Uit de drievuldige chaos van de letter d (depressie, drugs en distorted gitaren) schept Teen Suicide al sinds 2011 muziek. Met ‘It’s the big joyous celebration, let’s stir the honeypot’ brengt de groep rond muzikale duizendpoot Sam Ray z’n laatste album uit onder hun problematische naam. De jongens hebben een knoert van een langspeler geschreven: 26 nummers, oftewel om en bij de 70 minuten muziek voor de trouwe fanbase die de groep over de jaren heen, met dank aan de extra dimensie genaamd het internet, heeft verworven. Maar in hoeverre is zo een 70-minuten durende white male American indie plaat, en bijgevolg Teen Suicide, nog relevant?
Het was David Turner die voor MTV in een snoeihard, kritisch en vooral interessant stuk indie –alweer – dood verklaarde. Of toch de blanke, mannelijke, conformistische vorm ervan. Het is een genredefiniëring die op Teen Suicide kan worden toegepast: ze voegen weinig tot niks nieuws toe aan het concept indie. Sam Ray – eveneens wel gekend onder het pseudoniem Ricky Eat Acid – is zich ervan bewust dat het allemaal al een keer eerder is gemaakt en dat er zoals hem, als zo betitelde bedroom producer en koning van lo-fi en ruis, er dertien in een dozijn zijn.
Ook op tekstueel vlak wordt er over gekende thema’s in de indiemuziek gehandeld: zoektocht naar identiteit en simpliciteit in de moderne wereld, opgroeien en nostalgie. Het zijn thema’s die we herkennen uit de doorgaans beknopte liedjes van de hand van (ex-)DIY-artiesten als Frankie Cosmos, Girlpool en Eskimeaux. Stuk voor stuk zijn het muzikanten die tegengif (proberen te) bieden tegen het overweldigende kluwen van mogelijkheden en contacten die door fenomenen als sociale media worden aangereikt. Ze doen dat door het op muzikaal vlak kleinschalig en simpel te houden.
Desondanks heeft Teen Suicide iets speciaals. ‘The big joyous celebration staat bol van stuiterende indiehitjes, simpele doch geniale riffjes en riedeltjes aangevuld met gevatte teksten. ‘It’s just a pop song’ is het meest millenial-proof: “do you wanna come over / I got three netflix accounts / we can watch a show on each screen”. Die zin, voorafgegaan door “I should call my lawyer / I should drink more water / I haven’t been to church in a while”, gevolgd door het herhaaldelijk scanderen mantra “it’s just a pop song” en ondersteund door een stel simpele akkoorden, is heel erg ad rem en tegelijk ontzettend confronterend. Naast het erkennen van privileges en spelen met popclichés en -cultuur, zingt de band – hoe kan het ook anders met zo’n naam – meer dan eens over dood en depressie. Die fascinatie voor de dood in combinatie met een heroïneverslaving, een depressie en het leven in verstedelijkt Amerika, zorgen voor een ongetwijfeld gevaarlijke cocktail in het echte leven, maar bovenal voor mooie muziekjes op plaat. Denk: lo-fi, veel ruis en bij momenten stukjes elektronica (en autotune!). In de openingstrack vinden we zelfs blazers terug.
Het album herbergt voor ieder wat wils en lijkt uit vele vaatjes te tappen: van Beach House-achtige shoegaze gitaren en drumcomputer, tot dromerige lo-fi elektronica die aan Youth Lagoon doet denken, tot de strakke, hitgevoelige akkoorden van Alex G en de zwervende gitaren van DIIV. De verschillende soorten deuntjes die uit ‘It’s the joyous celebration…’ voorvloeien, haken zich na een tijdje vast in je geheugen en brengen zo een sensatie voort die aan popmuziek doet denken.
Het voornaamste probleem waarmee de plaat kampt, naast de relevantiekwestie dan, is het gebrek aan een geheel. ‘It’s the big joyous celebration’ is, net als de nummers individueel in beschouwing genomen, rommelig en rumoerig en hangt met losse einden aan elkaar. Dan kan je de vraag stellen tot op welke hoogte het nodig is of er de behoefte is aan het kunnen beluisteren van een album in zijn volledigheid. Teen Suicide verliest zichzelf bij momenten in hun charmeoffensieven, geen aandacht bestedend aan het groter plaatje. Het is gemakkelijk om de aandacht kwijt te raken tijdens al die ruis en dat gerommel. De intelligente deuntjes die de steunpilaren van deze release vormen weten je steeds weer stevig bij de les te brengen, toch is het een opgave om de lp in één ruk uit te luisteren. Je moet die afweging persoonlijk maken: in welke mate is die eenheid nodig en mag een plaat niet als een compilatie dienen. Al is het woord ‘compilatie’ misschien een beetje oneerbiedig in deze context, ‘The honeypot’ is een ontzettend bonte maar vooral interessante verzameling van songs.
Dus: is ‘It’s the big joyous celebration, let’s stir the honeypot (prachtige titel, overigens) relevant? Nee, omdat het dezelfde thematieken bevat als zoveel andere indiealbums en de nood aan sociaal geëngageerde, verfrissende indie groot is. Ja, omdat het een uitstekend werk is en er voor iedereen wel iets in zit, al is dat dan niet de plaat in zijn geheel. Ook is het niet eerlijk om het gebrek aan bezieling in de indiemuziek op Teen Suicide alleen af te schuiven. De groep brengt misschien nummers zonder expliciet standpunt voort, al betekent dat niet dat de songs niet gewoon echt geweldig goed, aantrekkelijk en passend aanvoelen. In al dat geruis en gerommel zit wat moois verstopt.