De nieuwe sensatie Goat is omstreden. Naar verluidt zijn ze afkomstig uit een voodoosekte in het Zweedse Korpilombolo, volgens anderen dan weer een groep illegale migranten. Daarbij krijgen we ook geen gezichten te zien. Een exotische versie van Slipknot? Wat er ook van waar mag zijn, veel wijzer worden we niet als we de voorbereidende research z’n werk willen laten doen. Laat dan de muziek maar voor zich spreken. Hun eerste album ‘World Music’ is namelijk net zo excentriek als de manier waarop de band zich profileert.
Hoewel je gehoor na de eerste luisterbeurt weinig hoogte krijgt van de eigenzinnige uitspattingen die op je afkomen, is het wel duidelijk dat we te maken hebben met een op en top gitaarband. We horen verrassende, eigenzinnige rock met invloeden uit psychedelica en wereldmuziek anno 2012. Wat de dierlijke link is durven we niet te zeggen, maar songs als ‘Goatman’, ‘Goathead’ en ‘Goatlord’ laten ons vermoeden dat er een zekere voorliefde is ontstaan.
Verdere en grondige analyse is dus broodnodig. Stuk voor stuk lijkt het of we te maken hebben met songs die uit de losse pols zijn geschreven, bijna klinkend als improvisaties. Van echte strofes en refreinen valt moeilijk te spreken, maar net daar ligt de charme in elk van deze kleine meesterwerkjes.
‘Diarabi’ is er duidelijk zo eentje: een gekke instrumental met in distortion gedrenkte Arabische melodieën – over world music gesproken – afsluitend met een no-nonsense drumsolo. Maar dat is nog maar het begin. In ‘Goatman’ krijgen we gierende gitaren en de frisse toevoeging van bongo’s. Dit zorgt voor een geweldige Afrikaanse ritmiek. De nogal ongewone zang is niet storend, en net zoals in het meer 80’s getinte ‘Disco Fever’, met keyboardsolo, kort en krachtig.
Het funky ‘Let It Bleed’ zit meer aan de indie kant, maar drumt in typische Goat-stijl op hetzelfde effectieve elan voort, saxofoon inbegrepen. Afsluiten doet Goat met ‘Det Som Aldrig Förändras’, een Keltisch geïnspireerde riedel, maar dan met slappin’ bass en bongo’s, om zo te eindigen met een zinderende outro die dezelfde muzikale eigenschappen vertoont als opener ‘Diarabi’. De cirkel is rond.
‘World Music’ bevat invloeden van over de hele wereld, maar dan wel subtiel genoeg verwerkt, en steeds in functie van een geweldige basissound; bij momenten dansbaar, dan weer rechttoe-rechtaan rock. Over de ganse lijn is dit een aanrader voor hij of zij die van een ontdekkingstochtje houdt.
Album verdeeld door Suburban