In tegenstelling tot de heilige drievuldigheid – bestaande uit My Bloody Valentine, Slowdive en Ride – geniet Swervedriver niet dezelfde naambekendheid in het shoegaze-genre. Ergens is dit begrijpelijk, want de band uit Oxford heeft ten eerste al niet zo’n uitgesproken klassiekers op z’n naam staan (uitgezonderd van ‘Mezcal head’ misschien) en ten tweede, hij klinkt een stuk ruiger (lees: meer Amerikaans) dan de hierboven genoemde shoegaze-mastodonten, waardoor het desbetreffende genre-etiket hem eigenlijk vaak onterecht wordt opgeplakt. Wat Swervedriver gemeenschappelijk heeft met de holy trinity, is dat het er een lange periode van inactiviteit heeft opzitten (15 jaar om precies te zijn) en enkele jaren geleden een geslaagde comeback-plaat uitbracht.
Het gaat hier echter niet over oude successen, wel over de nieuwste telg: ‘Future ruins’. Het album opent sterk met de twee spannende singles ‘Mary winter’ en ‘The lonely crowd fades in the air’. Swervedriver toont meteen waartoe het in staat is, met fuzzy, duellerende gitaren die de plak zwaaien, terwijl de drums zich een weg beuken in de mix met middenin de dromerige zang van Adam Franklin. De kristalheldere productie laat elk instrument ademen, wat ontegensprekelijk een stap vooruit is ten opzichte van de modderig klinkende vorige plaat ‘I wasn’t born to lose you’.
Helaas geven we niet alleen punten voor de verpakking – want al is die nog zo mooi (waarvan ook het artwork getuigt) – het is toch vooral de inhoud die telt. Met ‘Spiked flower’ komt Swervedriver qua niveau bijna in de buurt van het niet te evenaren openingssalvo. Gitarist Jimmy Hartridge strijkt hier alle eer op door simpele, maar o zo doeltreffende accenten te leggen waardoor het nummer een passende dromerige sfeer meekrijgt. Opvullertje ‘Everybody’s going somewhere’, leidt vervolgens een minder geïnspireerde fase in die jammer genoeg pas afloopt wanneer ‘Future ruins’ ten einde is.
Slecht wordt het nergens, maar een song als ‘Golden remedy’ gaat echt veel langer door dan nodig, wat evenzeer gezegd kan worden van de afsluiter ‘Radio-silent’. Sommigen zouden het “psychedelisch” noemen – wij vinden “stuurloos” een betere term. Naar het einde toe vormt ‘Good times are so hard to swallow’ nog wel een klein lichtpuntje, waarin Swervedriver zich weer eventjes lijkt te amuseren en het gevoel voor melodie wederkeert. Je kan er echter niet om heen: de b-kant kampt een beetje met een gebrek aan diversiteit.
Als er vroeger twijfel bestond of het shoegaze-label al dan niet op z’n plaats was voor deze cultgroep, dan bevestigt het viertal met ‘Future ruins’ dat het anno 2019 sowieso niet meer thuishoort onder die noemer. Swervedriver is gewoonweg een rockband met een dromerige kant, punt. Hoewel sommige tracks op dit album futloos ogen (vooral in het meanderende slot), krijgen we ook momenten van puur vakmanschap voorgeschoteld – en ondanks de wisselvalligheid, gaat de gitaarliefhebber zich hier naar alle waarschijnlijkheid wel een tijdje mee vermaken.