had gedaan naar grafisch ontwerpers om hun cover art te maken. Dus zijn we op hun Facebook gaan kijken, en Yannick en ik wisten allebei vrij snel wat we cool vonden. Bleek dat we van al die ontwerpers over de hele wereld net een Brusselaar hadden gekozen, dus zijn we naar zijn expositie ‘Psychedelic constructivism’ gaan kijken en hebben we één van zijn werken uitgekozen.
Stijn: (droog) Ik was daar helemaal niet in betrokken. Ik lag op m’n luie reet mojito’s te drinken in Portugal toen ze mij de hoes doormailden.
Indiestyle: Goed, om af te sluiten toch nog even over de bandnaam, die komt van ‘The Big Lebowski’. Welke quote uit die film omschrijft Bed Rugs het beste? Jullie mogen kiezen uit ‘This rug really tied the room together’, ‘You’re entering a world of pain’ en ‘Fuck it dude, let’s go bowling’.
Noah: Van die drie sowieso de laatste. Dat zeggen we soms als we aan het bekvechten zijn of niet goed weten wat doen, hoewel we dan nooit effectief gaan bowlen (lacht).
Stijn: Er is geen bowling meer in het centrum van Antwerpen, spijtig genoeg.
Indiestyle: Het wordt tijd dat jullie een Amerikaanse tournee kunnen doen om daar te gaan bowlen dan. Heren, bedankt voor het gesprek!
‘Cycle’ komt op 6 januari uit op Waste My Records.