Blijft de echo van The Beatles doorklinken in elke plaat van Paul McCartney (of, ruimer, van elk van The Fab Four)? Kan je dat verleden eigenlijk nog van je afschudden als je zo’n essentieel bestanddeel van een legendarische band vormde? Het zijn vragen die opkomen bij elke nieuwe plaat van Noel en Liam Gallagher. De Oasis-broertjes stelden hun groepsmaten in de schaduw en wat ze ook uitbrengen, altijd hoor je meteen dat de artistieke lijn van Oasis op een of andere wijze verdergezet wordt. ‘As you were’ is, na probeersel Beady Eye, het solodebuut van Liam. Waar Beady Eye roemloos ten onder zou zijn gegaan zonder de afstraling van de faam van de frontman, mag ‘As you were’ trots op zichzelf staan.
Acht jaar na de krachtige implosie van Manchester’s finest rakelt de jongste broer de sound van die band weer op, alsof niet Noel maar hijzelf het merendeel van de klassiekers schreef. En al wordt de broedervete nog steeds lang en breed uitgesmeerd, het siert Liam dat hij niet te beroerd is om impliciet de verdiensten van zijn oudere broer te eren. ‘Wall of glass’ had zowel op een Oasis- als op een High Flying Birds-album kunnen staan en is een dijk van een single in de rijke traditie van (het niet-exhaustieve lijstje) ‘Live forever’, ‘Roll with it’, ‘D’you know what I mean?’… Uit hetzelfde vaatje wordt getapt tijdens ‘I get by’ en ‘Come back to me’.
De onvermijdelijke Beatles-invloed is het sterkst hoorbaar in ‘You better run’ waarin Liam zelfs klinkt alsof hij al zijn hele leven lang een Liverpudlian is. De obligate “helter skelter” in de lyrics tovert bij ons een glimlach van oor tot oor. Gratuit is die – alweer – niet: The Beatles citeren wanneer je hun beste werk benadert, het mag. Ook ‘For what it’s worth’ had eind jaren zestig, begin jaren zeventig zonder twijfel de discografie van de vier bekendste inwoners van Liverpool gehaald. Gallagher junior maakt slim gebruik van arrangementen zoals McCartney en Lennon die ook graag bezigden.
Toch zouden we deze muzikant oneer aandoen als we elke song zouden herleiden tot een Beatles- of Oasis-kloon. Liam slaagt erin écht goeie songs uit zijn mouw te schudden die anders klinken dan wat zijn oudere broer produceert. ‘Bold’ groeit naar het einde toe uit tot een genoegen voor het oor zonder de eigen twist te verliezen. ‘Greedy soul’ hinkt op twee gedachten, en dat is jammer want de song bevat potentieel dat helaas onbenut blijft.
Het meest verrast Liam nog op rustiger songs als ‘Paper crown’, ongetwijfeld een aanstekers-in-de-lucht-moment tijdens optredens, en ‘Chinatown’, dat diepgang toevoegt aan een oeuvre dat misschien net iets te veel teert op de opgestoken middelvinger. Beide nummers overstijgen de gemiddelde rock-‘n’-roll-ballad ruimschoots door intelligente dosering.
Een Europees luik aan zijn tournee is nog niet aangekondigd, dus hou vooral de website van Liam Gallagher goed in het oog. Je moet immers dover zijn dan Beethoven op het eind van zijn leven om het live-potentieel van deze plaat te missen.