Free Cake For Every Creature – Talking quietly of anything with you
Op ‘Talking quietly of anything with you’ serveert Free Cake For Every Creature, afkomstig uit indiekweekwijver Philadelphia, tien korte DIY-popnummertjes. Over gemakkelijk in het oor liggende indiegitaren heen parafraseert Katie Benett, frontvrouw van Free Cake, al mompelend over dagelijkse beslommeringen en angsten. Ze doet dat zo zachtjes dat al wie de gewiekste en vaak nostalgisch getinte oneliners verstaan wil dichterbij moet kruipen om vervolgens in een gezellige kring van intimiteit te belanden. Alsof de nummers voor jou alleen geschreven zijn, de titel van het album bevestigend. Het is een aandacht opslorpend en hartverwamend album geworden dat, met de koptelefoon op het hoofd en enkele zonnestralen op het gelaat, onder de huid kruipt en er een warme, gelukzalige gloed verspreidt. – 3,5/5 (Mats Antonissen)
Eskimeaux – Year of the rabbit
Als hartsvriendin en tourmaatje van Greta Kline (aka Frankie Cosmos), kon het niet anders zijn dan dat ook Gabrielle Smith (aka Eskimeaux) regelmatig gebalde, aanstekelijke popsongs bijeen pent. ‘Year of the rabbit’ is daar het meest recente resultaat van. De ep (of het mini-album, wat je er ook van maken wil) telt 6 oorwurmpjes die teren op intrinsieke kwaliteiten als herkenbaarheid en eerlijkheid – dat laatste is iets dat wel meer DIY-/lo-fi-muzikanten die aan dezelfde stroming als die van Smith toebehoren, lijkt te typeren. De nummers bevatten – buiten ‘Bulldog’ dan – een energieke onderlaag aan gitaarriffjes die je doet stuiteren van plezier en – dat is het albums sterke punt – een hoekigheid die van de replay-knop je trouwste toeverlaat maakt. Een heel erg korte maar uiterst genietbare compilatie van indiehitjes die het verdienen op het hoogste volume afgespeeld te worden, waar en wanneer dan ook, dat is ‘Year of the rabbit’. – 4/5 (Mats Antonissen)
Lyenn – Slow healer
Getormenteerde zielen kunnen gerust ademhalen. ‘Slow healer’ is namelijk wat het pretendeert te zijn, een traag, zacht helende remedie die de etter uit de wonde haalt en littekens langzaam doet wegebben. Lyenn, bassist Frederic Jacques bij Dans Dans en Mark Lanegan, kiest op deze tweede langspeler voor een sobere benadering in de omgang met zijn kwellingen. De totale begrenzing in erupties neemt niet weg dat de chronische dreiging latent aanwezig is. ‘Keep it still’ ademt onheil en daar zit de IJslandse celliste Gyda Valtysdottir (Múm) zeker voor iets tussen. Extra verwonderlijk wetende dat dit nummer ontstond als pure improvisatie tijdens de opnames in IJsland. Een beproefd recept dat aantrekkelijke vruchten oplevert daar de plaat grotendeels uit niet gerepeteerd samenspel en eerste takes bestaat. “Sometimes I feel sad” zingen in ‘Sometimes’ is stating the obvious, toch werkt de rode draad der gekweldheid voornamelijk zalvend op ‘Slow healer’. Het zeer persoonlijke verwerkingsproces van Jacques is een muzikale gids voor zielsverwanten. Wie instant innerlijke vrede voor ogen heeft zullen we iets anders moeten aanraden, wie zijn gesels een spiegel wil voorhouden in de hoop ze stapsgewijs te verdrijven is beter af. – 4/5 (Jonas Van Laere)
Ry X – Dawn
Na heel wat muzikale omzwervingen zoals Howling en The Acid heeft duizendpoot Ry Cumming onder zijn alias Ry X (foto) eindelijk zijn eerste soloplaat afgeleverd. ‘Dawn’ is de perfecte soundtrack om te ontwaken in de waas van de ochtend na een nacht vol stevig feestgedruis. Giet een kop koffie door je keelgat, laat dit album je hoofd binnendringen en je zal verrassend monter voor de dag komen. Ry’s minimalistische aanpak is de rode draad doorheen deze plaat en die ingetogenheid werkt rustgevend. Bij momenten durft hij ook wel eens uit te pakken met in beats gedrenkte nummers zoals ‘Howling’ en ‘Lean’. Die zorgen voor een welgekomen variatie, als schild tegen de eentonigheid. Qua spitsvondigheid haalt de Australiër net niet het niveau van bijvoorbeeld een Sufjan Stevens, waardoor deze plaat allicht ook niet de geschiedenisboeken zal ingaan als een mijlpaal of keerpunt. Het is eerder een meer dan verdienstelijke toevoeging op de lange lijst van muzikanten die teren op de innerlijkheid. – 3,5/5 (Geerhard Verbeelen)
An Pierlé – Arches
Dat An Pierlé allang niet meer de jonge deerne op de zitbal is, maar groeide tot een volwassen artieste, hoor je meteen duidelijk op ‘Arches’. Het onmiskenbare stemgeluid mag dan iets van zijn jeugdige klank behouden hebben, de frasering en de inhoud van de songs laten een vrouw horen die haar deel van de tegenslagen en teleurstellingen van de volwassenheid heeft gezien. De barokke instrumentatie waarin het album gedrenkt is, twijfelt tussen majestueuze kathedralen en slaapkamers van gothic pubers. Vrolijk worden we ook al niet van de songs. Met titels als ‘There is no time’, ‘The road is burning’, ‘Certain days’ en ‘Feel for the child’ is dat niet zo verwonderlijk.
De belangrijkste vraag die we ons na beluistering stelden, is: welke plaats heeft het kerkorgel in pop en rock? En we vragen ons ook wel een beetje af of An Pierlé hiermee haar roem, die stilaan aan het verdampen lijkt, terug kan opkrikken. Over beide vragen valt nog lang te discussiëren. Wij geraken er alvast niet echt uit. – 3,5/5 (Sven Volckerijck)
Tourist – U
De alom geprezen producer Tourist, die in het verleden al samenwerkte met onder andere Disclosure en Sam Smith, laat op zijn soloplaat zien wat hij in zijn mars heeft. ‘U’ is een auditieve voorstelling van een mislukte relatie. Misschien moeten we de ex van William Phillips hier net dankbaar voor zijn, want de break-up leverde namelijk een opvallend opgewekt album op. Het geheel is van begin tot eind dansbaar zonder ooit echt uitbundig te worden, maar van wrok of haatgevoelens is weinig te merken. De nummers zijn doorspekt met warm aanvoelende synths en zweverige vocals, een recept dat we kennen van bij Jamie xx. Al is het misschien niet bijster origineel, het klinkt wel aangenaam in de oren. Tourist kiest dus bewust voor een dartelend tempo, waardoor de muzikaal uitgesponnen reis zich vertaalt in een uitstekende roadtripplaat. Het soort van electronica dat de zon nodig heeft om te overleven en deze plaat zal dus hoogstwaarschijnlijk enkel hoogtij vieren tijdens de zomermaanden. We genieten ervan zolang we kunnen. – 3,5/5 (Geerhard Verbeelen)