Er hangt een zweem van mysterie rond Kadhja Bonet. Interviews zijn schaars en haar biografie is niet bepaald uitvoerig te noemen. We weten alleen dat ze in haar jeugdjaren een strenge opleiding volgde om viool, gitaar en fluit onder de knie te krijgen. Uiteindelijk bevrijdde ze zich van haar klassieke jasje en experimenteerde ze volop met soul en jazz. Dat resulteerde in 2016 in haar debuutplaat ‘The visitor’. Met ‘Childqueen’ levert Kadhja nu een gelaagder en interessanter werk af.
Herinner je de gevleugelde woorden uit de Funkadelic-klassieker ‘Maggot brain’: “Mother Earth is pregnant for the third time/For y’all have knocked her up”. Naar analogie met de funkgrootmeesters opent Kadhja Bonet ‘Childqueen’ met de woorden “Every morning is a chance to renew, a chance to renew.” De mensheid kan en moet beter doen. En waar begin je beter dan bij jezelf. De Amerikaanse gaat op zoek naar vrijheid in haar diepste innerlijk, naar het kind dat nog niet geraakt werd door de verschrikkingen van de buitenwereld. Klinkt diepzinnig, en dat is het ook. Moeder Natuur en al haar spiritualiteit als belangrijkste inspiratiebron: als cursus mindfullness kan dat tellen.
Spiritualiteit in muziek kende zijn hoogtepunt eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Op ‘Childqueen’ zijn er heel wat hints naar die typische psychedelische soul van toen. Denk aan het al eerder vermelde Funkadelic, Curtis Mayfield of Marvin Gaye’s ‘What’s going on’. Heerlijke groovende baslijnen als in ‘Mother maybe’ of jazzy drums als in ‘Wings’ maken die herinnering tastbaar. Wat Kadhja Bonet bijzonder maakt, is dat het overduidelijk is waar ze haar mosterd haalde, maar dat ze er telkens haar eigen subtiele details aan toevoegt. Je hoort tsjirpende vogels en glijdende of dwarrelende strijkers in de titeltrack. Belletjes in ‘Another time, another place’. Meerstemmigheid en fluiten in ‘Joy’. Alles minutieus samengebracht door controlefreak Kadhja Bonet. Inspiratie in plaats van klakkeloze imitatie. Zo construeerde ze een album vol warme klanken, die in nostalgie verdrinken.
Bonets stem gaat vaak in dialoog met de instrumentatie. Haar milde stemgeluid bereikt een duidelijk hoogtepunt in ‘Delphine’. Ze klinkt er puur, onbevangen en loepzuiver. De spaarzame synths en drums stuwen haar telkens naar een nieuwe hoogte. Dit blijkt de succesformule van ‘Childqueen’ te zijn: zweverige, soms obscure instrumentatie die ten dienste staat van de engelenstem.
Tegelijk is dat ook net waar het schoentje een beetje wringt. Kadhja Bonet zingt op een zachte en tedere manier en strooit niet met forse uithalen. Verveling loert dus om de hoek. 37 minuten is lang voor een vrije val en vreemd genoeg voelt haar gewichtloosheid soms wat te zwaar aan. Net als over haar privéleven, blijft de soulzangeres in haar teksten wat aan de vage kant. Ze stelt existentiële vragen die enerzijds aanzetten tot nadenken, maar anderzijds lijkt het alsof ze zomaar wat zingt, zonder duidelijk doel waardoor de woorden klanken worden. In afsluiter ‘Nostalgia’ komt dit het best tot uiting: een lied zonder tekst dat neigt naar improvisatie. Ook het jazzy ‘Second wind’ staat bol van de uitgesponnen woorden die weliswaar prachtig klinken, maar een klare boodschap missen. “Everybody knows everybody’s got a second wind”. Oordeel vooral zelf.
In een tijd waar ghostwriters en grote productieteams singles of zelfs hele albums creëren, is Kadhja Bonet de vreemde eend in de bijt. Van muziek schrijven over bijna alle instrumenten bespelen tot het producen en mixen: de Amerikaanse doet het allemaal zelf. Daarmee bewijst ze dat ze een straffe artieste is en haar stugge zelfstandigheid siert haar. Toch is het denkbaar dat de visie of bijdrage van andere rotgetalenteerde muzikanten haar naar een hoger niveau zou tillen. ‘Childqueen’ is een oerdegelijk album, maar mist de geniale touch die het onvergetelijk maakt.