Voor zijn tweede plaat ging Jochem Baelus, de man achter Slumberland, aan de slag met naaimachines, haardrogers en videoprojectoren. Waar de Antwerpenaar bij Echo Beatty de gewoonte had om voor elk project de inspiratie in het buitenland te zoeken, deed hij dat nu door allerlei machinale geluiden tot op het bot te ontleden en te vervormen en zo met zijn muziek te doen rijmen. Experiment in de engste zin van het woord, zoals we er nog te weinig zien, en dus was onze aandacht onmiddellijk getrokken.
Baelus schotelt ons hier een 40 minuten durende, zenuwslopende trip voor, geruggensteund door twee drummers. Hokjesdenken lijkt overbodig, maar qua genre ligt het ergens tussen atmosferische, duistere krautrock en langgerekte, psychedelische postpunk. Kenmerkend hierbij zijn de strakke, repetitieve ritme- en bassecties die je hoe langer hoe meer de verdoemenis mee insleuren. De parallellen met Swans’ grootse muziek van de afgelopen tien jaar zijn dus snel duidelijk, ook wanneer in ‘Manta ray’ een bijna ongemakkelijk academische bariton z’n intrede doet die erg doet denken aan de cool van Michael Gira’s recentste vocals.
‘Rashomon’ vormt als opener de exponent van het tergende karakter van deze plaat en drapeert probleemloos almaar dreigender wordende synths en weerbarstige maar o zo complementaire gitaren over elkaar. In ‘Manta ray’ maakt Slumberland dan weer duidelijk ook onderhuids spanning te kunnen creëren. Het nummer ontploft nooit en toch lijkt het dankzij zijn van alle kanten opspringende machinegeluiden des te gevaarlijker. ‘Offbeat’ tot slot mixt feilloos exotische klanken met een dreigende riff en komt in onze oren samen tot een mysterieus en intens klank- en gevoelsspel.
De noodzakelijke ononderbroken intensiteit en urgentie ontbreken echter om ‘Sea, sea, sea, drifter / See, see, see, drifter’ te verheffen van een goed tot een uitstekend album. Afsluiter ‘When the frozen lake starts to sing’ zit dan misschien niet veraf, uiteindelijk creëert het toch nooit de alles verpletterende trance die, opnieuw, Swans op pakweg ‘Bring the sun’ met gelijkaardige middelen wél teweegbrengt. Dat dat allerminst een schande is staat echter evengoed vast.
Slumberland weet je zeven nummers lang geboeid te houden via zijn tegendraadse en bezwerende composities, zeker voor wie de avontuurlijke totstandkoming indachtig houdt. Er is evenwel nog geen recht evenredig verband tussen de mate van experimenteerdrang en de kwaliteit van wat dat experiment voortbrengt, al komt Slumberland op ‘Sea sea sea drifter / See see see drifter’ aardig in de buurt.
Slumberland speelt op woensdag 6 februari in Het Bos en op donderdag 7 februari in de Balzaal van de Vooruit.