Het fantastisch-orgastische debuut van Nicolas Jaar ‘Space is only noise’ katapulteerde hem in 2011 meteen richting de hoogste electronica-regionen, waar hij sindsdien – terecht – vertoeft. Toch moet ook hij af en toe nog eens rechtvaardigen waarom hij daar juist weer thuishoort, wat hij ingenieus voor elkaar kreeg met het eerder ingetogen ‘Pomegranates’ en zijn duoproject met Dave Harrington, Darkside. Laat ons eens kijken of hij er mag blijven, of dat zijn nieuwe plaat ‘Sirens’ hem terug veroordeelt tot een leven onder de normalen der aarde.
Onze verwachtingen worden echter tijdens opener ‘Killing time’ reeds op de proef gesteld: drie minuten lang horen we niets dan harmonische ruis, vloeiende ontmoetingen tussen wijsvinger en pianotoets – waardoor we ons in een Japanse tuin wanen – en op de achtergrond brekend glas en scherven. En wij maar wachten op de fijne elektronische beats waar hij zo voor gekend is. Dan begint ineens een prachtig, ingetogen pianomelodietje dat niet had misstaan op het rustige ‘Pomegranates’, en de bizarre radiogeluiden en het blijvende ruis op de achtergrond drukken de Nicolas Jaar-stempel op deze bijblijvende pianomuziek.
In het volgende nummer ‘The governor’ treden de elektronische elementen meer op de voorgrond, aanvankelijk nog in samenspel met het klavier. Algauw ontspoort de creatie in een combinatie van eclectische, snelle beats met een vreemde, knerpende blazer. Het lied staat bol van muzikale grillen en franjes maar op geen enkel moment verliest Jaar de controle over het ornament. Hoewel nummer drie ‘Leaves’ begint met Darkside-achtige beats en sound, verweeft het zich gaandeweg met een bezwerende ambient waartussen een Spaanse dialoog zweeft – wat niet verwonderlijk is door de Chileense afkomst van de producer. In het volgende ‘No’ breken de Spaanse lyrics pas helemaal door: los van het feit dat het een muzikaal meesterwerkje is, krijgt deze song pas echt zijn karakter door het zuiderse tintje, aangebracht door het Spaans. Toch is het geen ‘ay mi corazón’ of ‘te amo’ geworden. Integendeel: de tekst bevat een diepe politieke betekenis. “Ya dijimos No, pero el Si está en todo”: we hebben al ‘nee’ gezegd, maar de ‘ja’ is overal.
Daarmee verwijst Jaar naar het referendum van 1988 waarin het Chileense volk moest beslissen of president Pinochet (aan de macht gekomen door een staatsgreep in 1973) mocht blijven regeren. Het volk stemde van niet, waardoor de democratie zich herstelde. Desalniettemin bekijkt Jaar dit met sceptische blik: we hebben misschien wel nee gezegd tegen Pinochet, de ‘Ja’ zien we nog steeds overal. Hij heeft weinig hoop op verandering: “No hay que ver el futuro para saber lo que va a pasar” (Het is niet nodig de toekomst te zien om te weten wat er zal gebeuren). Dezelfde boodschap zien we in het muzikaal opgewekte ‘History lesson’, waarin iemand niet aanwezig kon zijn tijdens een geschiedenisles en de andere zo vriendelijke is zijn samenvatting uit te lenen. Zijn notities gaan als volgt:
Chapter one: We fucked up.
Chapter two: We did it again, and again, and again, and again.
Chapter three: We didn’t say sorry.
Chapter four: We didn’t acknowledge.
Chapter five: We lied.
Chapter six: We’re done
De tegenstelling tussen cynische tekst en de voor zijn doen opgewekte muzikale begeleiding (we spotten zelfs een orgel), maakt van ‘History lesson’ een afsluiter die ‘Sirens’ samenvat: niets is eenduidig en de politieke boodschap is nooit veraf. De beats knallen hier en daar opgejaagder en agressiever dan we voordien ooit voor mogelijk hielden, wat Jaars frustratie omtrent de historische stagnering lijkt uit te drukken. Tegelijkertijd zijn de beats ingepakt in muzikaal vernuft met een rood lint van subtiliteit eromheen, wat van dit album een van de meest relevante platen van het jaar maakt. Dus Nicolas, blijf jij daar nog maar even in die hoge elektronica-regionen. We hebben de indruk dat je daar wel goed zit.
Nicolas Jaar speelt op 1 december in een uitverkochte AB.
Album verdeeld door V2