Local Natives experimenteert met vallen en opstaan op ‘Violet street’

door Gertie van den Bosch

Na het succesvolle debuut ‘Gorilla manor’ beschreef Local Natives een traject vergelijkbaar met dat van een rollercoaster. Opvolger ‘Hummingbird’ was beduidend duisterder door een overvloed aan veranderingen die de band overspoelde – het vertrek van bassist Andy Hamm bijvoorbeeld, of het overlijden van de moeder van zanger Kelcey Ayers. ‘Sunlit youth’ was dan weer te optimistisch met uitgeperste indiepop waaruit alle smaak was weggevloeid. Tijdens al dat stijgen en dalen hebben we gelukkig net onze maaltijd kunnen binnenhouden, maar zijn we wel wat beginnen twijfelen aan de gevestigde waarde van het vijftal uit Los Angeles. Blijkt nu dat wij niet de enige zijn. Op ‘Violet street’ horen we duidelijk gesleutel aan en vooral veel geëxperimenteer met het Local Natives-geluid, wat ons doet vermoeden dat de band zelf ook niet meer zo zeker is.

‘Violet street’ kunnen we grofweg opsplitsen in twee delen. De eerste helft is een verderzetting van makkelijke popsongs, vanaf ‘Megaton mile’ kleurt Local Natives wat meer buiten de lijntjes. ‘Vogue’ is een lieflijke prelude op het überpopnummer ‘When am I gonna lose you’: tof om een paar keer te beluisteren, na de derde keer gaat het vervelen – bovendien klopt er iets niet aan het verdwaalde piano-intermezzo. ‘Café amarillo’ mag dan al wat serieuzer klinken, het is geen liedje waar onze haren van gaan recht staan. De stampende intro van ‘Megaton mile’ wekt meteen onze nieuwsgierigheid, hoewel we na het horen van de riff nog wat op onze honger blijven zitten: alweer een nette, maar eerder vlakke popsong die naar het einde toe vertraagt en vervaagt naar een kantelpunt.

Dat kantelpunt blijkt ook een heikel punt. ‘Shy’ intrigeert ons meteen met een dribbelritme, waarmee de softe stem van Taylor Rice onmogelijk kan concurreren. Een overdaad aan vage omgevingssamples en blazers moet soelaas bieden, maar zo gaat het volledige nummer ten onder. Meer verwarring bij het zwaarmoedige ‘Garden of Elysian’, waarbij de kopstemmen soms vervormen met een autotuner en er verdwaalde pianonoten op het verkeerde moment komen rondfladderen.

Gelukkig levert het experiment ook geslaagde proeven op. ‘Someday now’ verzoent Afrikaanse ritmes met fluwelen baslijnen en de zeemzoete kopstem van Rice. Dat thema trekt de groep door naar ‘Gulf shores’, waar Local Natives van tien jaar geleden om de hoek komt piepen.

Onze appreciatie voor ‘Violet street’ is tweezijdig. Het experiment boekt enkele succesvolle resultaten, zoals ‘Someday now’ en ‘Tap dancer’. Ongetwijfeld betekent dit album een zinvolle en noodzakelijke stap in de evolutie van de band, maar we sluiten ons toch aan bij het gevleugelde gezegde “Never change a winning team”. Het initiële geluid is nog ver zoek door al dat geëxperimenteer, dat vaker chaotisch klinkt dan ergens naartoe gaat.

Local Natives speelt op zondag 29 september in de Botanique. Info en tickets vind je hier.