Op 30 maart brengt Sufjan Stevens ‘Carrie & Lowell’ uit, een album vernoemd naar zijn moeder en stiefvader. Daarop belooft de man terug te keren naar zijn roots, de folk. Na een psychedelisch elektronische uitstapje op ‘The Age of Adz’ en het werk met Sisyphus zullen we dus te weten komen of de muzikale kameleon zonder problemen kan terugkeren naar zijn oorspronkelijke kleuren. ‘No shade in the shadow of the cross’ dient als voorsmaakje. Wij vroegen onder onze opiniemakers naar vier korte meningen.
Matthias Desmet: Na Sufjans experimenten met complexe songstructuren en overdadige arrangementen in ‘All delighted people’ en ‘Age of Adz’, lijkt ‘No shade in the shadow of the cross’ misschien ontstellend eenvoudig. Maar zoals zo vaak schuilt het geniale in het simpele. De uitgepuurde Sufjan van ‘Seven swans’ is terug. Met de naïviteit van een kind worstelt hij met de beproevingen van het volwassen leven. De combinatie van tere zang met gechargeerde christelijke symbolen zou een garantie op kitsch kunnen zijn, maar op één of andere manier weet Sufjan om dit obstakel heen te fietsen en in één ruk naar het Paradijs door te trappen. Bloedmooi noemen wij zoiets. (4,5/5)
Emily Griffiths: Dit is op het eerste gehoor een bloedmooie, tijdloze song. Het zacht gitaargetokkel zonder kregelige opstootjes zorgt voor een aangenaam, dromerig gevoel, of toch tenminste wanneer je enkel naar de muziek luistert. De teksten vormen jammer genoeg een behoorlijke domper op dit nummer en zorgen voor een zure nasmaak. Vampieren, de hel, geesten, draken, het passeert allemaal de revue, maar ze vormen slechts woorden die weinig samenhangend zijn, laat staan een verhaal brengen. Sufjan Stevens mag het misschien allemaal wat cryptisch of zelfs poëtisch willen neerzetten, mijn smaak is het niet. (2,5/5)
Max De Moor: De minst spannende en tegelijk meest opwindende albumaankondiging van dit jaar moet wel ‘Carrie & Lowell’ van Sufjan Stevens zijn. Want wanneer Sufjan laat weten dat hij terug de fluistertoer zal opgaan met zijn meest persoonlijke materiaal dusver, dan mag je dat beschouwen als een reservatie op jouw eindejaarslijstje. ‘No shade in the shadow of the cross’ bevestigt dus wat we al wisten: dit kan niet mislopen. Het zachte getokkel en de subtiele koorachtige zang zijn vintage Stevens. De tekst snijdt dan weer dieper dan de anekdotische woorden die we van de Amerikaan gewoon zijn. ‘I’ll drive that stake through the center of my heart / lonely vampire’. Persoonlijke duivels uitdrijven mag ook engelachtig mooi klinken. Rest slechts één puntje van kritiek: als vooruitgeschoven single klinkt dit nummer misschien net te fel als onderdeel van een plaat om volledig op zichzelf te staan. (4/5)
Sven Volckerijck: Hoewel Sufjan Stevens een meester is in het toevoegen van toeters en bellen aan wat in wezen folk is, kiest hij op zijn nieuwe single ‘No shade in the shadow of the cross’ voor soberheid. Dat hoeft geen enkele garantie in te houden voor zijn later te verschijnen nieuwe album. Wat we daarop mogen verwachten, kan immers zeer divers zijn. Deze song echter voert ons naar een rustig plekje in het park, een oase in de drukte van alledag. Spontaan denken wij aan Conor Oberst of Bonnie ‘Prince’ Billy na het nemen van zanglessen. Tekstueel worden we opnieuw vergast op draken, vampieren, Casper het spookje (hallo, Daniel Johnston?) en ga zo maar verder. Een vrolijk liefdesliedje is het niet geworden, maar geldt voor kunst niet dat lijden de mooiste resultaten voortbrengt? (4/5)