In alle eerlijkheid: het genre flamenco-pop hebben we nog niet veel door onze oren gejaagd. Maar als het altijd een warm schild rond onze ziel vormt zoals ‘El mal querer’ van Rosalía dat doet, dan zweren we met het hand op het hart dat vaker te doen. Nochtans kreeg het album in zijn tijd van bestaan al een heuse golf van controverse over zich heen. Kritische stemmen uit het Andalusische kamp in Spanje beschuldigen de Catalaanse artieste van het kopiëren en universeel beschikbaar maken van flamenco, een typisch Andalusisch genre. Een stijl die door hen gekoesterd wordt als nationale trots.
‘Malamente’ – het openingsnummer en een van de singles – opent breekbaar. Het typische, ritmische handgeklap dat met flamenco geassocieerd wordt, zet een emotionele en ietwat fragiele toon. Met enkele simpele tonen als begeleiding, wordt ons toegang verleend tot het heiligdom dat Rosalía op haar album creëerde. Die notie van dat “heiligdom” is niet enkel terug te vinden op de opener; het hele visuele aspect van de plaat is gehuld in het thema van de hogere sferen, godheden en symboliek – met ‘Malamente’ als toegangspoort.
De feeërieke maar ook vastberaden stem van Rosalía vervoegt al snel het handgeklap, gevolgd door een stevige beat die het nummer een dansbaarheid verleent. Zelf omschrijft ze het als ‘onheilspellend’, en dat om verschillende redenen: haar koele stem die plots uithaalt, de reverb van bepaalde woorden die soms blijven galmen of herhaling van woorden die door de boxen van links naar rechts knetteren.
‘Malamente’ vloeit over in het meer bombastische ‘Que no salga la luna’. Elementen typisch voor de Spaanse flamenco worden hier met elkaar gecombineerd tot een geweldige, stroperige saus. Hoewel deze tweede track drukker oogt dan voorganger, is ze qua instrumentale vorm veel puurder. Elektronische beats verdwijnen en de akoestische gitaar verschijnt. Door dat elektronische karakter van ‘Malamente’ in te wisselen voor een meer akoestisch karakter, bekomt Rosalía een resultaat dat in alle vormen als authentiek aanvoelt.
Die authenticiteit speelt de hoofdrol in ‘El mal querer’: het gebruik van traditionele instrumenten, Rosalía’s zwoele stem, louter geklap dat ritme tot stand brengt. Het is door dit originele karakter dat de plaat dieper graaft dan de oppervlakte. Ongeacht de Spaanse zang weet elk gezongen woord zich een weg te banen door het oor in het hart van diegene die luistert. Of we nu letterlijk verstaan wat er gezongen wordt, dat maakt niets uit. Want we begrijpen het gevoel dat Rosalía zo graag wil overbrengen. Ze wil met haar muziek golven creëren; golven van emotie, die aan het dansen brengen, of van pure Spaanse passie.
Een voorbeeld van zo een golf van emotie is terug te vinden bij ‘Pienso en tu mirá’ waarin ze ons toezingt. Alsof we in een kamer alleen met Rosalía zijn waar haar woorden en haar etherisch geneurie voor niemand anders dan onszelf bedoeld zijn.
Zoals vele albums tegenwoordig rondt ook Rosalía het na een halfuurtje af. Een welgevormde dertig minuten, met oog voor balans en vernieuwing. Dat vernieuwende gedachtegoed springt duidelijk in het oog op ‘Di mi nombre’, waar traditionele muziek gefuseerd wordt met het futuristische effect van autotune om dan finaal door te stromen naar het kerkelijke ‘Nana’. De artieste kent haar ambacht en voelt zich vogelvrij om van de ene kant van het muzikale spectrum naar het andere te trippelen.
‘El mal querer’ lijkt uit het niets op te duiken, als een geiser die al langer onder ons aan het borrelen was en nu met volle kracht uit de grond barst. Prachtige tracks die het oor strelen en andere die de heupen in gang zetten: dit is een lp die erbovenuit steekt door variëteit en lef. Als flamenco-pop zich tot de mainstream weet te schoppen, mag alle lof grotendeels aan het adres van deze zangeres gericht worden.