Alex Giannascoli brak vorig jaar door met ‘DSU’, een prachtwerkje dat op een nonchalante, lo-fi en vooral bezielde manier liefde uitstraalde over de luisteraar, die de hypnotische muziek enkel kon verwelkomen. Na deze tour de force kon een grotere carrière moeilijk uitblijven. Het nieuws dat de tweeëntwintigjarige Alex tekende bij Domino kwam dan ook niet als een verrassing, en waar een transfer naar een groter label vaak sceptische bedenkingen met zich meebrengt, hadden we er bij de singer-songwriter uit Philadelphia alle vertrouwen in.
Alex G wordt namelijk omgeven door een aura van onafhankelijkheid en DIY. Al zijn voorgaande albums werden opgenomen in zijn slaapkamer en wurmden zich een baan doorheen de underground om zich op eigen tempo te openen aan een steeds talrijker wordende buitenwereld. De muzikant is een voorbeeld voor iedere artiest die op z’n zolder songs schrijft en die aan de man probeert te brengen. Alex heeft jarenlang al zijn muziek via Bandcamp aangeboden en is vervolgens met mondjesmaat opgepikt. Zijn présence kan hem bovendien niet erg veel schelen: z’n Facebook wordt niet met toeters en bellen geüpdatet, noch doet hij allerhande acties om likes en views te vergaren op sociale media.
Meer authentiek bekend worden kan haast niet. Het is opnieuw een bewijs dat goede muziek altijd op een manier wel zijn weg naar boven vindt. Alex is een buitengewoon talent en wat hem extra bewonderenswaardig maakt is het feit dat hij zijn succes niet als vanzelfsprekend ziet en er zich evenzeer niet laat door beïnvloeden.
Zijn eerste grote release, ‘Beach music’, toont dat nog maar eens aan. Het is een album dat voortborduurt op ‘DSU’, maar wel een duidelijke nieuwe stap voorwaarts is. Door zijn geluid iets meer naar de dromerige kant van het spectrum te verplaatsen en de instrumenten iets indirecter te laten invallen, schrijft hij een nieuw hoofdstuk in zijn pril, maar nu al zeer fascinerend muzikaal boek. Hoewel de plaat op het eerste gehoor eerder een verzameling van onderling vrij verschillende songs lijkt, slaagt hij er wonderwel in om het werk als één aaneenhangend geheel af te leveren.
De bassist van de band vertelde ons gisteren na een fantastisch concert in de Botanique dat Alex voor de release wel wat zorgen had over die diversiteit op de langspeler. Het is inderdaad een heel gevarieerde verzameling songs, maar net omdat alle nummers op DIY-wijze zijn opgenomen en Alex’ stem als constante – met weliswaar verschillende toonhoogten en vervormingen – aanwezig is, klinkt het album erg coherent. Het is verder vrij indrukwekkend dat zo’n jonge artiest al een sound gesmeden heeft die, hoe verschillend de liedjes vaak ook zijn, helemaal Alex G klinkt.
We leven muzikaal gezien tegenwoordig in een wereld die aan twee koorden tegelijkertijd trekt. Aan de ene kant heb je een grote groep innovatieve artiesten die nadrukkelijk op zoek gaat naar het experiment en zich met tot in de puntjes uitgedachte producties tracht te onderscheiden van andere talenten. Anderzijds merk ik een andere trend, waarbij er een opkomst is van artiesten die teruggrijpen naar de lo-fi-tijden van de jaren 90 en een onvolledige en onnauwkeurige productie als handelsmerk gebruiken om zich af te zetten van alles wat te volmaakt is.
Alex weet beide werelden op een manier aan te spreken doordat hij er succesvol in slaagt zijn muziek op plaat overheersend nonchalant en lo-fi te laten klinken, en tegelijk met een duidelijk aanwezige kennis van zaken de juiste accenten legt om de songs onderhuids extra spanning te bezorgen. ‘Beach music’ is – net zoals ‘DSU’ – dus lo-fi en ietwat ruw, maar niet in die mate dat het de enige adjectieven zijn die de plaat beschrijven.
Aangezien het tegenwoordig zo moeilijk is geworden om een vrij groot publiek te bereiken, leidt dat wel eens tot het resultaat dat artiesten zich te graag experimenteel willen bewijzen om er toch maar uit te springen. Een gevolg hiervan is dat ze zichzelf muzikaal soms verliezen om dat doel te bereiken. Alex weet perfect wat zijn muzikale giften en gebreken zijn en is tevens zo slim geen moeite te doen om zichzelf in plaatsen te duwen waar hij niet thuishoort. De grootste bestanddelen van zijn songs zijn het creatief en eclectisch gebruik van de (akoestische) gitaar. Alex G is in de eerste plaats een project opgebouwd rond één talent en vertelt een muzikaal verhaal op een oeverloos eerlijke manier, die de juiste muziek met juiste woorden combineert.
Een andere te belichten zijde is de manier waarop Giannascoli in zijn muziek steevast de donkere kantjes opzoekt en het geheel als een in mist opgetrokken semi-melancholisch werk aflevert. De nieuwe plaat is geen vrolijk geheel, maar de sterkte ervan is dat je het als luisteraar niet per se zo ervaart. Ik luister heel graag ‘s nachts naar Alex G als een ultiem slaapmiddel. Alleen al nummers als ‘Salt’, ‘Mud’ of ‘Look Out’ brengen me in een soort van droom-status die rechtstreeks in de nacht doorstroomt. Wat ik wil zeggen is dat, hoewel de plaat dus in se een vrij donkere en zware ondertoon heeft, het verschillende andere emoties kan overbrengen naargelang de situatie.
Voor ‘Beach music’ bracht de singer-songwriter al zes albums uit in vijf jaar. Muziek maken werd volgens mij pas ook daadwerkelijk een serieuze aangelegenheid vanaf het moment er interesse kwam van verschillende platenmaatschappijen. Maar ook na dat het grotere contract er kwam, bleef hij onverstoord z’n eigen ding doen. Alex heeft nooit gedacht: en nu ga ik eens mijn doorbraakplaat maken. In mijn opinie is hij zeker in staat om een minder grillig en meer toegankelijk album af te leveren, maar zoals eerder al duidelijk gemaakt: die aanpak is net wat hem zo fascinerend maakt. In een periode waar iedereen vecht om een plaats in het hogere circuit, maakte Alex een werk dat op z’n minst even apart is als z’n voorganger ‘DSU’.
Giannascoli is nog steeds diezelfde sympathieke en ietwat slonzige persoon die op zijn slaapkamer zijn talent ontwikkelde. Het siert Alex dat hij op geen enkel moment afstapt van zijn zelfgekozen einddoel om meer likes en furore te vergaren, en zo’n artiesten lopen er momenteel te weinig rond in het wereldje. Laat ons hopen dat hij zijn eigenzinnige maar bijster fascinerend pad zonder omwegen blijft bewandelen.