Phoebe Bridgers is koningin van de tristesse op ‘Punisher’

door Jens Wijnants

Toen vrouwe Bridgers als nobele onbekende in 2017 met Stranger in the Alps haar debuut vierde, leek deze aanvankelijk van voorbijgaande aard. Ettelijke beluisteringen later draaide deze hypothese uit als een vergissing op grote schaal. Het is iets met de kleur van haar stem en de manier waarop ze dagelijkse beslommeringen op een troostende manier weet te verwoorden wat ons zo naar de keel grijpt. Als je daar nog een overdosis aan muzikale bagage bij verwerft, kan je niet anders dan de emotionele snaren bij de waarnemer raken. Bridgers’ fluisterende zangpartijen in combinatie met haar beschrijvende teksten gaan door merg en been. Met ‘Stranger in the Alps’ als uithangbord wist ze dit vervolgens ook te bekomen met nevenprojecten Boygenius en Better Oblivion Community Center. In een mum van tijd werd Phoebe Bridgers een gevestigde waarde, en dat voor iemand die haar tweede plaat ‘Punisher’ uitbrengt, terwijl ze nog altijd maar 25 is.

Doorgaans wordt er van een tweede plaat een soort van bevestiging verwacht, maar met bovengenoemde zijprojecten heeft Bridgers zichzelf al meermaals bewezen. Toch hebben we lange tijd reikhalzend uitgekeken naar wat de Amerikaanse zonder die metgezellen kan doen. Het antwoord daarop is luid en duidelijk op ‘Punisher’. De opvolger van ‘Stranger in the Alps’ is op een aantal vlakken vergelijkbaar, maar toont ook enkele nieuwe facetten. Zo is ‘Kyoto’ misschien wel het eerste uptempo nummer dat we van Phoebe hebben gehoord en had het evengoed een creatie van Better Oblivion Community Center kunnen zijn. ‘Kyoto’ opent met een speelse lo-fi melodie, maar barst uit zijn voegen tijdens het refrein. “I’m gonna kill you, if you don’t beat me to it” zingt ze paradoxaal erg lieflijk. De losgelaten drums liften de decibels evenwel de hoogte is. De akoestische vibe die we met ‘Stranger in the Alps’ voorgeschoteld kregen is nu al helemaal doorbroken. Desalniettemin voelt ‘Kyoto’ aan als thuiskomen vanwege de anekdotische schrijfwijze.

Waar ‘Kyoto’ nog vrij luchtig klinkt voor Bridgers’ doen, sleurt ze ons op de rest van ‘Punisher’ mee naar het blauwe en grauwe. Donker, maar niet gitzwart en altijd ruimte voor houvast. Bij elke song dat de revue passeert lijkt ze een stukje van haar ziel bloot te stellen aan de luisteraar. Het gruwelijk mooie ‘Garden song’ is daar een bijzonder exponent van. Zo gebruikt ze het afbranden van haar ouderlijke huis als metafoor voor de scheiding van haar ouders. De kronkelige gitaarloop en beat die voortvloeit uit sfeerbepalende intro ‘DVD menu’ vormen het perfecte tapijt onder Bridgers’ rustgevende stem.

‘Chinese satellite’ gaat dan weer over niet weten wat aan te vangen in je leven (“I’ve been running around in circles, prentending to be myself. Why would somebody do this on purpose, when they could do something else.”) en het zoeken naar geluk (“I want to believe, instead I look at the sky and I feel nothing.”) Strijkers nemen dit gedeelte op hemelse wijze over en Bridgers beroert tot waterogen toe. En ze heeft ze nog meer verrassingen in petto; de walsende schoonheid van ‘Savior complex’ is qua structuur een knipoog naar Elliott Smith en het wat helderdere ‘I see you’ deelt wel een heel eerlijke mening over Bridgers’ ex-vriendje en tevens drummer van haar band (“I hate your mom, I hate it when she opens her mouth. It’s amazing to me how much you can say when you don’t know what you’re talking about.”) Voordat ‘Punisher’ op apocalyptische wijze ten einde komt (‘I know the end’) komen Lucy Dacus en Julien Baker haar tenslotte nog gezelschap houden op ‘Graceland too’

Met oprechte eerlijkheid, oog voor detail en productie is ‘Punisher’ een juweel van een plaat geworden. De nummers zijn naar Bridgers’ gewoonte ingetogen, maar de rijke, gevarieerde instrumentatie zorgt telkens voor een verrassende wending. Hoewel het zwartgallige en deprimerende vaak van de nummers lijkt af te stromen biedt Phoebe Bridgers troost met melodieën die je niet onbewogen laten. Degene die dan toch die tweede plaat nodig hadden om te geloven tot wat Bridgers allemaal in staat is, zijn nu alleszins het zwijgen opgelegd.