Filmmuziek is Daniel Lopatin niet vreemd. Los van het feit dat een Oneohtrix Point Never-album niet zou misstaan als begeleiding voor een of andere futuristische sci fi-thriller, pronkte de producer in 2013 samen met Brian Reitzell op de soundtrack voor Sofia Coppola’s ‘The bling ring’ naast namen als M.I.A. en Kanye West. Twee jaar later werkte hij ook mee aan de score van Ariel Kleimans ‘Partisan’.
Voor ‘Good time’ van de broers Safdie levert de Amerikaanse electronica-expert voor de eerste keer een volledige eigen score af onder zijn Oneohtrix Point Never-persona, een naam waarmee de artiest met ‘Replica’, ‘R plus seven’ en ‘Garden of delete’ enkele van de meest beklijvende electronica-albums van het decennium heeft uitgebracht. Het is dan ook geen verrassing dat zijn werk voor ‘Good time’ eerder dit jaar de prijs voor beste soundtrack in de wacht sleepte op het filmfestival van Cannes.
Iggy Pop, die zijn bariton aanlevert op ‘The pure and the damned’ – het tedere slotstuk van deze soundtrack – vat het politiedrama van Joshua en Ben Safdie samen als een verhaal waar niemand wint: “Everybody’s fucked. Nobody gets out.” De film is in onze zalen pas te zien vanaf 12 oktober maar Lopatin weet het sentiment van Iggy erover alvast goed te vertalen in de begeleidende muziek. Die klinkt als een versmelting van spanning en emotie, een combinatie die Daniel als geen ander meester is.
De scherpe randjes die zijn laatste albums typeerden, zijn er op deze soundtrack wel wat afgevijld. Het experimentele, soms chaotische karakter dat normaal zijn albums kleurt, maakt hier meer plaats voor filmisch klinkende aanzwellende synth-arpeggio’s zoals op het bijna zeven minuten durende titelnummer, of verder op ‘Hospital escape’ en ‘Connie’ (een referentie naar de naam van het hoofdpersonage, vertolkt door het lief van FKA Twigs). Dat is echter niet noodzakelijk iets negatiefs.
Daniel vormt dan wel zijn stijl op de maat van een filmervaring, hij verloochent zichzelf niet. ‘Good time’ klinkt eerder als een weergave van de veelzijdigheid die Daniels discografie als Oneohtrix Point Never kenmerkt dan een artiest die compromissen sluit voor een speelfilm. Lopatin weet nog steeds creatief om te gaan metstemvervormingen. Zo speelt hij bijvoorbeeld vaak met dialoog uit de film, waar ‘Ray wakes up’ en ‘Bail bonds’ mooie voorbeelden van zijn.
De emotionele aard van z’n oeuvre laat zich dan weer opmerken in de melodieuze, met synths beladen – toegegeven, door de gitaren soms bijna melig klinkende – nummers als ‘Leaving the park’ en ‘Romance apocalypse’. De Amerikaan put onder die laag synths doorheen het project eveneens inspiratie uit de soundscapes die zijn vroegste werken zoals ‘Russian minds’ of ‘Betrayed in the octagon’ vormgaven. Dat is duidelijk te horen in de spokende tweede helft van ‘Hospital escape / Acces-a-ride’ of ‘Connie’, waar het claustrofobische arpeggio-crescendo uiteindelijk plaatsmaakt voor een bijna bevrijdende desolaatheid.
Onder zijn soloprojecten zou je dan wel dystopische films kunnen monteren, met ‘Good time’ bewijst Lopatin ook zelf een script te kunnen volgen en dat zónder zijn eigenheid te verliezen. Het is natuurlijk nog even wachten tot we weten in hoeverre de soundtrack rijmt met de film. Als afzonderlijk project is het niet zo rauw en krachtig als Daniels eigen albums, al is het zeker meer dan een voetnoot in zijn intrigerende discografie.