Spinvis vat de schoonheid van de kleine dingen in ‘Trein vuur dageraad’

door Tobias Cobbaert

Wanneer Erik De Jong een nieuw album maakt, dan neemt hij daar zijn tijd voor. We hebben zes jaar lang moeten wachten op ‘Trein vuur dageraad’, maar na ernaar geluisterd te hebben kunnen we hem dat alleen maar vergeven. De nieuwe Spinvis staat weer bol van de boeiende instrumentatie en ontroerende teksten zoals enkel die wijze Nederlander ze kan schrijven. Het valt evenwel op hoe de man vijftien jaar na zijn debuutalbum de slaapkamersfeer heeft ingeruild voor een meer afgewerkt geluid.

‘Trein vuur dageraad’ is een erg stedelijk album geworden. Na een korte intro opent het album echt met ‘Hallo, maandag’, net zoals de eerste dag van de week voor iedereen een nieuw begin biedt. Op deze manier zet De Jong de toon voor een album vol dagelijkse taferelen die op zo’n manier beschreven worden dat ze toch een enorme diepgang meekrijgen. Er wordt ook vaak verwezen naar typerende plaatsen in “de grote stad”: een plein waar de zon opkomt, de dierentuin, de nachtwinkel om de hoek… Spinvis plaatst zijn poëtische teksten in alledaagse situaties om zo een universeel verhaal te vertellen. Daarnaast komt ook de actuele vluchtelingencrisis aan bod. Op het titelnummer bezingt De Jong hoe in ieder land een vaderland te vinden is en op ‘Dageraadplein’ wacht hij persoonlijk op illegale immigranten.

In essentie is ‘Trein vuur dageraad’ een meditatie over vergankelijkheid en eeuwigheid. Reeds in de intro zingt De Jong “tussen liefde aan de linkerkant, en rechts de eeuwigheid” en plaatst hij beide concepten tegenover elkaar. Op zijn typerende, nostalgische wijze heeft hij het over verloren gegane vriendschappen, over plaatsen waar hij vaak kwam met een geliefde en over de sleur van het dagelijkse leven. Deze thematiek komt het duidelijkst tot uiting in ‘Wat blijft’, waarin De Jong expliciet zaken opnoemt die eeuwig zijn, en andere die dat niet zijn. Door het filosofische aan het dagelijkse te koppelen slaagt Spinvis erin om diepe gedachten op een vrij toegankelijke manier aan te snijden. Wanneer er dan toch beelden beschreven worden waarvan je de betekenis niet meteen doorhebt, weten ze vaak wel te raken op een puur emotioneel niveau.

Door al deze lyriek zou je bijna vergeten dat het album ook nog een muzikaal aspect heeft. De vorm moet op ‘Trein vuur dageraad’ gelukkig niet onderdoen voor de inhoud. De lofi esthetiek van ’s mans vroegere werk is nu wel bijna helemaal verdwenen, maar Spinvis weet met een gepolijster geluid nog steeds evenveel emotie in z’n muziek te leggen. Bovendien haalt hij weer alles uit de kast om een gevarieerd geheel te brengen. Opzwepende nummers als ‘Dageraadplein’ worden tegenover meer ingetogen stukken als ‘Alles is’ geplaatst. Het album voelt in z’n totaliteit wat minder uitbundig aan dan voorganger ‘Tot ziens, Justine Keller’, maar nummers als ‘Artis’ brengen met strakke ritmes toch wat pit in de zaak. Opvallend is ‘Nachtwinkel’, een spoken word-gedicht dat verwijst naar ‘Lotus Europa’ vanop ‘Dagen van gras, dagen van stro’. Het is een wat vreemde eend in de bijt, maar uiteindelijk werkt het wel.

De Jong weet ook als geen ander hoe hij emotie in zijn stem moet leggen en geeft zo zijn teksten nog extra kracht. Hij kan zich ook perfect aanpassen aan de verschillende gemoedstoestanden van de nummers. Het ene moment dartelt hij op vrolijke wijze over de uitbundigere stukken, om het nummer daarna nostalgisch te mijmeren over de dingen die ooit waren. Dat hij op technisch vlak niet de allerbeste zanger is, geeft de muziek een authentieke klank mee die zo essentieel is voor het Spinvis-geluid.

Op ‘Trein vuur dageraad’ bewijst Spinvis nogmaals hoe getalenteerd hij is. Als geen ander slaagt hij erin om filosofie, emotie, actualiteit en muzikaliteit allemaal te combineren in een pakkend geheel dat moeilijk en toch toegankelijk is. We hebben er lang op moeten wachten, maar op een album als dit wachten we maar al te graag.

Spinvis speelt dit najaar heel wat shows in ons land. Een volledig overzicht vind je hier.