Doorgaans interesseert het ons weinig wie wiens vuile onderbroeken wast, maar in het geval van Jen Cloher is het belangrijk om te weten dat ze al zes jaar de vrouw is van Courtney Barnett. Tweederde van die tijd spendeerde Barnett op tournee in navolging van het succes van haar bejubelde debuutplaat. Niet leuk wanneer je in het druilerige Melbourne achterblijft met een uitdijende afwas en een hongerige kat terwijl je lief de wereld verovert. Die jaloezie en de verwerking ervan vormt de rode draad doorheen een van de eerlijkste en spitsvondigste platen van het jaar.
Dat Clohers vierde album haar eigen naam draagt en als hoesfoto haar eigen ontblote rug toont, maakt dat je geen gediplomeerde beeldtaal-kenner hoeft te zijn om door te hebben dat het wel eens erg persoonlijk zou kunnen worden. “This world it wasn’t made for women/ You know even before you’re bleeding / I’m sorry, can’t you hear me speaking? /How is it now, now that I’m screaming?” zingt ze in ‘Strong woman’, het middelpunt van de plaat. Cloher is echter niet zomaar de zoveelste in rij die de problemen rond gender en geaardheid aankaart. Ze kent haar wereld en weet die meedogenloos op de korrel te nemen. De humor van haar echtgenote ontbreekt, maar dat compenseert ze met soms pijnlijke oprechtheid. Een persoonlijke prestatie, aangezien ze op haar vorige plaat ook al in haar ziel liet kijken terwijl ze het verlies van zowel haar vader als moeder op korte tijd verwerkte.
Naast Grote Thema’s is Courtney vaak het afwezige onderwerp van dienst. Van gemis ‘Sensory memory’ tot de angst om zelf vergeten te worden in opener ‘Forget myself’ – ‘Jen schrijft haar gevoelens zonder verbloemen neer. Zo gooit ze het romantisch beeld van rondtrekkende muzikanten in datzelfde ‘Sensory memory’ aan diggelen en toont ze zich niet al te hoopvol over de muzikale toekomst van het merendeel van de aspirerende Australische muzikanten in ‘The great Australian bite’. Dat doet ze overigens ook in workshops die ze organiseert voor beginnende artiesten, waar ze het een missie maakt om ego’s en verwachtingen te temperen en aanraadt om die bijbaan niet te snel op te zeggen. Ze kan het weten, want ze is zelf de oprichtster van het label Milk! (wederom samen met Courtney).
De teksten overschaduwen de muziek, en daar is Cloher zich van bewust. “I asked for them to be given to people writing about the album because it’s about the lyrics. The tunes are secondary”, vertelde ze in een interview met The Guardian. Diezelfde recensenten moeten het trouwens ontgelden in ‘Shoegazers’ (“Most critics are pussies who want to look cool” – point taken, Jen), nadat ze ook haar collega’s door de hakselaar haalt (“Indie rock is full of privileged white kids / I know because I’m one of them / Who else has the luxury to gaze backwards”).
Wanneer we in Jens achteruitkijkspiegel kijken, zien we onder andere Neil Young en Wilco achter ons tuffen (de plaat werd niet toevallig opgenomen in Jeff Tweedy’s studio), al kunnen de invloeden van Patti Smith en PJ Harvey ook niet ontkend worden. De rauwe gitaarsound wringt Courtney Barnett eigenhandig uit haar gitaar, terwijl Kurt Vile komt soleren op ‘Loose magic’. Courtney toert overigens voor het eerst niet mee met Jen omdat ze samen met Kurt in de studio zat en die plaat dit najaar gaat voorstellen in de VS. Elders neemt ze gas terug (‘Regioal echo’ en ‘Sensory memory’) of biedt ze troost met het bitterzoete afsluitende ‘Dark art’. Haar folk-invloeden maken plaats voor een weidser americana-geluid, al blijven grootse melodieën uit. In plaats daarvan zorgen een hobbelende bas en zompige drum voor een rokerig sfeertje waarin Jen zich zelfverzekerd een weg blaast. Wie een sterk verhaal vertelt, heeft immers weinig franjes nodig.
Het heeft even geduurd vooraleer we helemaal mee waren, maar wie zich niet laat tegenhouden door openhartige ontboezemingen van een sterke persoonlijkheid, heeft hier een van de sterkste altfolk-platen van het jaar in handen.
Jen Cloher speelt 24 september in DOK Gent (info & tickets).