Tijdloze radiovriendelijkheid bestaat nog, en Jim Ward weet met zijn mengeling van pop en folk de juiste toon aan te slaan om daar zelfs een heel album mee te vullen. Twintig nummers, meer dan één uur en tien minuten lang: de inspiratie was niet gering, zo mag blijken.
Er zijn vast mensen die dat een hele prestatie vinden, maar zelf blijven we toch wat op onze honger zitten. We houden namelijk wel van een angel in de muziek, van een weerhaakje hier en daar, van een onverwachte wending of een verrassende combinatie. Het lijken allemaal zaken die Jim Ward met een grote boog ontwijkt. En dat levert een plaat op met weliswaar goede nummers, die echter onderling erg inwisselbaar zijn en waar we na meerdere beluisteringen nog steeds geen uitschieters tussen vonden. Op ‘Coastlines’ na misschien, een lied dat boven het klasgemiddelde weet uit te stijgen. Overigens staat er ook geen enkele zwakke song op deze plaat, en dat is dan weer een pluspunt natuurlijk.
Jim Ward was de oprichter van zowel At The Drive-In als Sparta, twee bands waaraan we met plezier terugdenken en waarvan de platen in elke zichzelf respecterende platenkast mogen gezien worden. Zulks blijkt echter geen garantie op een goede solo-worp. Bovendien is dit album eigenlijk een compilatie van drie EP’s. Nu is één van de krachten van een (goede) EP net de bondigheid, waardoor hij niet gaat vervelen. Een verzameling van drie gelijkaardige EP’s daarentegen: dat gaat wél tegensteken op den duur.
Meer dan aardig kunnen we dit dus niet noemen, en de vergetelheid wenkt dan ook. Tenzij een slimme radioprogrammator hier al eens een geschikte vuller ontdekt om nog het tot het nieuws of het reclameblok te rekken.
Album verdeeld door Munich Records