Deze tijd van het jaar hebben recensenten wel belangrijkere dingen te doen dan reviews schrijven. IJverige hoofdredacteurs verwachten immers eindejaarslijstjes en daarvoor hoeft er meestal nog flink gewikt en gewogen te worden, om dan nog te zwijgen van het daarbij gepaard gaande luisterwerk. Nadenken over de muziek van het afgelopen jaar kan evenwel ook belangrijke inzichten voor recensies opleveren. Zo stelde ondergetekende vast dat emotionele platen in 2014 pover in aantal waren en dat weinig uitzonderlijke albums onder de radar van de verzamelde pers bleven. Maar ook dat Mitski de uitzondering blijkt die voornoemde regels bevestigt.
‘Bury me at makeout creek’ staat in schril contrast met ‘LP1’, ‘Lost in the dream’, ‘To be kind’ en andere langspelers die de jaaroverzichten gaan aanvoeren. De cd mist het grootse element en mankeert schijnbaar de ambitie die van die releases afdruipt. De singer-songwriter haar aanpak lijkt niet meteen naar het publiek gericht te zijn, maar geeft eerder de indruk in het teken te staan van een persoonlijk werk. De grote kracht van deze derde lp schuilt dan ook in de puurheid die het weet uit te stralen. Je krijgt als luisteraar het gevoel dat de Amerikaanse je persoonlijk aanspreekt over de relatieproblemen waar haar leven onlangs mee geconfronteerd werd.
Die beslommeringen worden op zo’n manier gebracht dat je niet anders kan dan meeleven met Mitski. Om je mee te slepen in haar verhaal weet ze haar stem in alle bochten te wringen en toont ze natuurlijk haar kunnen op de meest dramatische manier. De hoogtes die de muzikante haar stem bereikt in ‘Townie’ staat voor de grootste emotionele dieptepunten, ‘First love/late spring’ opent vervolgens met een sadcorevariant op Caroline Polacheks engelenzang – het demonstreert eveneens de meer dan uitstekende vocale capaciteiten van de Double Double Whammy-signee – terwijl het vervolg iets wegheeft van een snikkende sing-along.
Diezelfde song vat met de tekstflard “one word from you and I would / jump off of this / ledge I’m on / baby” overigens de sfeer, en bij uitbreiding zelfs de hele plaat, in woorden. Mitski balanceert de hele tijd tussen aantrekken en afstoten, tussen sterk houden en instorten, tussen blijven staan en springen. De gierende noise-outro van ‘Francis forever’ houdt zich met moeite recht, ‘Townie’ bonkt als een razendsnel kloppend hart en ‘Drunk walk home’ klinkt als een pretloze Sleigh Bells meets EMA. Mentale issues komen misschien wel het best tot uiting in ‘I don’t smoke’, waar de New Yorkse haar zang alle kanten uitschiet en ondersteund wordt door donker dreunende gitaarklanken. Het voorlaatste nummer ‘Carry me out’ is nog zo’n in tranen gedrenkte wanhoopskreet, alsook het moment waarop ze beseft dat de strijd verloren is.
‘Bury me at makeout creek’ is niet alleen een plek waarop noise en pop elkaar ontmoeten, ook is het een samengaan van tegenstrijdige gedachten en gevoelens, van niet kunnen en o zo graag willen. Mitski haar hart wordt gebroken, het onze heeft ze voorgoed gewonnen.
Album uitgebracht door Double Double Whammy